Getalstelsel in het oude Rome (ca

advertisement
Het talstelsel in het oude Rome (ca. 500 v. Chr)
Romeinse cijfers kom je nog wel tegen in jaartallen. Tot in de vijftiende eeuw werden
ze in West-Europa gebruikt om mee te rekenen. Daarbij werden de volgende
symbolen gebruikt.
I
voor 1
X
voor 10
C
voor 100
M
voor 1000
Om de verschillende getallen te kunnen noteren werden die symbolen gewoon achter
elkaar geplaatst - gelijke symbolen bij elkaar en van hoog naar laag gegroepeerd.
Voorbeelden:
III = 3
XII = 12
XXXXXXII = 62
CCXXXXXIIIIIII = 257
Optellen van twee getallen in Romeinse cijfers is eenvoudigweg een kwestie van bij
elkaar voegen van dezelfde symbolen en eventuele groepjes van tien vervangen door
het symbool van een categorie hoger. Zoals bijvoorbeeld in de optelling van 376 en
635:
CCCXXXXXXIIIIII + CCCCCCXXXIIIII =
CCCCCCCCC XXXXXXXXXX IIIIIIIIII I
CCCCCCCCC XXXXXXXXXX X I
CCCCCCCCC C X I
MXI
Voor de notatie van het uiteindelijke resultaat bestond de mogelijkheid om een paar
handige verkortingen te gebruiken. Zo werden bijvoorbeeld ook de tekens V voor 5, L
voor 50 en D voor 500 gebruikt en was ook IX (de I vóór de X) voor 9 toegestaan.
Die verkortingen zitten bij het rekenwerk echter alleen maar in de weg.
Merk op dat als je hogere getallen wilt gebruiken dan 9999 er weer nieuwe symbolen
moeten worden bedacht. In wezen zit het rekenstelsel niet zo ver af van gewoon
turven (alleen maar streepjes zetten). Het is slim om extra symbolen te introduceren
bij dat turven; daaruit bestaat het extra's van het Romeinse stelsel ten opzichte van
gewoon turven. Een vergelijkbaar rekenstelsel bestond trouwens ook al in het oude
Egypte.
Terug naar Babylonië
Download