Document

advertisement
KENNEN-KUNNENLIJSTJE ANTROPOLOGIE (MENS ZIJN), HELE HOOFDSTUK
KLAS 6VWO
8.1 Inleiding
8.2 Gedreven door
eros: Plato
8.3 Tussen aanleg
en voltooiing:
Aristoteles
8.4 Een denkend
ding: Descartes
8.5 Het dualisme
omstreden
8.6 Van de troon
gestoten: Darwin
Evolutie en
darwinisme
Wat je moet kunnen bij het tentamen:
- aangeven wat de hoofdvraag van de filosofische
antropologie is.
- aangeven wat mensvisies zijn.
- aangeven wat de condition humaine is.
- aangeven de klassieke definitie van de mens is.
- aangeven wat rede (theoretisch en praktisch), reflexiviteit,
openheid, subject-object-relatie, taligheid en excentrische
positionaliteit inhouden.
- aangeven welke posities er zijn in het nuture-nature-debat.
- aangeven wat de mens als dialogisch wezen inhoudt.
- aangeven wat het menselijk tekort inhoudt.
- aangeven wat Plato's visie op de ziel is.
- aangeven wat eros inhoudt.
- aangeven wat de mens als tussenwezen inhoudt.
- aangeven wat transcenderen inhoudt.
- aangeven in hoeverre Plato een dualist is.
- aangeven wat het verband is tussen dynamis en energeia
- de twee definities van de mens geven
- de leer van de verschillende 'zielen'
- aangeven in hoeverre Aristoteles monist of dualist is.
- aangeven hoe Descartes de verhouding tussen lichaam en
geest ziet.
- aangeven wat Spinoza's parallellisme inhoudt.
- aangeven wat Dennets kritiek op Descartes inhoudt.
- aangeven wat Quine's kritiek op bewustzijn en
intentionaliteit inhoudt.
- aangeven wat Hume's visie op de geest is.
- aangeven hoe Hume de passies ziet.
- de hoofdlijnen van de evolutietheorie aangeven.
- de belangrijkste misvattingen over de evolutietheorie
aangeven.
- aangeven wat de belangrijkste misvattingen over de
evolutietheorie zijn en deze kunnen weerleggen.
- aangeven wie bij de Grieken de belangrijkste voorlopers
van het darwinisme zijn
- aangeven wat de relatie tussen Plato's essentialisme en de
evolutietheorie zijn.
- de belangrijkste filosofische voorlopers van de
evolutietheorie kunnen aangeven.
- aangeven wat het debat tussen creationisme en evolutietheorie inhoudt
- aangeven in hoeverre de evolutietheorie 'slechts' een
wetenschappelijke hypothese is.
- aangeven wat het belang van Poppers falsificatietheorie is
voor dit debat.
8.7 Het nog
onbepaalde dier:
Nietzsche
8.8 Zelfs geen heer
in eigen huis: Freud
- aangeven welke beperkingen Kant en Wittgenstein
opleggen aan metafysische uitspraken.
- aangeven in hoeverre de evolutietheorie het leven toevallig
(zinloos, doelloos) maakt
- aangeven in hoeverre de evolutietheorie de mens van de
aap laat afstammen.
- aangeven hoe de evolutietheorie in strijd is met twee
aannamen van het Godsgeloof
- aangeven wat de intelligent-design-theorie inhoudt
- Nietzsche's visie op de mens geven
- aangeven wat de Übermensch inhoudt
- aangeven wat Freuds visie op het onbewuste is.
- aangeven wat de libido inhoudt.
- aangeven welke delen van de persoonlijkheid Freud
onderscheidt
- aangeven wat Oedipus- en Elektracomplex inhouden.
- aangeven welke psychosociale stadia er zijn.
- aangeven wat Freuds visie op neurosen inhoudt
- aangeven wat Freuds visie op dromen en vergissingen is.
- aangeven welke kritiek op Freud mogelijk is.
Het behaviorisme
- aangeven wat klassiek en operant conditioneren inhouden.
- aangeven wat de relatie tussen stimulus, respons en
bekrachtiging inhoudt.
- aangeven wat de verhouding tussen utopie en distopie is.
- aangeven wat de behavioristische visie op psychotherapie
is.
- aangeven welke kritiek op het behaviorisme mogelijk is.
8.9 het dualisme
- aangeven hoe Heidegger het dualisme wil overwinnen.
voorbij: Heidegger
- aangeven wat er-zijn, Sein-zum-Tode en eigenlijk mens-zijn
inhouden
8.10 De mens is wat
- aangeven hoe de verhouding tussen existentie en essentie
hij van zichzelf
is.
maakt: het
- aangeven wat de verhouding tussen en-soi, pour-soi en de
existentialisme
vrijheid is.
- het verband tussen atheïsme en existentialisme aangeven
- het verband tussen bewustzijn en intentionaliteit aangeven.
8.11 Als een gelaat
- aangeven hoe Foucault het subject ondermijnt.
van zand bij de grens - aangeven wat sociale praktijken inhouden
van de zee: Foucault - aangeven wat een episteme inhoudt.
- aangeven wat de verhouding tussen vrijheid en macht
inhoudt.
- aangeven wat disciplinering en normalisering inhouden
8.12 Gemankeerde
- aangeven dat filosofie vooral een mannenzaak was.
mannen
- aangeven wat masculiene taal inhoudt en wat hiervan de
gevolgen voor de filosofie zijn.
- aangeven wat de 'tweede sekse' inhoudt.
- aangeven wat De Beauvoir's en Irigaray's visie op het
wezen van de vrouw zijn.
- aangeven wat seksisme inhoudt.
- aangeven wat seksuele differentie en geslachtelijke
identiteit inhouden
BEGRIPPEN EN FILOSOFEN
Bij je tentamen moet je
- De standpunten van de onderstaande filosofen kennen.
- De onderstaande begrippen en hun verbanden kennen.
Op de site van de lesmethode (www.hetooogindestorm.nl) zijn per hoofdstuk
uitwerkingen van de woordenlijsten te vinden. Een verbeterde woordenlijst is te
vinden op de site van het Schoter (vakken, filosofie, downloads, 6V, woordenlijst
antropologie).
Vrije meningsvorming, vrijheid van
Filosofen
meningsuiting
Heidegger
Mensbeeld
Plessner
Condition humaine
(Primo Levi)
Herder
Plato
Familiegelijkenis
Aristoteles
Animal rationale
Descartes
Logos – ratio – rede
Berkeley
Praktische rede
Feuerbach
Theoretische reden
Spinoza
Reflexiviteit
Dennett
Openheid
Hume
Intentioneel bewustzijn
Darwin
Objectiveren
Nietzsche
Zelfbewustzijn
Freud
In-de-wereld-zijn
Thomas More
Transcendentie
Pavlov
Subject-objectrelatie
Skinner
Symbool
Heidegger
Positionaliteit
Foucault
Excentrisch
Irigaray
Aangeboren – aangeleerd
Quine
Nature – nurture
Sartre
Physis – nomos
Kierkegaard
Natuurlijk
Husserl
Natuur – wezen
De Beauvoir
Essentialisme
Familiegelijkenissen
Begrippen
Essentia / ousia
Filosofische antropologie
Universaliteit
Gnothi seauton
Tweede natuur
Carpe diem
Dialogisch
Artikel 1 van de Grondwet: nonDescriptief
discriminatie
Menselijke conditie / condition humaine
Psychè
Levend wezen (Plato)
De ziel als gevleugeld tweespan
(Plato)
Ziel
Geest / rede
Ideeën / Vormen
Nous
Eros
Tussenwezen
Paideia
Transcenderen
Dynamis – energeia
Act - potentie
Telos
Entelecheia
Zoion logon echon
Zoion politikon
Teleologisch (en theologisch!)
Onsterfelijk
Eudaimonia
Parallellisme
Dualisme
Monisme
Materialisme
Idealisme
Methodische twijfel
Cogito ergo sum
Pantheïsme
Intentionaliteit
Naturalisme
Scepticisme
Passies
Directe en indirecte passies
Moraliteit
Zelf
Evolutietheorie
Creationisme
Variatie en selectie
Natuurlijke selectie
Lust – onlust
Rationaliteit
Wil tot macht (Wille zur macht)
Übermensch
Onbewuste
Es / id
Ik
Geweten / boven-ik /Über-ich /
superego
Libido
Libido-huishouding
Psychisch apparaat
Verdringing
Sublimatie
Neurose
Rationalisatie
Weerstand
Symptoom
Psychoanalyse
Oedipuscomplex
Elektracomplex
Utopie
Distopie
Behaviorisme
Mentalisme
Klassiek conditioneren
Operant conditioneren
Stimulus
Respons
Bekrachtiging
Zijnswijze
Dasein
Existentialisme (- essentialisme)
Intentionaliteit
Être-pour-soi / être-en-soi
Vrijheid
Solipsisme
Negatie
Sociale praktijk
Episteme
Subject
Normalisering
Disciplinering
Vervreemding
Mauvaise foi
Macht
Masculien
Feministisch
Seksuele differentie
Fallocentrisme
Seksisme
Geslachtelijke taal/cultuur
Download