2.3 Het Romeinse RIjk 1 2 3 4 5 6 7 9 10 11 12 13 14 15 16 18 17 8 Across Down 3. Bestuurder van de Romeinse republiek, gekozen door de senaat 5. Hiervoor is 'proles' het Romeinse woord 7. Hij veroverde Gallië en werd dictator van het Romeinse Rijk 11. Latijnse woord voor ´arme mensen´ 14. Deze rivier stroomt langs Rome 15. De onderste laag van de samenleving 16. Romeinse soldaat 17. De broer van Romulus 18. Hoogste titel voor een Romeinse vorst 1. Dit volk maakte van Rome een stadstaat 2. Raad van oudsten 4. Latijnse woord voor ‘mensen van het volk’ 6. Een land zonder koning maar met een gekozen bestuur. 8. Het salaris van een legionair 9. Na de dood van Julius Ceasar won hij de burgeroorlog en gaf hij de macht terug aan het senaat 10. Bestuurder van een Romeinse provincie 11. Latijnse woord voor rijke edelen 12. Iemand die lid is van de senaat 13. Zij hebben Remus en Romulus opgevoed 16. Dit volk waren de eerste bewoners van Rome