Orthopedagogische synthese Vragen ter voorbereiding van de eerste presentatie - groep 11 Nicky: Wat maakt dat iemand beseft dat hij de grens tussen afstand/nabijheid heeft overschreden? Maakt de cliënt hem daar bewust van, zijn dit voornamelijk collega’s of komt dit vanuit een eigen gevoel? Heeft het ‘vervelende gevoel’ dat je kan ervaren als hulpverlener wanneer je denkt de grens te hebben overschreden, invloed op je latere handelen met die cliënt? Of is het mogelijk dit voldoende los van elkaar te zien? Sylvie We zijn bezig met wat afstand vs. nabijheid inhoudt, maar wanneer gaat een cliënt of jijzelf als hulpverlener te ver? Wie bepaalt dat? En hoe daarmee omgaan? Wij hebben nu theoretische ideeën en praktijkverhalen over afstand en nabijheid. Dit levert een mooie onderbouwing op. Moet er niet meer een discussie gevormd worden over de begrenzing tussen beiden, en wat wij daarvan vinden? Misschien zijn meerdere stellingen wel een manier om dit te doen? Eva Wij bevragen hulpverleners uit de praktijk. Is het niet erg om het cliëntenperspectief daarbij te laten vallen? Hen bevragen wij namelijk niet. Wij gaan hierrond artikels opzoeken, maar is dit voldoende? Wat wordt er precies van ons verwacht tijdens de bijeenkomsten? Wij hebben nu besproken wat we gevonden hebben en hoe verder te gaan, maar een echt bewuste discussie hierover is er nog niet geweest. Is dit wel de bedoeling? Els Hoe krijgt afstand-nabijheid concreet vorm doorheen de verschillende praktijken? (overeenkomsten, verschillen, handvaten) Het lijkt me logisch dat je als therapeut geen cliënten aanvaardt waarmee je een zekere band hebt (je beste vrienden, je partner, je kinderen, …). Maar wat met lossere familiale relaties, kennissen, personen die dezelfde groepslessen als jou volgen? Wat zegt de deontologie hierover? Stephanie Al meermaals werd er in onze bijeenkomsten gezegd dat theorieën wel een bepaalde omkadering kunnen geven voor wat afstand en nabijheid inhoudt, maar dat het uiteindelijk een heel persoonlijk gegeven blijft. Je kan dus geen duidelijke regels opleggen wat wel/niet mag, aangezien dit afhangt van de hulpverlener én natuurlijk ook de cliënt. Indien dit eigenlijk al ons besluit is… waarover kunnen we dan nog discussiëren? Kunnen en moeten we eensgezindheid bereiken binnen dit thema? Maar kunnen we dit thema louter een persoonlijk gegeven laten zijn? Zijn er, vanuit ethisch standpunt, geen zaken waarvan we met zekerheid kunnen zeggen dat ze niet kunnen (bv. over misbruik zijn we het allemaal eens)? Hoe worden de grenzen dan bepaald en wie doet dit? Debbie Binnen de hulpverleningssector is er steeds meer aandacht voor de hulpverleningsrelatie tussen cliënt en hulpverlener en de nabijheid tussen beiden. Hierbij vraag ik mij echter af hoe mensen uit een andere cultuur deze evolutie ervaren. Ervaren zij dit als positief of druist dit in tegen hun eigen waarden en normen? Dienen we dit als hulpverlener ook niet in rekening te brengen wanneer we weten dat mensen van allochtone origine minder vertegenwoordigd zijn in of moeilijker hun weg vinden naar de hulpverlening. Gedurende het eerste deel van deze taak is mij duidelijk geworden dat het geen evidentie is een zicht te krijgen op een wetgevend kader rond deze thematiek, mede omdat er verschillende bevoegde overheidsinstanties betrokken zijn. Hoe gaan voorzieningen op beleidsniveau met dit thema aan de slag en in hoeverre beroepen zij zich op –al dan niet bestaande– regelgevende en/of adviserende kaders? Welke implicaties heeft dit voor hulpverleners en cliënten wanneer zij de overstap maken naar een andere voorziening? Valerie Is er een verband tussen de soms wel moeilijke zoektocht van hulpverleners naar een balans tussen afstand en nabijheid met cliënten, en de hoge burn-out cijfers in de sociale sector? M.a.w. lopen hulpverleners met een evenwichtige balans tussen afstand en nabijheid met hun cliënten minder risico op een burn-out? Er van uitgaande dat coaching van medewerkers een van de vele aspecten is van de jobinhoud van orthopedagogen. Op welke manier kun je je medewerkers coachen in het vinden van een evenwichtige balans tussen afstand en nabijheid met de cliënten? Zijn er hier theoretische kaders of andere richtlijnen voor? Of behoort dit überhaupt niet tot de taak van de orthopedagoog, en is dit een puur individuele verantwoordelijkheid van de medewerker zelf? Evy We hebben ervoor gekozen om te vertrekken vanuit een aantal theorieën waaronder: de gedragstherapie, gentle teaching en de cliënt- centered therapie. Andere grote stromingen zoals de psychoanalyse - weliswaar ook met een eigen visie op de cliënthulpverlener relatie - worden niet opgenomen. Dit gezien het niet haalbaar is om alle theorieën en stromingen en hun visie op de thematiek te bekijken. Mits we onze keuze voor de besproken theorievormen goed verantwoorden, vindt u dit dan goed? Of vindt u dat wij ook kort enige uitleg moeten geven over andere grote stromingen en hun visie op het topic? Wij hebben ervoor gekozen om een drietal praktijkwerkers vanuit verschillende werkvelden te interviewen. We hebben gepeild naar hun ervaringen met betrekking tot dit thema. Het zou goed zijn indien we ook de cliënt konden bevragen, maar we hebben er bewust voor gekozen om dit niet te doen (omwille van geen vertrouwelijkheid met cliënten en 'zwaar' thema). Om ook hun stem te aanhoren, willen we op zoek gaan naar achterliggende wetenschappelijke literatuur. Vindt u dit een goede manier of zijn er volgens u nog andere manieren om de cliënt te aanhoren? Robbe Afstand en nabijheid is een zeer persoonlijk thema, waar je zowel op ethisch vlak als op theoretisch vlak geen eenduidige antwoordden vindt. Binnen de wetgeving hebben we voorlopig weinig teruggevonden omtrent het thema. Is er vanuit de wetgevende macht iets rond dit thema gedaan? Binnen onze beperkte groep is het al moeilijk om (een aantal) gemeenschappelijke standpunten in te nemen omtrent het thema. Hoe gaat men daarmee om binnen een organisatie? Probeert men tot een gemeenschappelijk standpunt te komen of is dit voor elk individu binnen de organisatie een individuele zoektocht? Sophie Het nemen van stand en nabijheid in de hulpverleningsrelatie is verbonden met/afhankelijk van zoveel (cliënt-, hulpverleners- en contextgebonden) factoren, visies, missies in ieder kwaliteitsboek die stellen wat er al dan niet kan/mag gebeuren binnen een instelling en waar men ongeveer naartoe wil/kan gaan in de hulpverlening, … . Nu vroeg ik mij af of Jessica ons wat meer kan vertellen over de plaats die het debat tussen afstand en nabijheid werkelijk inneemt in het werken binnen een instelling; wat hier specifiek rond gebeurt en welke initiatieven hierrond zijn opgericht. Mijn tweede vraag is eigenlijk heel kort, maar ik vroeg mij of of men in het zoeken naar een 'richtlijn' voor afstand en nabijheid binnen de hulpverlenersrelatie, de werkelijke noden van de cliënt niet uit het oog aan het verliezen is.