Eisen schoolexamen hoofdstuk Pluriforme samenleving 4V Bij het proefwerk moet je Begrippen 1. Cultuur de begrippen op pagina 182 kennen de verbanden tussen deze begrippen kunnen noemen de verschillen en overeenkomsten tussen deze begrippen kunnen noemen de begrippen normen en waarden (pag. 11) kunnen toepassen op cultuur de functies van cultuur kunnen noemen belangrijke cultuurkenmerken kunnen noemen kunnen aangeven hoe mensen cultuur leren door socialisatie – imitatie en identificatie - sociale controle - internalisatie kunnen aangeven welke socialiserende instituties cultuur overdragen en kunnen aangeven welke vier vormen van sancties (maatregelen) er zijn als mensen zich niet gedragen en voorbeelden noemen bij een gegeven voorbeeld kunnen zeggen welk type sanctie er gebruikt wordt en waarom het verschil tussen enculturatie en acculturatie kunnen noemen en herkennen voorbeelden kunnen noemen van aangeboren en aangeleerd gedrag bij een gegeven voorbeeld kunnen aangeven of het gaat om aangeboren of aangeleerd gedrag en waarom kunnen uitleggen waar het nature-nurturedebat over gaat voorbeelden geven van verschillende dominante culturen, subculturen en tegenculturen bij een gegeven voorbeeld kunnen aangeven of het een dominante cultuur, een subcultuur en/of een tegencultuur betreft en waarom 2. Sociale cohesie uitleggen wat wordt bedoeld met ‘mensen zijn sociale wezens’ uitleggen van welke 4 soorten bindingen we kunnen spreken als het gaat om sociale cohesie bij een gegeven voorbeeld het soort binding kunnen herkennen aangeven wat de belangrijkste kenmerken van de Nederlandse cultuur vóór de Tweede Wereldoorlog waren Eisen schoolexamen Pluriforme samenleving 4 vwo 1 3. Veranderingen in de Nederlandse samenleving 4. Toenemende migratie aangeven welke ontwikkelingen na de Tweede Wereldoorlog gezorgd hebben voor de verandering van de Nederlandse cultuur bij gegeven informatie kunnen aantonen bij welke ontwikkeling die hoort kunnen uitleggen dat migratie wordt veroorzaakt door push- en pullfactoren de belangrijkste perioden van migratie kennen en de belangrijkste groepen migranten herkennen kunnen aangeven wat de redenen zijn (geweest) waarom mensen in Nederland zijn komen wonen kunnen aangeven welke nieuwkomers in Nederland worden toegelaten en waarom (= het Nederlandse immigratiebeleid) kunnen aangeven hoe de verschillende politieke partijen aankijken tegen migratie bij een gegeven mening over migratie kunnen aangeven bij welke politieke stroming/partij die mening hoort voor- én nadelen noemen van het Nederlandse immigratiebeleid, zowel t.a.v. het vluchtelingenbeleid als t.a.v. gezinsvorming en gezinshereniging (staat niet in het boek!) 5. Verschillende vormen van samenleven kunnen aangeven welke ‘modellen’ of vormen van samenleven tussen verschillende culturen in een land bestaan voorbeelden kunnen geven van die verschillende vormen bij gegeven informatie de vorm van samenleven kunnen aangeven kunnen aangeven wat het verschil is tussen cultuurrelativisme en universalisme en bij gegeven informatie deze benaderingswijzen kunnen herkennen en benoemen de grote lijnen in het Nederlandse integratiebeleid van na de Tweede Wereldoorlog tot heden kunnen schetsen kunnen uitleggen waardoor er sociale ongelijkheid tussen autochtone en allochtone groepen is ontstaan Eisen schoolexamen Pluriforme samenleving 4 vwo 2 6. Botsende culturen en kunnen aangeven op welke gebieden normen en waarden kunen botsen grondrechten kunnen aangeven hoe verschillende grondrechten kunnen botsen kunnen aangeven waar de grenzen van de persoonlijke vrijheid liggen een eigen mening kunnen formuleren t.a.z. van botsende grondrechten en persoonlijke vrijheid, rekening houdend met de eisen waaraan een goede mening moet voldoen kunnnen uitleggen wat wordt bedoeld met wij-zijdenken en wat de gevolgen daarvan kunnen zijn kunnen aangeven hoe vooroordelen, stereotypen en discriminatie (pag. 19) het samenleven van verschillende culturen moeilijker kan maken 7. Internationale vergelijking: kerk en staat de 4 modellen van de verhouding tussen ‘kerk en staat’ herkennen en benoemen een eigen mening kunnen geven over deze vier modellen, rekening houdend met de eisen waaraan een goede mening moet voldoen 8. De toekomst van de pluriforme samenleving op basis van in §8 genoemde visies een eigen visie ontwikkelen op de toekomst van de pluriforme samenleving. Deze eigen visie of eigen mening voldoet aan de eisen die aan een goede mening worden gesteld Eigen mening bij een gegeven maatschappelijk probleem een beargumenteerde mening kunnen geven over hoe het probleem op te lossen. Een goed beargumenteerde mening - bevat geen feitelijke onjuistheden - is een duidelijke afweging tussen de voor- en tegenargumenten - is duidelijk gebaseerd op een of meerdere waarden Eisen schoolexamen Pluriforme samenleving 4 vwo 3