Geschiedenis 2.2) 1780 Nederland is republiek 1789 Franse revolutie : - Vrijheid (liberte) - Gelijkheid (egalite) - Broederschap (fraternite) 1800 kapitalisme (adam smith) mensen hebben eigen bezit prijs > vraag & aanbod hoofdoel kapitalisme : winst 1790-1815 Napoleon Bonaparte verovert Europa en voert deze principes in. 1815 Napoleon verloor oorlog bij Waterloo Nederland werd Monarchie (liberalisme en kapitalisme) > Koning Willem 1 werd koning Willem 1 zorgt voor : - handel - infrastructuur (kanalen) - industrie - vrijheid (liberaal) Handelaars kregen macht Willem 1 > conservatief, hij was tegen nieuwe ideeen 1830 Crisis, Belgie scheidt van NL 1848 grondwet geschreven door Thorbecke (voorganger Rutte) liberaal 2.3) kooplieden & fabrieken > rijk arbeiders werden uitgebuit 1848 revolutie arbeiders kwamen in opstand! Karl Marx > Duitse Jood Klassestrijd 1. Consentratiefase fabrieken worden groter rijken worden rijker, armen worden armer grote verschillen tussen armen en rijken 2. Verelendung elend > ellende het wordt steeds slechter situatie verslechtert 3. Revolutie arbeiders winnen altijd > bourgeoisie worden uitgeschakeld 4. Dictatuur Proletariaat overgangsfase we doen alles samen (desnoods met geweld) tegenkrachten worden vermoord 5. Communistische heilstaat geen dwang algemeen belang beloning naar behoefte, niet beloning naar prestatie Arbeiders (proletariaat) - uitgebuit weinig stemrecht Handelaren (Bourgeoisie) - rijk veel macht stemrecht