- Scholieren.com

advertisement
Biologie 6
Doelstelling 1
Wat is een zintuig?
Wat zijn prikkels?
Zintuigcel
Impuls
Een orgaan dat reageert op prikkels.
Een invloed uit het milieu (omgeving ) op het organisme.
Wat gebeurt er als je zintuigcellen prikkels opvangen?
Er ontstaan in de zintuigcellen impulsen .
Wat zijn impulsen?
Dit zijn elektrische signalen (seintjes) die door de zenuwen naar de
hersenen worden geleid.
Wat doen de hersenen met deze impulsen? Noem een voorbeeld
hiervan.
De hersenen verwerken deze tot een reactie van het lichaam.
Voorbeeld: Je hebt word net wakker. Je doet het raam open en de zon schijnt fel in je ogen (prikkel- De prikkel
veroorzaakt een impuls, deze komt aan bij de zintuigcel, deze stuurt het door naar de hersenen). Je knijpt je ogen tot
spleetjes (reactie van het lichaam).
Wat is een adequate prikkel? Noem een voorbeeld.
Dat is een prikkel waar een zintuigcel speciaal gevoelig is. Voorbeeld: Geluid is een adequate prikkel voor de oren.
Wat is de drempelwaarde?
Dat is de minimale hoeveelheid sterkte van een prikkel die effect heeft.
Wat is gewenning?
Wanneer een prikkel enige tijd aanhoudt, ontstaan in de zintuigcellen minder impulsen.
Wat beïnvloedt de drempelwaarde?
De motivatie van een prikkel.
Gezichtszintuigen
Gehoorzintuigen
Evenwichtszintuigen
Reukzintuig
Smaakzintuig
Warmtezintuigen
Koudezintuigen
Drukzintuigen
Tastzintuigen
Ligging
In de ogen
In de oren
In de oren
In de neus
In de tong
In de huid
In de huid
In de huid
In de huid
Adequate prikkel
Licht
Geluid
Zwaartekracht
Geur
Smaak
Warmte
Koude
Druk
Lichte aanraking
Doelstelling 2
Benoem hier de delen van de huid en de onderhuidse bindweefsel.
haarspiertje
haarzakje
onderhuidse bindweefsel
Waar bestaat de hoornlaag uit? Wat zijn de drie taken van de hoornlaag?
Dode, verhoornde celresten. 1) Bescherming tegen beschadiging 2) Uitdroging 3) Ziekteverwekkers/bacteriën.
Waar bestaat de kiemlaag uit? Wat doet de kiemlaag?
Levende cellen. Deze laag deelt zich voortdurend. Hierdoor wordt steeds de afslijtende hoornlaag aangevuld.
Wat doet talg?
Het houdt de haren en hoornlaag soepel.
Welke zes ‘dingen’ bevat de lederhuid?
Het bevat 1)Zintuigen 2) Zenuwen 3) Pijnpunten 4) Haarspiertjes 5) Bloedvaten 6) Zweetklieren.
Wat nemen pijnpunten waar? Waar bevinden zij zich op het lichaam?
Zij nemen pijn waar. Ze komen overal in het lichaam voor.
Wat produceren zweetklieren? Hoe zorgt dit voor verkoeling?
Zweet. Samen met vocht wordt de warmte via de zweetkliertjes naar het huidopp. gepompt. Als de ‘warme’ vocht
verdampt, ‘verdampt’ de warmte ook.
Wat ligt opgeslagen in het onderhuids bindweefsel? Welke twee taken heeft het?
Vet. Het dient als reservevoedsel en heeft een warmte-isolerende werking.
Doelstelling 3
Wat moet je doen bij een grote wond?
Naar de dokter gaan.
Hoe moet je een kleine wond behandelen in drie stappen?
1) Is de wond vuil dan moet je het wegspoelen met schoon water.
2) Ontsmetten met een ontsmettingsmiddel.
3) Een pleister of verbandje op doen.
Wat moet je doen bij een brandwonden?
Direct onder lauw, stromend water houden.
Wat moet je doen als je een bijtende of giftige stof op de huid hebt gekregen in twee stappen?
1) Direct onder koud, stromend water houden.
2) Een dokter bellen.
Wat kan er ontstaan na een grote wond?
Een litteken.
Doelstelling 4
Waar in de tong liggen smaakknopjes?
In de zijkant van de groefjes in de tong.
Voor welke vier smaken zijn er aparte smaakknopjes?
Zout, zoet, zuur & bitter.
Waarom kun je toch andere smaken proeven terwijl je maar vier verschillende smaakknopjes in de tong hebt?
Het proeven van alle andere smaken komen tot stand doordat het reukzintuig dan geuren verneemt.
Doelstelling 5
Benoem de delen van het oor.
Aambeeld
Hamer
Stijgbeugel
Vlies (venster)
Evenwichtszintuig
Wat doet de oorschelp?
Deze vangt geluiden op.
Wat zijn geluiden? Hoe komt het dat geluiden verschillende klanken kan hebben? Hoe komt het je harde geluiden
beter hoort dan zachte geluiden? Leg dit uit met een voorbeeld.
Dit zijn trillingen in de lucht. Bij hoge klanken trilt de lucht snel en bij lage klanken trilt de lucht langzaam. Harde
geluiden hebben een harde uitslag en zachte geluiden hebben een zachte uitslag. Voorbeeld: Stel je eens voor dat
het geluid een drumstok is en je trommelvlies (want hier vang je de trillingen mee op om te kunnen horen) een
trommel is. Als je hard op de trommel slaat hoor je een harde slag, als je zacht op de trommel slaat hoor je een heel
zacht, zwak geluid.
Wat doet de gehoorgang?
Die geleidt de geluiden naar het trommelvlies.
Waar zorgen oorsmeerkliertjes voor?
Zij produceren oorsmeer dat het trommelvlies soepel houdt.
Wat is de trommelholte?
Dat is een ruimte achter het trommelvlies, gevuld met lucht.
Noem de 3 gehoorbeentjes. Wat doen deze?
De 1) Hamer 2) Aambeeld 3) Stijgbeugel geven de trillingen van het trommelvlies door aan het vlies in het
slakkenhuis.
Wat bevat het slakkenhuis? Wat gebeurt er hiermee onder invloed van trillingen?
Een vloeistof en zintuigcellen. Er ontstaan hier impulsen.
Wat verbindt ‘de buis van Eustachius’? Wat gebeurt er bij slikken of gapen?
De trommelholte met de keelholte. De buis opnet zich en zo kan de luchtdruk aan beide zijden van het trommelvlies
gelijk blijven.
Doelstelling 6
Benoem de delen van het oog.
straalvormig
lichaam
Waar zorgen de 1) wenkbrauwen 2) wimpers 3) traanklieren 4) traanvocht 5) oogleden 6) traanbuizen voor?
1)
2)
3)
4)
5)
6)
Zorgen ervoor dat het zweet langs de ogen loopt en niet erin.
Beschermen de ogen tegen vuil en tegen te fel licht.
Produceren traanvocht.
Beschermt de ogen tegen en uitdroging en spoelt kleine stofjes en prikkelende stoffen weg.
Verspreiden traanvocht over de ogen
Hierdoor wordt overtollig traanvocht afgevoerd naar de neusholte.
Download