7. Crimineel gedrag: oorzaken en bestrijding Deelvragen: * Hoe ontstaat crimineel gedrag? * Wat zijn de gevolgen van crimineel gedrag? * Hoe kunnen we criminaliteit het beste bestrijden? Gevoelens van onveiligheid - Gem. 1:4 Nederlanders heeft last van geweld, diefstal en vernielingen en andere veelvoorkomende delicten. - 1:7 Nederlanders heeft wel eens een winkeldiefstal gepleegd en 1:5 heeft wel eens gevochten. Bij jongeren is dit percentage nog een stuk hoger. - Nederlanders zien criminaliteit dan ook als een van de grootste maatschappelijke problemen. - De gevoelens van onveiligheid worden versterkt door de ruime aandacht in de media voor (de dreiging van) terroristische aanslagen, liquidaties in de onderwereld en zinloos geweld. - Is Nederland echt onveilig? Wat zeggen de cijfers - De angst voor criminaliteit is deels terecht als we naar de cijfers van de politie en het CBS kijken. (meer geweldsmisdrijven, meer straatroven, etc.) - Toch stijgt niet alle criminaliteit. Het aantal inbraken is teruggelopen, vooral omdat huizen steeds beter zijn beveiligd. Ook het aantal slachtoffers van moord en doodslag ligt lager dan veel mensen denken en betreft bovendien vaak familiedrama’s en criminele afrekeningen. De kans op een dodelijk verkeersongeluk is nog steeds veel groter. - Met name bij veelvoorkomende delicten als zakkenrollerij en mishandeling zijn de werkelijke aantallen moeilijk vast te stellen, omdat veel mensen geen aangifte doen. Ze gaan ervan uit dat de dader toch niet wordt gepakt of ze willen simpelweg geen aangifte doen, zoals bij incest en huiselijk geweld tegen vrouwen. Voor een completer beeld houdt het CBS daarom zogenaamde slachtofferenquêtes onder de bevolking. Het CBS vraagt de mensen dan of ze het afgelopen jaar slachtoffer zijn geweest van criminaliteit. Hoe wordt crimineel gedrag veroorzaakt - Voor crimineel gedrag bestaan maatschappelijke oorzaken, waarvan we er een aantal noemen. - Geweldsmisdrijven zijn onder meer toegenomen doordat meer mensen uitgaan en daarbij alcohol gebruiken. Alcohol bevordert agressie en criminaliteit. - Sociale controle in de samenleving is afgenomen, waardoor de pakkans voor veel delicten kleiner is geworden. - Crimineel gedrag wordt bevorderd als met name jongeren maatschappelijk gezien te weinig perspectieven hebben: geen (afgeronde) schoolopleiding en daardoor weinig kans op een baan. - Naast maatschappelijke oorzaken zijn er ook persoonlijke oorzaken: bestaat er zoiets als een crimineel karakter, of zijn er persoonskenmerken waardoor de een eerder crimineel wordt dan de ander? etc. 1 Aanpak van criminaliteit - Om criminaliteit tegen te gaan voert de overheid een tweesporenbeleid. * Preventieve maatregelen zijn gericht op het voorkomen van crimineel gedrag. * Bij repressieve maatregelen gaat het om strengere bestraffing. - Repressie en preventie sluiten elkaar niet uit, maar vullen elkaar juist aan! Maatschappelijke gevolgen - Criminaliteit heeft veel maatschappelijke gevolgen. - Materiële schade > schade in euro’s > door gevolg van fysiek letsel, vernieling etc. - Veel schade, zoals de gevolgen van milieucriminaliteit, kunnen we pas over jaren bekennen. - Immateriële gevolgen > zoals gevoelens van onveiligheid en vermijdingsgedrag (bijv. ’s avonds niet meer de straat op durven), psychosomatische problemen (bijv. angst, slaap- en concentratieproblemen) en de aantasting van het rechtsgevoel van mensen. Wat vinden politieke partijen - Vanwege deze maatschappelijke gevolgen beschouwen politici criminaliteit als een bedreiging van de rechtsorde. De laatste jaren is er daarom meer politie gekomen, zijn er meer cellen bijgebouwd, zijn de straffen verhoogd, etc. - Toch blijft de criminaliteit een belangrijk thema voor alle politieke partijen. - Van oudsher leggen de linkse partijen de nadruk op de maatschappelijke oorzaken van criminaliteit en benadrukken de rechtse partijen meer de eigen verantwoordelijkheid van de individuele dader voor zijn gedrag. - Standpunten: * CDA: ziet een oplossing op het terrein van normen en waarden, zoals het bevorderen van onderling respect en het tegengaan van onverschilligheid; preventief; duidelijkheid in normen en straffen is noodzakelijk. * PvdA: harde aanpak van overlast en criminaliteit; ook preventief te werk gaan; ouders vn probleemjongeren moeten erop aangesproken worden als ze tekortschieten; wijkagent terug in de wijk. * SP: voorstander van een lokale aanpak; pleit voor sterkere binding van de politie met de gemeenten waarin zij werken. * VVD: voorstander van meer politie; wil hogere gevangenisstraffen, die bovendien meteen na de veroordeling van daders moeten ingaan; gebruik maken van meerpersoonscellen om gevangenissen te ontlasten; vrijlating op borgtocht; taakstraffen moeten langer en zwaarder worden. Theorieën Biologische theorieën - Word je als misdadiger geboren, of word je tot misdadiger gemaakt? - De Italiaanse gevangenisarts Lombroso (1835-1909) deed schedelonderzoek bij gevangenen en concludeerde dat je criminelen kon herkennen aan bepaalde kenmerken. (doorlopende wenkbrauwen, etc.) - Hij werd echter niet als wetenschapper beschouwd. 2 - Tegenwoordig probeert de sociobiologie het sociale gedrag van mensen uit biologische factoren te verklaren. Daarbij ligt de nadruk op neurologische en hormonale processen. De bindingstheorie - Volgens de criminoloog Hirschi (1960, ‘Causes of Delinquency’) is ieder mens voor een deel tot het slechte geneigd, in iedereen schuilt een ‘misdadiger’. - De meesten van ons gedragen zich echter netjes, omdat zij bindingen hebben die ze niet zomaar op het spel zetten: je banden met familie en vrienden, etc. - Deze vormen als het waren een rem op de criminele neigingen die iedereen heeft. - Pas wanneer deze bindingen ontbreken, zijn mensen eerder geneigd tot onmaatschappelijk en crimineel gedrag. - In zijn bindingstheorie benadrukt Hirschi het belang van sociale controle om maatschappelijke bindingen te versterken. De aangeleerd-gedragtheorie - De Amerikaanse sociobioloog Sutherland deed in de jaren dertig onderzoek in achterstandswijken van Chicago. - Volgens hem wordt crimineel gedrag aangeleerd. - Wanneer jongeren intensief contact hebben met anderen die al crimineel zijn, is de kans groot dat zij ook crimineel worden. Het gezin, de buurt en de vriendengroep zijn hierbij bepalend. - De aangeleerd-gedragtheorie verklaart hoe crimineel gedrag van de ene op de andere persoon wordt doorgegeven. De persoonlijkheidstheorie - Volgens Sigmund Freud, (1856-1939) de grondlegger van de psychoanalyse, is er een verband tussen crimineel gedrag van volwassenen en hun ervaringen tijdens de kindsfase. - Freud gaat ervan uit dat elke persoonlijkheid is opgebouwd uit drie delen: het id, ego en superego. * Het id is het onderbewuste en bevat instinctieve driften als seks en agressiviteit. * Het ego is het bewuste deel dat de overhand krijgt als we ‘volwassen’ worden. * Het superego is het geweten, de ‘innerlijke beoordelaar’, waardoor we gevoelens van schuld en schaamte hebben. - Wanneer de balans tussen deze drie delen verstoord raakt, kan dit volgens Freud tot afwijken of crimineel gedrag leiden. De anomietheorie - De socioloog Merton (1910-2003) zegt dat criminaliteit optreedt als mensen er niet in slagen hun levensdoelen te bereiken. - Zo zien sommige mensen dat hun kansen in de samenleving worden beperkt door hun afkomst of omdat zij geen diploma hebben bepaald. - Sommigen zullen hun doel bijstellen: dan maar geen mooi koophuis of nieuwe auto. - Anderen gebruiken illegale of strafbare middelen (anomie = niet volgens de wet) als inbraak, fraude en drugshandel om toch de gewenste welvaart te krijgen. 3