.Tijdvak 8: Wat je moet kennen en kunnen (februari - maart 2013). inleiding 1. Beeldmerk en titel van het tijdvak kunnen uitleggen. 2. Weten over welke eeuw dit tijdvak gaat 3. De kenmerkende aspecten (zes) van dit tijdvak kunnen noemen en elk aspect kunnen uitleggen. 4. De begrippen in eigen woorden kunnen uitleggen, daarvan een concreet voorbeeld kunnen geven of de betekenis, het belang ervan kunnen aangeven. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 8.1 Verschil tussen nijverheid en industrie opschrijven. Uitleggen dat het gildesysteem voor nieuwe ontwikkelingen grote nadelen had. Veranderingen in de landbouw in de 18e eeuw kunnen aangeven en: Gevolgen van die veranderingen kunnen aangeven én het verband met het ontstaan van de Industriële Revolutie uitleggen Belangrijke uitvindingen noemen die in het begin van de Industriële Revolutie gedaan werden. Weten welke uitvinding de aanzet gaf tot het ontstaan van fabrieken. Vijf oorzaken kunnen noemen voor het ontstaan van de IR in Engeland (zie ook P P) Uitleggen in welke opzichten de maatschappelijke verhoudingen veranderden door de IR/een nieuwe samenleving ontstond. Verschillen weten tussen de agrarische samenleving en de industriële samenleving 8.2 14. Drie belangrijke oorzaken uitleggen voor het ontstaan van het moderne imperialisme. Ook concrete voorbeelden daarvan kunnen geven. 15. Op de kaart aangeven welke Europese landen welke gebieden als kolonie hadden. 16. Gevolgen kunnen noemen van het modern imperialisme voor de landen in Afrika en Azië op gebied van - politiek - Economie - cultuur 17. Weten waarom de westerse landen vonden dat ze andere gebieden konden/mochten overheersen. (= rechtvaardigen van het in bezit nemen van die gebieden) 18. Uitleggen welk beeld Europeanen van zichzelf daardoor kregen. 19. Uitleggen dat door het modern imperialisme het nationalisme in Europa bevorderd werd. 8.3: lees vooral blz 199, op blz 201 Nationalisme en Romantiek en op blz 201 De Frans-Duitse oorlog. 20. Begrip nationalisme uitleggen met de verschillende aspecten. 22. Aan de hand van de kaart van Duitsland (tot 1870) uitleggen waarom er een sterke nationalistische stroming was (zie ook elo en kaart op blz.202). 23. Invloed van de stroming van de Romantiek kunnen aangeven op het nationalisme. 24. Uitleggen dat de Romantiek de standplaatsgebondenheid versterkt, wat betreft het eigen volk en de eigen staat. 25. aangeven dat Frankrijk ongerust was over de positie van Pruisen. 26. Verloop van de Frans-Duitse oorlog aangeven. 27. Gevolgen van de oorlog voor beide landen op politiek en economisch gebied aangeven. 28. uitleggen hoe de machtsverhoudingen in Europa veranderden door deze oorlog en door het modern imperialisme. Bij alle paragrafen: kenmerkende aspecten en het belang van het onderwerp en link met onze tijd benoemen.