Booronderzoek/proefsleuvenonderzoek A Zowel PvA's als PvE's worden getoetst door gemeente! Beide opstellen conform KNA. PvA's voor booronderzoeken dienen in ieder geval te bevatten: 1. administratieve gegevens, zie eerder 2. inleiding met beschrijving van de bouwplannen (aard, omvang, diepte) en de gespecificeerde verwachting zoals bepaald a.d.h.v. het vooronderzoek. Indien het PvA al voor uitvoering van het Bureauonderzoek is opgesteld, dient de geldigheid van het PvA opnieuw getoetst te worden door het bevoegd gezag aan de hand van de resultaten van het Bureauonderzoek. 3. Doel- en vraagstellingen, in ieder geval: - Wat is de bodemopbouw? - Zijn er aanwijzingen voor bodemverstoringen? - Zijn in het onderzoeksgebied vindplaatsen aanwezig, en zo ja, wat is de aard, datering, omvang en diepte van de vindplaatsen? - Is behoud van genoemde vindplaatsen mogelijk en zo ja, hoe? - Is vervolgonderzoek nodig? 4. geplande onderzoeksmethode en rapportage Vermelding van: type onderzoek (aangeven of het om verkennend, karterend of waarderend onderzoek gaat), boorsysteem (type grid), aantal boringen, type boor en boordiepte, wijze waarop boringen worden ingemeten (X,Y en Z), verzamelwijze en boorbeschrijving (zie PvA), monsterplan. NB.: - Voorafgaand aan het booronderzoek dient op de onderzoekslocatie een visuele inspectie te worden uitgevoerd, zodat de boorstrategie kan worden afgestemd op aan het maaiveld zichtbare (geologische) verschijnselen. Afhankelijk van de terreingesteldheid dient tijdens het booronderzoek ook een oppervlaktekartering te worden uitgevoerd om oppervlaktevondsten te verzamelen. - De beschreven methode dient de verwachting en de vraagstellingen te kunnen toetsen. - De rapportage van het onderzoek is conform KNA 3.1 en de geldende gemeentelijke richtlijnen (zie hieronder). - Eventuele vondsten en bijbehorende documentatie worden overgedragen aan het Provinciaal Depot van Utrecht. - Indien de resultaten hiertoe aanleiding geven wordt gelijk met de definitieve versie van de rapportage aan de provincie een samenvatting met foto’s geleverd ten behoeve van de Archeologische Kroniek van de provincie Utrecht (Auteursrichtlijnen zijn op te vragen via provinciaal archeoloog). 5. planning 6. kaart met locatie boorpunten, niet-toegankelijke terreinen en nieuwbouw (incl legenda, noordpijl, schaal en coördinaten) NB. titel PvA noemt plangebied, gemeente, type onderzoek (aangeven of het om verkennend, karterend of waarderend onderzoek gaat) en (indien relevant) type en datering vindplaats B Rapport Algemeen - titel noemt plangebied, gemeente, type onderzoek (bij booronderzoek aangeven of het om verkennend, karterend of waarderend onderzoek gaat) en (indien relevant) type en datering vindplaats - pagina's zijn genummerd - voet-/koptekst bevat naam uitvoerder, titel, versienr., datum - alle relevante kaarten worden als afbeelding opgenomen in het rapport in het kader van de toetsbaarheid van het onderzoek - afbeeldingen bevatten de omgrenzing van het plangebied - aanlevering: conceptonderzoeken mogen per email. Bevoegd gezag ontvangt twee papieren rapporten en een digitaal exemplaar (goedkeuring opdrachtgever vragen) voor publicatie op website. Bedrijf dient zelf aan te geven indien rapport vertrouwelijk is. - bij melding in Archis ook vermelden of het bevoegd gezag accoord is gegaan met de aanbevelingen - Let op: alle digitale documentatie dient binnen 2 jaar na afronding van het onderzoek aan e-Depot te worden aangeleverd. Alle vondsten en monsters binnen twee jaar aan het depot van de Provincie Utrecht. - gelijk met de definitieve versie van de rapportage wordt aan de provincie een samenvatting met foto’s geleverd ten behoeve van de Archeologische Kroniek van de provincie Utrecht (Auteursrichtlijnen zijn op te vragen via provinciaal archeoloog). Samenvatting Administratieve gegevens uitvoerder / authorisatie opdrachtgever (naam contactpersoon) bevoegd gezag (naam deskundige) datum uitvoerder en autorisator (met telefoonnr. en emailadres) periode van uitvoering concept/definitief rapport beheerder/plaats onderzoeksdocumentatie ISBN-nr provincie gemeente plaats toponiem 4 coordinatenparen kadastrale gegevens kaartblad oppervlakte plangebied CMA-nr indien van toepassing vrijstellingsprocedure/bouwvergunning/andere RO-procedure onderzoeksmeldingsnummer begrenzing plangebied en inrichting nieuwbouw op topografische kaart; voldoende uitgezoomd dat de ligging herkenbaar is Inleiding beschrijving voorgenomen plan: - toekomstig grondgebruik - omvang en diepte ontgravingen bepaling onderzoeksgebied Doel- en vraagstellingen - beschrijving resultaten bureauonderzoek en gespecificeerde verwachting - vraagstellingen dienen aan te sluiten op de specifieke archeologische verwachting Methode - beschrijving en onderbouwing methode (met verwijzing naar PvA/PvE): Bij booronderzoek: boorsysteem (type grid), aantal boringen, type boor en boordiepte, wijze waarop boringen worden ingemeten (X,Y en Z), verzamelwijze en boorbeschrijving (zie PvA) Bij proefsleuvenonderzoek: Ligging, richting en grootte van de proefputten of sleuven; aantal vlakken. Bij een oppervlaktekartering dient de raaiafstand, de verzamelwijze, wijze van inmeten van vondsten en de vondstzichtbaarheid specifiek vermeld te worden, inclusief motivering en onderbouwing. Bij een oppervlaktekartering dient het oppervlak systematisch onderzocht te worden met een afstand tussen de loopraaien van maximaal 6 meter en mag alleen bij voldoende vondstzichtbaarheid uitgevoerd te worden (een slootkanten- of molshopeninspectie geldt dus niet als voldoende betrouwbare kartering). De voorgestelde methode dient verder te voldoen aan de KNA-specificatie VS02. - Indien relevante hoogteverschillen in het maaiveld verwacht of aangetroffen worden, dient de maaiveldhoogte van de boorpunten of waarnemingen nauwkeurig bepaald te worden door middel van metingen (met waterpas of Total Station), of afgeleid te worden van het AHN. - de methode dient de verwachting en de vraagstellingen te kunnen toetsen. Resultaten - beschrijving en interpretatie van resultaten. Indien een visuele inspectie of een oppervlaktekartering heeft plaatsgevonden: beschrijven vondstzichtbaarheid (opp kartering) en resultaten noemen. Bij ontbreken van sporen en vondsten in proefsleuvenonderzoek verklaring opnemen waarom. - kaart (incl legenda, noordpijl, schaal en coördinaten) met 1. topografische ondergrond 2. de plannen en grens plangebied. 3. locatie boringen/proefsleuven en grens onderzoeksgebied. Aangeven welke boringen indicatoren bevatten of verstoringen, en relevante geologische/bodemkundige eenheden. Aangeven welke delen niet toegankelijk waren. Bij vindplaatsen: aangeven locatie, complextype, datering en diepteligging. Bij proefsleuven alle-sporenkaart. - bij proefsleuvenonderzoek profieltekening(en) - altijd alle boorstaten meeleveren - Indien een waarderend onderzoek is uitgevoerd, dient van iedere vindplaats een waardestelling volgens KNA-specificatie VS06 te zijn opgenomen. Conclusie en advies - samenvatting resultaten, interpretatie en gespecificeerde verwachting - aangeven of behoud door planaanpassing of vervolgonderzoek nodig is. Zo ja, omschrijven welke aanpassingen gedaan dienen te worden of welk type vervolgonderzoek nodig is (met doel- en vraagstellingen) - vervolgonderzoek indien relevant aangeven op kaart - Indien van aangetroffen vindplaatsen geoordeeld wordt dat ze in aanmerking komen voor plaatsing op de AMK, moet daarover een aanbeveling worden opgenomen. - In het rapport dient een zinsnede opgenomen te worden dat over de onderzoeksresultaten en het uitgebrachte advies contact opgenomen dient te worden met het bevoegd gezag - aanbevelingen dienen aan te sluiten bij het beleid van de gemeente. Literatuur verwijzing naar PvA en bureauonderzoek