Les 8 (2 - JA DIGIKLAS

advertisement
Les 8 (2.1) Politiek, dat gaat ons allemaal aan (1) ‘Politiek, politiek, je praat wel veel, maar zegt niets.’
Bram Vermeulen
Politiek is het nemen van beslissingen, het voeren van beleid, het organiseren van je leven en dat
van anderen, op grond van goed doordachte argumenten en meningen. Aan de basis staan
waarden en normen: vooronderstellingen.
De Overheid is de belangrijkste politieke beslissingsmacht in het land.
Opdracht 1 Wat heeft politiek met jou te maken? Bedenk (een) voorbeeld(en) bij de volgende
onderwerpen: Let op: meerdere antwoorden zijn mogelijk. Onderstaande antwoorden zijn slechts
voorbeelden.
Onderwerp
Onderwijs
Wat doet de Overheid?
Onderwijs wordt door de overheid voor iedereen verplicht gesteld.
Geld
De overheid heft verschillende belastingen en verstrekt subsidies.
Trouwen
Huis
Je kunt voor de staat trouwen. Dit betekend dat je akkoord gaat met een aantal
door de staat opgelegde regels. Zo heeft dit invloed op de belastingen die je
moet betalen.
De overheid kan bijvoorbeeld vragen om een paspoort als mensen Nederland
willen bezoeken.
De overheid heft belasting over het onroerend goed.
Auto
De overheid stelt een WA-verzekering verplicht.
Eten en drinken
Prijzen van bepaalde producten als water en bepaalde groenten laag houden.
Mobiele telefoon
Als een verkoper een telefoon verkoopt, moet er BTW gerekend worden.
Reizen
Opdracht 2 Noem op grond van de vorige tabel tenminste drie functies van de overheid:
Eigen invulling.
1. Denk bijvoorbeeld aan tegemoetkomingen als huursubsidie en zorgverzekeringstoeslag.
2. Andere invullingen zijn: verzekeren, verbinden, verheffen en verzorgen van burgers.
3.
4.
5.
Ons politieke systeem bestaat uit drie gescheiden machten: de Trias Politica: de wetgevende macht
(regering, Eerste en Tweede Kamer), de uitvoerende macht (ministers, politie en overheidsdiensten)
en de rechterlijke macht (rechtbanken, rechters). Ze zijn gescheiden omdat anders teveel macht bij
dezelfde personen komt.
Opdracht 3 Vergelijk de verdeling van de macht in verschillende landen:
Land
Nederland
Staatsvorm
Constitutionele
monarchie/parlementaire
democratie
Koning
Staatshoofd
Opvolging van
staatshoofd
Welk staatshoofd
heeft de meeste
macht? (volgorde)
Waar zijn de meeste
Troonopvolging
Eigen invulling
Argumentatie is
bepalend
Zelf invullen
Verenigde Staten van
Noord-Amerika
(Presidentiële) republiek
Noord-Korea
Regeringsleider/president
Dictator
Verkiezingen
Familiair
Dictatuur
politieke partijen?
(volgorde)
Staatsvormen
Wat is een staat?
Gebruik bij het beantwoorden van de vragen je boek en de artikelen uit de grondwet (zie volgende
pagina’s).
1. Noem de verschillende delen die behoren tot het territoir van Nederland.
2. Waarom behoren vakantiegangers die in Nederland op bezoek zijn, niet tot de bevolking?
3. Behoren asielzoekers die hier tijdelijk worden opgevangen, tot de bevolking, denk je?
Waarom wel of niet?
4. Wat verstaan we onder gezag?
5. Waarom is er geen sprake van een staat:
a. bij de zigeuners;
b. bij Antarctica;
c. bij Friesland?
6. Sociale- en klassieke grondrechten
a. In welke grondwetsartikelen komen de sociale grondrechten terug en in welke de klassieke
grondrechten?
b. Wat zijn sociale grondrechten?
c. Leg aan de hand van een artikel van de grondwet uit waarom het onderdeel uitmaakt van de
klassieke grondrechten.
Staat ja of nee?
Vul het schema hieronder verder in.
Bevolkingsgroep
Grondgebied
Basken
Koerden
Suriname
Antillianen
Palestijnen
Gezag
Staat ja of nee
*Tip: de grondwet kent ook een applicatie voor op je mobiel. Als je op ‘grondwet’ zoekt, kun je deze
vinden. Deze geeft uitleg bij elk artikel en is handig voor het bestuderen voor de toets.
Download