- Scholieren.com

advertisement
Hoofdstuk 4. De industriële revolutie
Par. 1 Oriëntatie
1. a. Jagen en verzamelen
b. handelen, nijverheid
2a. tonnenmaker, kleermaker, schoenlapper
b. strandwacht, hondentemmer, dolfinarium eigenaar.
3. er waren nog niet echt goeie vervoersmiddelen, de toekomst was dan onzeker.
4.
Voor de industriële revolutie
postkoets
lopen
trekschuit
Door de industriële revolutie
Auto’s
vliegtuigen
hogesnelheidstreinen
5a. straf
b. oorzaak
c. onderdrukker was
6a. de wetenschappelijke kennis was nog niet zo groot.
Instrumenten als de microscoop waren nog niet bekend.
Mensen probeerden een verklaring te vinden voor dingen die ze niet goed begrepen.
b. nee dat snap ik niet.
7a. F, M, F, F, M, M, F
b. mening: het is eng en donker
Feit: het is levensgevaarlijk.
8a. 1650
b. steden groeiden
er zijn spoorlijnen en industriegebieden.
c. in de mijnbouw
in de textielindustrie
in de ijzerindustrie
9a. het ging sneller
b. windmolens, paarden
10. feit: 300.000 mensen aan het werk.
Mening: vieze riool
Download