Romeinse cijfers

advertisement
Romeinse cijfers
Romeinse cijfers werden tot in de 14e eeuw
nog veel toegepast. Daarna is men veelal
overgegaan op het gebruik van Arabische
cijfers (0, 1, 2, 3….).
Toch worden nog altijd door veel artsen
Romeinse cijfers gebruikt om hoeveelheden
op een recept aan te geven. Je komt dus
nog regelmatig een recept tegen met
Romeinse cijfers. Het is daarom van belang
dat je deze als apothekersassistent goed
kent.
In deze oefening leer je omgaan met deze
cijfers. Je zult zien dat deze op een volledig
andere manier genoteerd worden dan onze
‘eigen’ cijfers.
In onderstaande tabel zie je de betekenis
van de symbolen:
Romeins cijfer
Arabisch cijfer
I
1
V
5
X
10
L
50
C
100
D
500
M
1000
Tabel 1. Betekenis van de Romeinse cijfers
Opdracht 1.
Schrijf in gewone ‘Arabische getallen’. Probeer dit te doen zonder gebruik te maken van
de tabel op de vorige pagina.
a. L
e. D
b. X
f. V
c. M
g. C
d. I
Getallen bij elkaar optellen
Bij Romeinse cijfers komt er ook heel wat rekenwerk aan te pas.
Regel 1 gaat over optellen bij het ‘ontcijferen’ van Romeinse cijfers:
 Als een kleiner symbool ná een groter symbool staat, dan wordt het kleine
symbool bij het grote symbool opgeteld.
 XI = 10 + 1 = 11
 LX = 50 + 10 = 60
 DC = 500 + 100 = 600
 Ook als twee symbolen gelijk aan elkaar zijn mag je deze bij elkaar optellen.
 CC = 100 + 100 = 200

 Let op: Elk symbool mag niet vaker dan 3 keer gebruikt worden.
 XII = 10 + 2 = 12
 XIII = 10 + 3 = 13
 XIIII = dit mag dus niet, het symbool I komt 4 keer voor!
Opdracht 2.
Schrijf in gewone ‘Arabische getallen’.
a. LXX
e. MM
b. CX
f. MC
c. DV
g. CL
d. VIII
h. XX
Meijer,I.B.M.
2
Getallen van elkaar aftrekken
 Als een kleiner symbool vóór een groter symbool staat wordt het kleine
symbool van het grote afgetrokken.
 IX = 10 – 1 = 9
 XL = 50 – 10 = 40
 Let op: dit geldt alleen bij 4, 9, 40, 90, 400 etc.
Opdracht 3
Schrijf in gewone ‘Arabische getallen’.
a. XL
b. XC
c. CD
d. IV
Meer tips bij Romeinse cijfers:




Kijk naar de cijfers van groot naar klein. Dus eerst de duizendtallen, dan de
honderdtallen en dan de eenheden.
 MCI = 1000 + 100 + 1 = 1101
 XVI = 10 +5 + 1 = 16
 CXCIX = (100 + (100 – 10) + (10 - 1) = 100 + 90 + 9 = 199
o En je schrijft het dus niet als CIC (100 + (100 – 1)
Elk symbool mag je niet vaker dan 3 keer gebruikt worden.
De symbolen L en D mogen nooit vaker dan één keer gebruikt worden.
De symbolen D en M komen op recepten eigenlijk niet voor.
Meijer,I.B.M.
3
I
1
II
2
III
3
IV
4
V
5
VI
6
VII
7
VIII
8
IX
9
X
10
XX
20
XXX
30
XL
40
L
50
LX
60
LXX
70
LXXX
80
XC
90
C
100
D
500
M
1000
Tabel 2. Overzicht Romeinse cijfers
Opdracht 4.
Schrijf de volgende getallen in ‘gewone’ Arabische getallen
a.
XVI
b. XXV
c.
XLVIII
d. DCVIII
e.
CCCXXXV
f.
CLXXVII
g.
LXXXVII
Meijer,I.B.M.
4
Opdracht 5.
Schrijf in gewone ‘Arabische’ getallen
a.
b.
c.
d.
e.
XXXI =
XVIII =
VII =
XVI =
LXXVI =
f. CCXXI =
g. DCXVI =
h. MMCV =
i. MCL =
j. MMMDC =
k. CCXXXI =
l. MCCXII =
m. DXXXII =
n. CCXXI =
o. LXVII =
Opdracht 6.
Schrijf volgende Romeinse cijfers voluit in letters in onderstaande puzzel.
1.
2.
3.
LXX
X
XX
4.
5.
6.
XVI
XC
XL
7.
8.
9.
XXX
XV
L
10.
11.
12.
XXX
M
IXX
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Meijer,I.B.M.
5
Meijer,I.B.M.
6
Download