INTERNATIONALE BETREKKINGEN Hoofdstuk 1 Nederlandse burgers voelen zich op eerste plaats Nederlander en pas op de tweede plaats Europees burger of wereldburger > vandaar is eEuropa en de Wereld erg abstract. 1992 Verdrag van Maastricht > Europese Unie. sindsdien burgers niet alleen te maken met gezag eigen regering ook Europese.. belangrijke mijlpaal Europese integratie (eenwordingsproces van Europese landen) Europese integratie begonnen met oprichting Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, daarna kwam de Europese Economische Gemeenschap (de EEG). De EEG bestond uit 6 landen > Benelux, Frankrijk, West-Duitsland en Italië. De EEG had de taak om een gemeenschappelijke markt en het geleidelijk harmoniseren van de economische beleid van de lidstaten in te stellen. Bovendien zouden de lidstaten één economische en monetaire unie gaan vormen. Verdrag van Maastricht > 12 lidstaten > Benelux, Frankrijk, West-Duitsland, Italië, Denemarken, Ierland, Engeland, Griekenland, Portugal en Spanje. Later, in 1995, kwamen daar nog Finland Oostenrijk en Zweden bij. In 2004 groeide de EU naar 25 lidstaten. En in 2013 telt de EU 28 lidstaten. TRIAS POLITICA Wetgevende macht > Raad van de Europese Unie en Europees Parlement Uitvoerende macht > Europese Commissie Rechterlijke macht > Europees Hof van Justitie Europese Commissie (‘kabinet’) Dagelijks bestuur 28 commissarissen, worden door elke lidstaat benoemd. (opereren onafhankelijk van de nationale regering) Wetten voorstellen > voorgelegd aan Raad van de Europese Unie of Europees Parlement Uitvoerend orgaan > Toezien dat lidstaten richtlijnen uitvoeren, zo niet? Boetes opleggen of land aanklagen bij Europees Hof van Justitie. Voorzitter gekozen door Europees Parlement. Raad van de Europese Unie (belangrijkste besluitvormende orgaan) Wetgevende macht > beslissingen ten aanzien van Europese integratie proces. Elke lidstaat heeft 1 vakminister. Nemen beslissing dmv gekwalificeerde meerderheid > stem van grote landen telt zwaarder. Europese Raad -! Regeringsleiders van de lidstaten -! Komen bijeen als de Raad van Europese Unie geen overeenstemming ! bereikt. -! Bespreken knelpunten bespreken en hakt knopen door. -! Bij consensus doen ze uitspraak. Europees Parlement -! (mede)Wetgevende macht en controlerende macht. -! Rechtstreeks gekozen door burgers van lidstaten voor periode van 5 jaar. ! Elk land heeft een bepaald aantal parlement zetels in verhouding tot ! bevolkingsgrootte. (NL 26 zetels van de 751, DL grootste met 96 zetels) -! Geen initiatiefrecht > wetsvoorstellen doen. -! Het Parlement debatteert over voorstellen van de Europese Commissie en kan daarbij wijzigingen voorstellen, waarna het Parlement samen met de Raad van de Europese Unie een beslissing over deze voorstellen neemt. Heeft ook vetorecht > als het vetorecht wordt uitgeoefend, betekent dat een verbod om het genomen besluit uit te voeren. ALLEEN op gebied van handel en economie. Mag parlementaire enquete houden om misstanden binnen eu te onderzoeken. Kan dmv motie van afkeuring de Europese Commissie dwingen tot aftreden Europees Hof van Justitie Rechterlijke macht Erop toezien dat lidstaten de wetterlijke verplichtingen voldoen en toepassing van de EU wetgeving in alle landen hetzelfde plaatsvindt. Doelstellingen van de EU Zorgen voor vrede, veiligheid, welvaart en stabiliteit in Europa. Gemeenschappelijk economisch beleid Gemeenschappelijk buitenlands en justitieel beleid Samenwerken op monetair gebied. Economisch beleid Één Europese markt, is sprake van vrij verkeer van personen, diensten en kapitaal binnen de EU. Supranationale samenwerking, besluiten worden bij meerderheid genomen. Buitenlands en justitieel beleid Politie kreeg beperkte opsporingsbevoegdheden over de grens. Één immigratiebeleid > eerste land van aankomst asiel aanvragen intergouvernementele samenwerking > unaniem. Monetair beleid 2002 invoering van de Euro > grootste monetaire omwisselingsoperatie ooit Zeventien landen hebben de Euro, ook landen buiten EU Europese Centrale Bank (ECB) waakt over de Euro en stelt ook rente vast. Heb je Euro? > financieringstekort overheid onder 3 procent. Zit een land in de problemen, zijn de andere eurolanden verplicht om met miljarden dit land te helpen. Hoofdstuk 2 Internationale samenwerking > samenwerking tussen nationale, soevereine regeringen. Problemen binnen de EU Europees burgerschap Als inwoner van een land wat lid is van de eu krijgen ze een Europees burgerschap: Mogen in elke lidstaat reizen, werken en wonen Meedoen met verkiezingen voor Europees parlement Meedoen aan gemeenteraadsverkiezingen, ongeacht hun nationaliteit. Makkelijker sociale zekerheid in andere lidstaten Krijgen bescherming van EU buiten de EU Klagen bij Europees ombudsman over dat hun rechten worden belemmerd. PROBLEMEN Ook te maken met bemoeienis van Brussel. Buitenlanders pikken de banen in, omdat ze goedkoper zijn. Soevereiniteitsvraagstuk burgers moeite met verlies van nationale soevereiniteit > beslissingen worden steeds meer in Brussel genomen. Militaire samenwerking Europese verdediging of Atlantische. Europees > EUFOR Atlantisch > NAVO (samenwerking met de VS) EUFOR heeft nauwelijks een rol gespeeld. Uitbreiding EU Door uitbreiding EU is de bestuurbaarheid van de EU moeilijker geworden. > voorwaarden vastgesteld voor toetreden Land moet voldoen aan 39 criteria om toe te treden. Belangrijksten zijn: - Democratische instelling Rechtsstaat Minderheden moeten worden beschermd Goede markteconomie Democratisch tekort Europees Parlement geen gelijkwaardige tegenmacht voor Europese Commissie. EP kan moeilijk een vuist maken tegen EC want > EP heeft geen bevoegdheid om wetten voor te stellen, en over groot deel van besluiten EC heeft het EP geen zeggenschap. EC wordt benoemd door de regering, NIET door de BURGERS!!! Burgers moeten het EP samenstellen, maar kennen de kandidaten nauwelijks. Opkomstpercentage is maar 40% > niet representatief Beheersbaarheid van de financiën Alle leden dragen max 1.23 % van nationale inkomen af PROBLEEM burgers begrijpen niets van die verdelen van de gelden. > leidt tot wantrouwen > leidt tot vermoeden dat EU vooral geld kost en weinig oplevert. Kosten en baten NADELEN EU brengt kosten met zich mee. > 250euro per jaar per hoofd van de bevolking + tijden schuldencrisis moest NL verplicht bij dragen aan steunfonds > bracht financiële onzekerheid Nederland raakte zelfstandigheid kwijt. VOORDELEN Nederland is voor de export voor 75% afhankelijk van de EU > nationaal inkomen is met 6 tot 8 % toegenomen dankzij afspraken over vrijere handel binnen EU MAAR Je weet niet hoe de status van NL was als we niet bij de EU zouden zijn toegetreden. Hoofdstuk 3 Naast EU is Nederland ook lied van een groot aantal andere internationale organisaties Verenigde Naties (VREDESORGANISATIE) idee achter organisatie was een betere samenwerking tussen verschillende landen om wereldoorlog te voorkomen. bestaat uit 192 landen!! 4 doelstellingen: Handhaven van internationale vrede en veiligheid Stimuleren van vriendschappelijke relaties tussen landen Internationale samenwerking bij oplossen van economische, sociale, culturele en humanistische problemen Bevorderen van respect voor mensenrechten - VN heeft een grondwet > Handvest > omschrijft rechten en plichten van lidstaten VN heeft secretaris-generaal, hoogste verantwoordelijke persoon van de VN Werktereinen van VN Vrede en veiligheid Mensenrechten Economische ontwikkeling van arme landen Milieu Algemene vergadering (belangrijkste orgaan van VN!) Elk jaar komen lidstaten bijeen in NewYork voor overleg Elke lidstaat één stem Belangrijke besluiten > vrede veiligheid, toelating lid, tweederdemeerderheid. Andere besluiten > meerderheid Kan resoluties (aanbeveling, niet bindend!! > vaak niet nagekomen) aannemen over gedragingen van lidstaten, bijv dat ze moeten stoppen met oorlog voeren. Kan verklaringen aannemen (wederom niet bindend) hebben vaak morele betekenis > verklaring rechten van de mens bijv. Veiligheidsraad Enige orgaan wat bindende besluiten kan aannemen, dus indirect meer macht dan Algemene vergadering. Leden worden gekozen door Algemene vergadering (10landen, overige 5 zijn permanent) Macht veiligheidsraad ingeperkt door vetorecht > 5 permanente leden van de raad: de VS, China, Rusland, Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. Internationale Gerechtshof Rechtbank van de VN Vijftien rechters van verschillende nationaliteiten, worden gekozen door Algemene vergadering en Veiligheidsraad Houdt zich bezig met rechtsgeschillen tussen landen. Uitspraken zijn bindend, maar er zijn geen sancties. Deelgebieden - UNICEF > kinderfonds - FAO > voedsel- en landbouworganisatie - WTO > wereldhandelsorganisatie - IMF > internationaal monetair fonds - Wereldbank > verstrekt samen met IMF leningen aan (ontwikkelings)landen en helpen ook op andere manier bij de ontwikkeling van een land. - UNHCR > vluchtelingenorganisatie > zorgt wereldwijd voor opvang van vluchtelingen en ziet erop toe dat het Vluchtelingenverdrag van Genève wordt nageleefd. VN en knelpunten Institutionele problemen Resoluties van de AV zijn niet bindend. Vetorecht beperkt macht van Veiligheidsraad Representativiteitsprobleem > macht van de 5 permanente leden in Veiligheidsgraad is te groot. VN heeft financiële problemen, minder dan 10% van de leden betaalt contributie op tijd. Systeemproblemen Veel van de lidstaten denken niet mee volgens de nieuwe opvattingen over internationale politiek. Ze houden liever vast aan een politiek systeem waarbij soevereine staten unilaterale oplossingen bedenken voor hun problemen. NAVO Noord-atlantische verdragsorganisatie. opgericht door VS, canada en aantal west-europese landen. bedoeld als militaire verdedigingsorganisatie + politiek verbond van vrije en gelijkgezinde staten. Helpt landen bij hun politieke en economische ontwikkeling om daarmee stabilitiet te vergroten. Prioritet gegeven aan snel en overal inzetbare eenheden, zowel militair als ter ondersteuning van humanitaire missies. Raad van Europa 47 leden. belangrijkste doel is het bevorderen van culturele en domocratische waarden. Beslissingen worden genomen door dagelijks bestuur > ministers van Buitenlandse Zaken. Dagelijks bestuur wordt bijgestaan door Raadgevende vergadering > leden van nationale parlementen. (heeft geen beslissende bevoegdheid, slechts adviseren) Europees hof voor de rechten van de mens > ziet erop toe dat het Europees verdrag van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden worden nageleefd. Regeringen en burgers van de aangesloten landen kunnen klachten indienen over vermeende schendingen van mensenrechten. Hoofdstuk 4 Nationale soevereiniteit en interdependentie Nationale soevereiniteit = baas in eigen land Interdependentie = afhankelijk van andere landen Door Europese integratie zijn nationale bevoegdheden overgedragen aan bovernationale Europese instituties > Interdependentie Door globalisering zijn economische markten, mondiale kapitaalbewegingen en technologische vernieuwingsprocessen met elkaar verbonden > Interdependentie Belemmeringen internationale samenwerking Emotionale weerstand > aanwezigheid Poolse arbeiders is bedreiging Verzet van nationale regeringen > er zijn landen die niet meewerken Gebrek aan vertrouwen > weinig vertrouwen in meer Europese aanpak Verzet van bevolking > Politieke partijen hebben anti-europa standpunten Dilemma van de collectieve actie een land moet kiezen tussen individuele en collectieve belangen. Voor realiseren van collectieve belangen, moeten de samenwerkende landen offers brengen. De verleiding is groot om zo min mogelijk bij te dragen > profiteren van de inspanningen van andere landen. Niet-gouvermentele organisaties: Amnesty, Oxfam, Shell, Google > belangrijke invloed op veiligheid, welvaar en welzijn van miljoenen mensen. Intergouvernementele en spranationale organisaties: EU, VN, Wereldbank, Internationaal Atoomagentschap en de Wereldhandelsorganisatie > belangrijk voor grensoverschrijdende problemen. Visies op internationale orde Klassieke beeld > met nadruk op nationale soevereiniteit > unilatirale beslissingen > in je eentje. Geen enkel land of organisatie heeft de leiding, dus machtsverhoudingen tussen landen spelen grote rol > sterkere landen leggen hun wil op aan de zwakkeren. Omdat er geen leiding is zorgt het voor een veiligheidsdilemma > landen zoeken confrontatie om superioriteit te tonen. Regeringen met een klassieke visie lossen hun problemen bij voorkeur zelf op of zij eisen de leiding op bij de aanpak van nieuwe globale problemen. (denk aan de VS) Postklassieke beeld > met nadruk op supranationale samenwerking > multilatiraal > met z’n allen. Internationale orde bestaat uit een web van interdependenties. Aanhangers van de postklassieke visie vinden dat burgers en regeringen zich beter, vanuit een collectief lotsbesef (burgers en staten realiseren zich dat zij moeten samenwerken om mondiale problemen op te lossen.) cooperatief kunnen opstellen om mondiale problemen aan te pakken. Geen natiestaat meer, met een soevereine speler. De realiteit vraagt om het multilateralisme > de bereidheid om problemen samen met andere landen op te lossen.