De huid De huid bestaat uit 3 grote delen: ◦ De opperhuid ◦ De lederhuid ◦ Het onderhuidse bindweefsel De opperhuid bestaat uit 2 delen: De hoornlaag : bestaat uit afgestorven cellen. Ze beschermt ons tegen uitdroging en bacteriën. De huid schilfert af, zodat de bacteriën verdwijnen. De kiemlaag: hier ontstaan kleurstofkorrels als onze huid sterk belicht wordt. Hierdoor worden we bruin. De kiemlaag vult de hoornlaag steeds weer aan. In de kiemlaag en hoornlaag komen GEEN bloedvaten of zenuwen voor. Zo kunnen de bacteriën niet naar het bloed en doet het geen pijn wanneer de huid afschilfert. In deze laag bevinden zich: Zweetklieren: Onderaan opgewonden tot een kluwentje Eindigt in een porie: hierdoor kan het zweet naar buiten. Per dag ongeveer 0,5 tot 1 liter zweet. (warm weer:+2 liter ) Door verdamping van zweet koelt je lichaam af. Bloedvaten en zenuwen met bovenaan een gevoelslichaampje Haren: De haren liggen in een haarzakje. Aan een zakje zitten kleine spiertjes die bij afkoeling samentrekken en het haartje oprichten. (kippenvel) Vetklieren: Monden uit in een haarzakje en scheiden een soort vetstof af die huid en haren soepel houdt. Hoofdzakelijk opgebouwd uit vetweefsel.