Afkortingen 9 Inleiding: ‘Duitsland’ en de Duitse filosofie 11 DEEL I KANT EN DE REVOLUTIE IN DE FILOSOFIE 29 1 De revolutie in de filosofie (I): menselijke spontaniteit en de natuurlijke ordening 31 2 De revolutie in de filosofie (II): autonomie en de morele orde 61 3 De revolutie in de filosofie (III): esthetische smaak, teleologie en de wereldorde 85 DEEL II DE REVOLUTIE DUURDE VOORT : DE POSTKAN TIANEN 101 Inleiding: het idealisme en de realiteit van de Franse Revolutie 103 4 1780-1790: de directe postkantiaanse reactie: Jacobi en Reinhold 108 5 1790-1800: Fichte 129 6 1790-1800 na Fichte: de romantische benadering van Kant (I): Hölderlin, Novalis, Schleiermacher en Schlegel 159 7 1795-1809: de romantische benadering van Kant (II): Schelling 207 8 1801-1807: de andere postkantiaan: Jakob Friedrich Fries en het niet-romantisch sentimentalisme 238 DEEL III DE REVOLUTIE VOLTOOID ? HEGEL 253 Inleiding: Duitsland na de revolutie 255 9 Hegels Phanomenologie des Geistes: het postkantianisme in een nieuwe stijl 258 10 Hegels analyse van de geest en de wereld: de Wissenschaft der Logik 291 11 Natuur en geest: het systeem van Hegel 314 DEEL IV DE REVOLUTIE TER DISCUSSIE 359 Inleiding: uitputting en berusting, 1830-1855 361 12 Schellings poging tot herstel: het idealisme opnieuw bekeken 374 13 Kantiaanse paradoxen en moderne wanhoop: Schopenhauer en Kierkegaard 392 Conclusie: de erfenis van het idealisme 419 Literatuur 433 Dankbetuiging 442 Register 443