Afstand en nabijheid - Orthopedagogische synthese

advertisement
AFSTAND EN NABIJHEID
Groep 11
Orthopedagogische synthese
Groepsleden

Els Beke
Robbe Bleuzé
Stephanie Claus
Valerie Clauwaert
Eva De Haan
Debbie De Neve
Sylvie De Paepe
Sophie Desimpelaere
Laurens Heyde
Evy Popelier
Nicky Vandaele
Casus
Casus uit een interview met P.
 30 jaar
 Maatschappelijk werk en psychologie
 Werkervaringen:
 Psycho-sociale
begeleiding aan kankerpatiënten
 Gezinsbegeleider en opvoeder in CKG
 Therapeut in revalidatiecentrum. (kinderen met ADHD)
Casus


P. heeft nog gewerkt in een ziekenhuis met
kankerpatiënten. Hij gaf deze patiënten psychosociale ondersteuning. Nadat P. daar al een tijdje
weg was en van werk veranderd was, stuurde een
vrouw van een kankerpatiënt hem berichten via
facebook. Deze vrouw had hem op facebook
gevonden en het is zo dat je berichten kan sturen
zonder dat je de persoon moet toevoegen als
'vriend'. Die vrouw heeft de diagnose van borderline
en stuurde hem verschillende berichten telkens ze in
een dal zat. Ze stuurde hem onder meer dat ze
zelfmoord wilde plegen...
Structuur van de presentatie
Gedragstherapie

Keuze van het theoretisch kader:
 Aanvankelijk
idee dat er weinig met afstand en
nabijheid wordt gedaan.
 Uitdaging om naar linken te zoeken
Gedragstherapie

Gedragtherapie als theoretisch kader:
 Beklemtoond
afstand in de relatie
 Focus op observeerbare gedrag
 Gedrag verklaren en aanleren
Gedragstherapie

Toepassing op de casus:
 Niet
ingaan op Facebook-bericht
 Gesprek aangaan tijdens therapeutische sessie
aa
Client – centered aanpak

Keuze van het theoretisch kader:
 Cliënt
centraal in de relatie
 Theorie gaat uit van de beleving van de cliënt
 Cliënt heeft inspraak in afstand en nabijheid
Client – centered aanpak

Client-centered aanpak als theoretisch kader:
 Cliënt
en zijn wensen en noden staat centraal
 Empathie, onvoorwaardelijke acceptatie, echtheid
 Therapeut moet zichzelf zijn
Client – centered aanpak

Toepassing op de casus:
 Ingaan
op de berichten want:
 Cliënt
centraal
 Bericht over zelfmoord
 Aangeven
dat hulpverleningsrelatie werd stopgezet
 Indien mogelijk en nodig: doorverwijzen
aa
Gentle teaching

Keuze van het theoretisch kader:
 Gentle-teaching
als overkoepelend kader waarin
andere kaders perfect geplaatst kunnen worden.
Gentle teaching

Gentle teaching als theoretisch kader:
 Onvoorwaardelijke
en gelijkwaardige attitude
 Gevoel van veiligheid en verbondenheid
 Onderlinge afhankelijkheid als psychologisch
uitgangspunt
 Concreet handelen:
 Bij
de ander willen ZIJN
 Dingen MET de ander willen DOEN
 Dingen VOOR de ander willen doen
 Dingen voor de ANDEREN willen doen
Nabijheid
Afstand
Gentle teaching

Toepassing op de casus:
Zachte psychiatrie
In instellingen die zich baseren op het alternatieve Soteria-concept maakt men geen
gebruik van dwangmaatregelen en krijgen de patiënten lagere doses medicijnen. De
veilige, vertrouwde sfeer, de begripvolle begeleiding door het personeel en de
prikkelarme omgeving zorgen voor emotionele ontspanning. Het personeel staat er altijd,
voor elke cliënt voor een gesprek.
De behandeling in Soteria-klinieken is ongeveer even succesvol als die in conventionele
instellingen, maar in de regel wel duurder en niet voor iedere patiënt geschikt.
Gentle teaching als theoretisch kader krijgt zijn toepassing in de praktijk.
Gelitz, C. (2008). Zachte psychiatrie. Psyche & Brein , 84-89.
Volt:
‘Warre Borghmans bij de bejaarden’
Één van de bewoners geeft aan dat de
persoon die haar ondersteunt als haar
eigen dochter is.  Band tussen
hulpverlener en cliënt
Sociaal-emotioneel functioneren

Keuze van het theoretisch kader:
 Belangrijk
binnen Gentle Teaching
 Afstand en nabijheid:
 In
eerste instantie connotatie met fysieke aspect
 Ook emotionele aspect belangrijk
Sociaal-emotioneel functioneren

SEF als theoretisch kader:
 Observeren
en bepalen van sociale en emotionele
ontwikkeling
 Begeleiding afstemmen op de noden
 beschikbaarheid, responsiviteit, betrouwbaarheid,
continuïteit, voorspelbaarheid, grenzen stellen
Sociaal-emotioneel functioneren

Toepassing op de casus:
 Vrouw
in fase 3 (eerste individuatie)
 Evenwicht autonomie en bescherming van de omgeving
 Nood aan nabijheid van op afstand
 Bij crisissituatie nood aan verhoogde nabijheid om
psychisch bij te tanken
Schoolshootings
De beste manier om geweld te voorkomen is ervoor te zorgen dat mensen relaties
aankopen en onderhouden met personen die een degelijke maatschappelijke positie
bekleden. Deze functionele relaties zijn een bescherming tegen destructieve fantasieën.
Hierin ligt een taak voor de omgeving, school en politiek.
Bij de sociaal-emotionele ontwikkeling komt vanaf de eerste identificatiefase
een grote nadruk te liggen op het oordeel van belangrijke anderen. Naast de
relatie met de begeleiders komt de relatie met anderen op de voorgrond te
staan.
Robertz, F. J. (2009). School Shootings. Psyche & Brein , 74-81.
Klasse: "Potelende leraars“
De machtsverhouding zorgt ervoor dat het voor leerlingen erg moeilijk is het
overschrijdend gedrag aan te klagen, vaak stuit dit op heel wat ongeloof
en wordt geopperd dat de leerling alles fantaseert. De leerkracht zelf is zich niet
eens altijd bewust dat er grenzen overschreden worden en willen het belang van het
kind niet schaden.
Klasse voor Leerkrachten 70, december 1996, p. 30-31
In de sociaal-emotionele ontwikkeling is nabijheid van groot belang. Toch legt men er
de nadruk op deze nabijheid te begrenzen. Te claimend gedrag moet herhaaldelijk
begrensd worden. Een zekere afstandelijke betrokkenheid is aangewezen: een
warme maar eerder zakelijke omgang is op langere termijn voor beide partijen de
aangewezen werkwijze.
Lichamelijkheid

Keuze van het theoretisch kader:
 Binnen
Gentle Teaching nadruk op lichaam als werktuig
 Lichaam als middel in de hulpverlening vaak taboe
 Medische sector
 Lichamelijkheid plaats geven binnen de hulpverlening
Lichamelijkheid

Lichamelijkheid als theoretisch kader:
 Weinig
theorievorming
 Lichaamstaal: afhankelijk van de interpretatie van de
noden gepast reageren
 Leren omgaan met aanraking en intimiteit
 Tegelijk gevaren voor misbruik verminderen
Lichamelijkheid

Toepassing op de casus:
 Concrete
technieken: knuffels, strelingen, high five,
schouderklopje
 Stretching
 Snoezelen of bewegingspedagogiek van Sherborne
lijkt binnen deze casus niet voor de hand liggend.
Krantenartikel: 'Katholieke leraars krijgen 'richtlijnen lichamelijkheid'' (Het Nieuwsblad,
27/09/10)
Kan een leraar zijn leerlingen nog troosten, knuffelen of een stevige schouderklop geven?
Heel wat leerkrachten weten het niet meer. Daarom krijgen ze van het katholieke onderwijs
een handleiding over 'lichamelijkheid met leerlingen'.
Toont duidelijk de angst en het taboe aan die bestaat rond lichamelijkheid. Enerzijds nemen
dergelijke richtlijnen deze angst gedeeltelijk weg. Deze richtlijnen kunnen echter ook tot een
verenging zorgen. Richtlijnen wel te kaderen binnen een poging om gevaar op misbruikt te
verminderen.
Klasse: "Uw schoon kontje"
Over ongewenst seksueel gedrag op school.
Klasse voor Ouders, 01/12/01
De Standaard
Zijn hulpverleners de nieuwe priesters?
zaterdag 13 november 2010
De standaard
Hij noemde het ‘een klein foutje'
SEKSUEEL MISBRUIK DOOR THERAPEUTEN
zaterdag 13 november 2010
Angst door de media in stand gehouden: meldingen over grensoverschrijdend gedrag.
Verdere planning - hiaten




Valkuilen in de theoretische kaders
Rol hulpverlener – ervaringsdeskundige
Dieper ingaan op begeleiding (metafoor van ‘de
draad’)
Discussie rond stellingen
Download