Emotionele problemen en psychische gezondheid bij

advertisement
Emotionele problemen en psychische
gezondheid bij studenten
Prof. Ronny Bruffaerts
Universitair Psychiatrisch Centrum – KU Leuven
Dank aan Philippe Mortier en Glenn Kiekens
Hoger onderwijs is een duurzame
investering voor individu en maatschappij
 Opportuniteiten
 Veranderingen/uitdaging (persoonlijk, sociaal, intellectueel)
 Verdere ontwikkeling en consolidering van jongvolwassenheid
 ° psychologische patronen om stap te zetten in de volwassenheid
 Negatieve aspecten
 Suïciderisico ↗
 Psychische stoornissen ↗
Centers for Disease Control, 2011
Voorkomen van psychische stoornissen in de
Belgische algemene bevolking
12 m
lifetime
prevalentie
lifetime
risico
Minstens één stoornis
11%
28%
37%
Depressie
Angststoornis
Alcoholgerelateerde stoornis
Impulscontrolestoornis
8%
6%
2%
2%
15%
13%
8%
5%
23%
16%
11%
5%
Comorbiditeit
7%
13%
18%
Baruffol & Thilmany, 1993; Ansseau et al., 1999; Demyttenaere et al., 2004; Kittel et al., 1997; Bietlot et al., 2000;
Bonnewyn et al., 2007; Bruffaerts et al., 2004; 2008; 2014
‘Kritische leeftijdsperiode’
Stoornis
Impulscontrolestoornissen
Angststoornissen
Middelgebonden stoornissen
Depressie
Bruffaerts et al., 2008; Bonnewyn et al., 2007
Gemiddelde
aanvangsleeftijd
75% ontwikkelt
tussen
9 jaar
14 jaar
23 jaar
38 jaar
7-15 jaar
7-34 jaar
20-31 jaar
26-49 jaar
¾ psychische stoornissen
ontstaat vóór de leeftijd van 24
jaar
En aan de universiteit
(en de hogeschool)?
Risico op psychische stoornissen bij
studenten (12 maanden)






Angststoornis
8-9%
Depressieve stoornis
10-21%
Zelfbeschadigingsstoornis
~1%
Eetstoornis
11-13%
ADHD
1-8%
Alcoholstoornis
3-30%
 75% neemt ook andere middelen
~1/7, méér dan gemiddelde
in de algemene populatie
Alonso et al., 2004; Jackson, 2009; Bailer et al., 2008; Slutske, 2005; McCabe et al., 2007; Blanco et al., 2008;
Rosiers et al., 2011; Mortier et al., 2015; Kiekens et al., in revision; Wilcox et al., 2012; Eisenberg et al., 2011
En de KU Leuven ?
5/100
ernstige
problemen
~2,000 studenten
10/100
mild-matige problemen
~4,000 studenten
25/100
weinig-milde problemen
~10,000 studenten
60/100
geen emotionele problemen
~24,000 studenten
Angst en depressie komen aan de KUL even vaak voor als in internationale onderzoeken;
middelgebonden stoornissen (16%) en suïcidaliteit minder vaak (0.2-5%).
Suïcidaliteit bij eerstejaarsstudenten:
frequent …
ooit
18.0%
12m
12.9%
7.0%
6.7%
5.0%
2.9%
1.4%
Doodswens
Mortier et al., in revision
Ideatie
Plan
0.2%
Poging
… en persistent
1ste jaar
Niet
suïcidaal
suïcidaal
Mortier et al., in revision
2de jaar
96%
79%
Niet
suïcidaal
suïcidaal
3de jaar
95%
75%
Niet
suïcidaal
suïcidaal
Risicogroepen voor
suïcidaliteit
Psychische
stoornis
x5
Suïcidaliteit
Nock et al., 2012; 2008
Sociodemografische
profielen
Stressoren
laatste jaar
Vroegkinderlijk
trauma
Risicogroepen voor
psychische stoornissen en
suïcidaliteit
Psychische
stoornis
x5
Suïcidaliteit
Parentale
psychopathologie
Somatische
pathologie
Wang et al., 2015; Bruffaerts et al., 2014
Studentspecifieke risicofactoren voor
suïcidaliteit
7
6
5.8
5
4
 Model gaat ook op voor de student
3
2
 Specifieke factoren

>18 in eerste jaar; moeilijke financiële
situatie van de ouders; nietheteroseksuele geaardheid
 Connectedness met medestudenten,
school/universiteit en thuis
1
0
2.4
2.3
1.8
1.8
12 maanden hulpzoekgedrag bij studenten
40
35
Algemeen ~1/5 zoekt hulp
34
Algemene
bevolking
30
26
25
20
16
15
16
15
10
5
5
0
Alonso et al., 2004; Jackson, 2009; Bailer et al., 2008; Slutske, 2005; McCabe et al., 2007; Blanco et al., 2008;
Rosiers et al., 2011; Mortier et al., 2015; in preparation
Attitudes ten aanzien van suïcidaliteit
(en hulpverlening)
 Geen probleem !

1/5 vindt dat er geen probleem is na een suïcidepoging, 1/3 na suïcideplannen, ½ vindt
dat er geen probleem is bij suïcide-ideatie of zelfverwondend gedrag
 Specifieke cognities

“Geen probleem”, “het gaat wel over”
persistentie ernstige emotionele problemen
 Subjectieve beleving niet in lijn met wat de data ons vertellen
Dus …
 Het slechte nieuws
 ‘Treatment gap’ bestaat ook / is nog sterker in hoger onderwijs
 “Geen probleem” belangrijkste reden om geen hulp te zoeken
 Het minder slechte nieuws: kans op behandeling stijgt bij
 Ernstiger emotionele problemen
 Studenten die verder in de loopbaan zitten (1ste ma > 2de bach > 1ste bach)
 Jongere cohorten (2014-2015 > 2013-2014 > 2012-2013)
Que faire ?
 Behandeling & preventie & promotie
 Behandeling voor diegenen die het nodig hebben
 Niet iedereen met een emotioneel probleem moet in behandeling ...
 Preventie voor diegenen die het nodig hebben
 Preventieve campagnes op zich werken niét
 Promotie voor diegenen die het nodig hebben
 Versterken van datgene dat al goed loopt
Kritisch ten aanzien van suïcidepreventie
Vanuit preventief oogpunt…
 Suicide kan niét worden voorspeld

Geen correlatie tussen suïcide-ideatie en suïcide … (R²~9%)
 Weinig hard facts dat preventie werkt

Veelheid aan initiatieven staan niet in verhouding tot daling van suïcidaliteit
 Probleem van beperkte gezondheidswinst

Hoeveel % van doodswens, ideatie, plannen en pogingen zijn toe te schrijven aan risicodomeinen?
Maximale gezondheidswinst
=
Gemiddeld 37%
Lukaschek et al., 2015; Bruffaerts et al., 2015
Wat werkt dan wel in preventie ?
• “...a large number of people at small risk may
give rise to more cases of disease than a
small number who are at high risk”
(Rose, 1993)
• Behandel suïcidaliteit in een breder perspectief
• Behandel waar nodig
• Algemeen welzijn van een populatie
• Reduceer kwetsbaarheid op populatieniveau
• Persoonswording & sterktes
• Connectedness & coping
• Geen strikt onderscheid tussen pathologie
en normaliteit
Siu Fai Yip et al., 2014
En hoe dan ?
 Educational campaigns for everyone
 Curriculum-based programs for those at risk
 Gatekeeping for those with symptoms
 Treatment for those with disorders
Attitude change
Leadership
Lead by example
Sustainable
Kellam & Langevin, 2003; Knox et al., 2012; 2014
Suïcidepreventie is een package-deal
Australië
Finland
Zweden
Noorwegen
VS
Upanne, 1999; Mitchell, 2000; Taylor, 1997; United Nation, 2012; Knox et al., 2014
 Emotionele problemen zijn frequent en persistent
 Er wordt vaak geen hulp gezocht omdat “het geen
probleem” is of “omdat het al over is” (terwijl het dit
wellicht niet is)
 Het inzetten op een duurzame daling kán, mits
respect voor de voorwaarden van de interventie :
 Informatie, scholen & universiteiten, gatekeeping, behandeling
Download