Verslag - Vera Koop

advertisement
Kenniskring
Barbara Bell
Bas Korte
Hans Adema
Siem van Dongen
Vera Koop
Groep P1E-3
Advanced business creation
René van der Burgt
Aanleiding
Als onderdeel van ons leerproces mogen wij een onderzoeksplan schrijven voor het thema:
Wat is de link tussen innovatie en de consument.
Deze is nu door de docent René van de Burgt gegeven maar zou ook van een
werkgever/bedrijf kunnen komen.
Wat een aanleiding voor deze opdracht is om erachter te komen want de consument trekt,
wat de consument wil, waar de consument zijn geld voor wil neerleggen.
De consument wil steeds meer en aan de bedrijven de opdracht te voldoen aan deze vraag.
Wat een bedrijf hiervoor moet doen is bij blijven met de laatste trends.
Maar naast “een bedrijf” zijn er veel meer bedrijven die precies in dezelfde business zitten
en ook net zo als ieder ander bedrijf zijn afzet wil vergroten.
De vraag veranderd met de dag door constante vernieuwingen (innovatie).
Maar waar komen de vernieuwingen vandaan? En waar is deze vraag voor constante
vernieuwen onstaan. Hiervoor willen graag dit thema onderzoeken en kijken wat de rol van
de consument voor de innovatie is en wat de innovatie voor de (vraag van) consument doet.
Inhoud

Aanleiding

Hoofd en deelvragen

Welke invloed heeft de consument op de innovatie?

Welke invloed heeft deinnovatie op de maatschappij?

Is het mogelijk om innovatie te stimuleren?

Is innovatie afhankelijk van de consument,
of is de consument afhankelijk van de innovatie en waarom?

Conclusie en antwoord op deelvraag
Hoofd en deelvragen
Wij onderzoeken de link tussen de consument en innovatie.
Hierbij hebben we als hoofdvraag:

Wat is de de link tussen de consument en innovatie?
Om de hoofvraag te beantwoorden hebben wij de volgende deelvragen:

Welke invloed heeft de consument op de innovatie?

Welke invloed heeft de innovatie op de maatschappij?

Is het mogelijk om innovatie te stimuleren?

Is innovatie afhankelijk van de consument,
of is de consument afhankelijk van de innovatie en waarom?
Op de volgende pagina’s worden deze vragen beantwoord.
Welke invloed heeft de consument op de innovatie?
Wat is innovatie?
Innovatie is vernieuwing of verbetering dat betrekking heeft op nieuwe ideeën, diensten en
producten. Het kan plaatsvinden binnen organisaties, zoals een bedrijf, maar ook in de
maatschappij. Waar ze van toepassing is op de bedrijven, de overheid en de consument. Bij
innovatie is men bezig met vernieuwen en verbeteren van een bestaand of nieuw idee.
Welke invloed heeft de consument op de innovatie?
Hierbij moeten veel verschillende aspecten worden bekeken om de invloed te bepalen die
de consument heeft op de innovatie.
Hierbij kijken we eerst waarop bedrijven kunnen innoveren.




product & dienst: vernieuwing in wat er aangeboden wordt op de markt.
markt & marketing: vernieuwing in de markt die door het bedrijf wordt bedient en de
manier waarop dit gebeurt.
technologie & ICT: vernieuwing van de technologie die wordt gebruikt door bedrijven
in producten, marktbenadering of de organisatie
organisatie & processen: verandering in hoe iets tot stand komt en de organisatie van
de onderneming.
Bron: (http://www.syntens.nl/Artikelen/Artikel/Innovatie-wat-is-het-en-waarom-is-het-belangrijk.aspx)
Een bedrijf heeft kort gezegd als doel om zijn producten en diensten te verkopen op de
afzetmarkt, deze is dus afhankelijk van de mensen die deze kopen namelijk: de consument.
Het is dan logisch dat het bedrijf zich dan gaat innoveren om beter te worden dan de
concurrentie, zodat de consument voor het desbetreffende bedrijf blijft kiezen.
Innovatie is dus noodzakkelijk om de consument als klant te behouden.
Maar wat is nou precies de invloed die de consument uitoefent op de innovatie die bedrijven
toepassen in hun bedrijf?
Kijkend naar het eerste punt product en dienst: Heeft de concument hier invloed op?
Een bedrijf kan een product verbeteren en/of vernieuwen op basis van “consumer
closeness” (een zo goed mogelijk 'invoelen' van de consument, mede op basis van direct
contact met de doelgroep)en dit aanbieden op de markt en kijken of er genoeg vraag komt
vanuit de consument om vervolgens als doel winst te maken.
Of inspelen op de vraag wat de consument graag wil, hierbij is de consument de denker en
vernieuwer van het product of dienst zoals hij/zij het graag zou willen zien. Hier komt dus de
consument zelf met ideeën. Het risisco is veel lager dat het product of dienst niet aanslaat
waardoor er geen winst gemaakt wordt.
Het is dus duidelijk dat de consument hier veel invloed heeft.
Er word bij beide punten vanuit de consument gekeken, namelijk bij de eerste wordt er
gedacht vanuit het oogpunt van de concument en bij de tweede door de consument zelf.
Hierbij is de invloed groot, omdat de consument als nummer één wordt gezien om te
innoveren op een product of dienst.
Bron:(http://www.basis-online.nl/index.cfm/1,117,410,0,html/Innovatie-vanuit-de-consument)
Welke invloed heeft de consument op punt twee namelijk: de markt en marketing?
Marketing is op een winstgevende manier producten of diensten te vermarkten. Aan het
begin van elke innovatie staat de markt. Want geen enkele ondernemer wil een product
maken waar niemand op zit te wachten. Dat betekent een productgerichte blik vervangen
door een marktgerichte blik. Dus op welke markt wil wordt het product of dienst
aangeboden, welke doelgroepen? Wat zijn de wensen van deze consumenten?
Hier wordt dus gekeken waar de consumenten zitten die geintresseerd zijn in de producten
en of diensten en vervolgens wordt er op hun wensen ingespeeld.
Marketing komt vooral neer op luisteren en kijken van de marketeer om het product of
dienst zo goed mogelijk in de markt te zetten, zodat het de meeste winst behaald.
Er wordt dus gekeken wie de consument is. Leeftijd, geslacht, werk, intresses, omgeving etc.
Dit is dus invloed die niet bewust wordt gegeven maar die er al is, omdat de marketeer moet
kijken hoe de individuele consument het best bereikt kan worden in zijn of haar huidige
situatie. Hier wordt dus veel rekening gehouden met de consument en heeft dus ook een
bepaalde invloed. Er moet worden ingespeeld op het gedrag van de consument. Deze is er al
is er al om rekening mee te houden en word niet aangegeven , zoals bijvoorbeeld bij het
vernieuwen van product of dienst waarbij de consument zelf met ideeën komt voor
vernieuwing.
Bron: (http://www.syntens.nl/Artikelen/Artikel/Marketing-staat-aan-het-begin-van-elke-innovatie.aspx)
Verdergaand met punt drie, namelijk technologie & ICT. Welke invloed is er hier door de
consument? Hierbij hebben we gebruik gemaakt van de site van Syntens innovatiecentrum.
Technologie gaat over het ontwerpen en ontwikkelen van nieuwe producten, over
materialen waaruit het product is samengesteld, en over productiemethoden (bewerkingen,
verbindingen). Bij duurzaamheid speelt technologie een belangrijke rol. Technologie bepaalt
ook grotendeels de kostprijs van een product.
Hierbij kun je de invloed van de consument van twee kanten bekijken. Namelijk er is geen
invloed van de consument op de technologie en ICT binnen een bedrijf. Maar als je kijkt naar
de reden waarom ze innoveren op deze twee punten kom je weer uit bij het waarborgen van
de concurrentiële positie. Dus de consument is wel de reden dat ze hierop innoveren, maar
heeft geen invloed op wat vernieuwd wordt binnen de kaders technologie en ICT. Wat al
eerder genoemd werd is dat de technologie een grotendeels de kostprijs van een product
kan bepalen. Dit is natuurlijk wel een punt waarop een bedrijf wil gaan innoveren.
Want als de kostprijs lager ligt kunnen ze hun producten goedkoper aanbieden.
En de invloed van de consument speelt hierbij wel een rol. Als door technologie hetzelfde
product of dienst goedkoper gemaakt kan worden kiest de consument daar sneller voor dan
voor de concurent. Dus de invloed van de consument voor een goedkoper product of dienst
geeft aanzet tot innovatie om dit te realiseren.
Bron:(http://www.syntens.nl/aanbod/technologie-en-ict/Pages/technologie-en-ict.aspx)
Het laatste punt is organisatie & processen. Welke invloed heeft de consument hier?
Hierbij gaat het om het interne gedeelte van een bedrijf.
Er hoeft niet altijd een product of dienst veranderd te worden om meer winst te creeën.
Soms kun je dichtbij ook meerdere elementen aanpassen om zo betere resultaten te
behalen. Dit kan bijvoorbeeld de samenwerking of communicatie zijn. Wanneer deze niet
goed op elkaar afgestemd zijn kan het tijd kosten of er kunnen fouten onstaan die allemaal
niet meewerken aan het optimaal functioneren van het bedrijf. Hierbij is er geen invloed van
de consument, omdat dit een intern onderdeel bevat.
Naar deze punten gekeken te hebben is het duidelijk dat de consument altijd wel invloed
uitoefent bij de innovatie van een bedrijf, behalve als het gaat om de organisatie en
processen binnen het bedrijf. Er word gedacht vanuit de consument of door de consument
zelf bij innoveren van producten en/of diensten. En word gekeken naar het gedrag van de
consument om zo het producten/of dienst het best te laten voldoen aan haar/zijn
behoeften.
Om algemeen te kijken naar de invloed van de consument in de markt is de voornaamste
reden dat bedrijven gaan innoveren om zich te kunnen differentiëren van de concurrent.
Waardoor ze dus de consumenten naar zich toe willen trekken.
De markt globaliseert zich, waardoor de concurrentie steeds meer verspreid is. Bijvoorbeeld
bedrijven uit de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China) hebben lagere loonkosten, ze
hebben geen communicatiekosten zoals Nederlandse bedrijven in het buitenland dat
hebben, en vervoer is geen grote kostenpost, aangezien ze niet heen en weer hoeven te
transporteren, want de kosten die ze maken wordt doorberekend in de prijs van het
eindproduct.
Hierdoor kunnen deze bedrijven dezelfde producten voor een veel aantrekkelijkere prijs
aanbieden. Waardoor westerse bedrijven een achterstand oplopen door het prijsverschil. De
westerse bedrijven moeten zich dus op een andere manier kunnen differentiëren van deze
concurrentie. Bedrijven kunnen zich onderscheiden op veel verschillende manieren, zo kan
een bedrijf het merk van het bedrijf extra goed neerzetten doormiddel van marketing. Ze
kan ook zorgen dat ze iets speciaals aan heeft te bieden, dit doormiddel van innovatie. Ze
willen dus hun producten speciaal maken, waardoor ze andere bedrijven voorblijven en ze
hun eigen concurrentiepositie kunnen waarborgen.
Dit doen zij voor de consument om hun als klanten te behouden en niet te verliezen aan de
concurrentie. De bedrijven voeren een onderlinge strijd om de consument te behouden als
klant. Dit is niet alleen van concurrentie van de BRIC-landen die in het voorbeeld genoemd
worden. Maar ook dichterbij, zoals de prijsvechters Aldi en Lidl in de supermarkten branche.
Welke invloed heeft de innovatie op de maatschappij?
Innovatie heeft een grote invloed op de maatschappij. Zo is innovatie nodig voor het
ondersteunen van de economische groei. En gebruiken wij elke dag innoverende producten.
Zoals onze mobiele telefoon, het mobieltje zelf is misschien niet zo zeer het innoverend
product, maar alle technieken en functies die dat mobieltje heeft worden wel dagelijks
verbeterd. Innovatie is samen met de producten die hiermee worden voortgebracht een
dagelijks onderdeel waarmee we te maken krijgen in de maatschappij.
Innovatie is een punt wat heel belangrijk wordt gevonden door de overheid.
Het wordt zelfs als een noodzaak gezien om economische groei te waarborgen. Je zou dus
ook kunnen zeggen dat zonder innovatie er geen tot bijna geen economische groei zou zijn.
Innovatie zorgt dus voor economische groei. Economische groei zorgt voor banen en
welvaart in de maatschappij. De oorzaak van economische groei doormiddel van innovatie is
dat er veel economieën in traditionele markten steeds minder concurrentie is. Er moet
vernieuwd worden, en dit gebeurt doormiddel van innoverende producten en diensten. Zo
ontstaan er nieuwe markten en producten.
Producten zoals de iphone hebben veel invloed gehad op de maatschappij, namelijk in zeer
populair bij de consument. Mensen staan al nachten eerder in de rij om als eerste het
product te kopen. Ze maken de consumenten enthousiast om het product te gaan kopen,
deze beinvloeden het winkelend publiek in de maatschappij. Als voorbeeld kan je de
smartphones als innoverend product zien, wat wij vandaag de dag allemaal wel niet kunnen
en doen met ons mobieltje. Dit is groot voorbeeld van een product wat grote invloed heeft
gehad op de maatschappij. Je kan er bijna niet meer omheen, het is (bijna) onmisbaar in je
dagelijks leven geworden.
Maar innovatie kan ook heel anders.
Het Kenniscentrum Sociale Innovatie maakt deel uit van de Faculteit Maatschappij & Recht
van Hogeschool Utrecht. Het kenniscentrum doet onderzoek naar actuele maatschappelijke
vraagstukken op het gebied van hulp- en dienstverlening, sociaal beleid, welzijnswerk,
maatschappelijke ondersteuning, personeel en arbeid, recht, justitie en veiligheid.
Dit is een kenniscentrum waarbij ze als missie hebben de sociale kwaliteit van de
samenleving te verbeteren. Dit is een project van de hogeschool Utrecht. Ze willen
innovatieve ideeën of producten vinden die bijdragen aan de sociale kwaliteit van de
samenleving. Dus oplossingen voor de problemen die in de schuingedrukte tekst zijn
genoemd.
Dit is een hele andere vorm van innovatie wat van invloed is op de maatschappij. Eigenlijk is
het ook nog steeds een onderzoek, en is er dus nog geen eind product/idee. Maar hier willen
ze doormiddel van innovatie de maatschappij eigenlijk veranderen of verbeteren. Het is niet
zo zeer iets wat wordt toegevoegd aan de maatschappij of wat wij als consument in gebruik
gaan nemen. Je hebt dus verschillende vormen van innovatie die invloed hebben op de
maatschappij. En de invloeden zijn ook bij innovatie anders. Het kan iets toevoegen, maar
het kan ook de maatschappij echt veranderen.
Is het mogelijk om innovatie te stimuleren?
Gemeenschappen van goed geïnformeerde consumenten krijgen steeds meer invloed en
vormen niet meer een passieve doelgroep. De rollen van bedrijven en consumenten komen
als het ware steeds dichter bij elkaar te liggen.
In dit hoofdstuk wordt verder ingegaan op de vraag of innovatie kan worden gestimuleerd,
en zo ja, op welke manier.
Er zijn 4 omgevingsfactoren die invloed kunnen uitoefenen op innovatie;
1.
2.
3.
4.
Overheidsbeleid
Klanten en partners
Uitvinders met commerciële inslag
Concurrentie
Overheidsbeleid.
De overheid kan de eisen die ze opleggen aan producten opvoeren waardoor de betreffende
bedrijven eerder geneigd zijn om met innovatieve ideeën te komen. Als een bedrijf niet aan
de eisen kan voldoen loopt het risico om omzet te verliezen.
Hoe meer consumenten zich bevinden in de markt, hoe kapitaal krachtiger deze gemiddeld
zijn, en des te effectiever zal een overheidsbeleid werken.
Klanten en partners
Met een innovatiemodel betrekken organisaties hun klanten en klantrelaties bij het
ontwikkelen van producten of diensten. Door met een selectieve groep bedrijven samen te
werken met het creëren van nieuwe innovaties, zijn de bedrijven beter in staat om het hun
aanbod af te stemmen op de behoeften van de markt en dus de consument.
Uitvinders met commerciële inslag
Uitvinders met een goed idee en sterke commerciële inslag, een sterkte drive om met hun
producten ede wereld te verbeteren, en er zelf uiteraard rijker van te worden vormen ook
een groep van innovatie stimuli. Beide punten zijn van groot belang met het stimuleren van
innovatie. Als men de nadruk legt op het technologische aspect van de uitvinding, zonder dat
er wordt gekeken naar commercialisering is de kans groot dat de innovatie onsuccesvol is.
Concurrentie
Als een concurrent een beter product op de markt zet voor een scherpe prijs, vormt dit een
bedreiging voor ondernemers. De dreiging van concurrentiële innovaties is een sterke
stimulans tot innovatie. Als de markt weinig concurrenten biedt is de kans groter dat
ondernemingen niet of slechts minimaal innoveren.
Bevorderen innovatie
Succes van een innovatieve inspanning is doorgaans moeilijk vooraf te voorspellen.
Investeringen in innovatieve concepten is daardoor een risico. Het nemen van dit risico kan
aantrekkelijker worden gemaakt voor bedrijven, instellingen en organisaties door het
mogelijke resultaat in geld aantrekkelijker te maken. Daarnaast kan er een subsidie regeling
worden getroffen om onderzoeken naar innovatieprocessen te stimuleren. Dit kan in
combinatie met het ter beschikking stellen van geschikte begeleiding voor bedrijven die
wensen te innoveren.
Het samenbrengen van innoverende bedrijven in lerende netwerken waar ervaring rond
innovatie wordt uitgewisseld is tevens een bevordering tot innovatie. Dit kan ook door
middel van visualiseren van innoverende ideeën; resultaten tonen aan het “grote” publiek
als stimuli tot verdere innovaties.
In onderstaande illustratie is af te lezen wat er nodig is om als bedrijf innovatie te stimuleren en toe
te passen.
Is innovatie afhankelijk van de consument, of is de consument
afhankelijk van de innovatie en waarom?
Het is nog niet zo eenvoudig om aan te geven wat innovatie precies is. Innovatief betekent
vernieuwend, maar dat wil nog niet zeggen dat elke vernieuwing een innovatie is. De
consument speelt een belangrijke rol bij innovatie. De behoeften van de consument moeten
blijvend bevredigd worden om producten te kunnen verkopen. Maar welke soorten
‘innovatie’ zijn nou belangrijk voor de consument?
Daarom hieronder globaal de volgende hiërarchie, om innovatie te onderscheiden:
1. Paradigmashifts: Dit zijn fundamenteel nieuwe theoretische ideeën of
gezichtspunten, een radicale breuk met bestaande opvattingen. Deze leveren
in het algemeen veel weerstand van de gevestigde orde op. Een vernieuwing
die niet direct aan zal slaan bij de consument, maar op langere termijn wel.
2. Uitvindingen: Dit zijn fundamenteel nieuwe praktische ideeën die voortkomen
uit een theoretisch idee. Ze hebben een directe toepassing. De
bliksemafleider, de gloeilamp, de generator en de elektromotor: het zijn
allemaal originele en nieuwe toepassingen van het 'idee' elektriciteit, zoals
'de pil' een toepassing is van het 'idee' hormoon. Uitvindingen hebben, meer
dan ideeën op zichzelf, de wereld ook in sociale zin ingrijpend veranderd. De
pil is belangrijker dan Marx. Maar ook de pil komt voort uit ideeën en
theorieën. De psycholoog Kurt Lewin zei het al: niets is zo praktisch als een
goede theorie. Uitvindingen zijn behoeften waar de consument nog geen
weet van heeft, maar zeker iets aan heeft.
3. Innovaties: Dit zijn nieuwe combinaties van vaak al lang bestaande
uitvindingen, ideeën en toepassingen, waarbij andere dan de gebaande paden
worden bewandeld en waardoor nieuwe en nuttige toepassingen ontstaan,
die waarde creëren. Met enige goede wil zou je dat op zichzelf weer een
nieuw 'idee' kunnen noemen, maar fundamenteel nieuw is het niet. Wél vergt
het creativiteit, want innovatie is niet 'meer van hetzelfde'.
4. Verbeteringen: In feite 'meer van hetzelfde', gebaseerd op het bestaande,
maar dan beter. Hier wordt waarde niet zozeer gecreëerd maar toegevoegd,
vermeerderd. Soms kunnen die materialen zelf dan weer een innovatie
worden genoemd, wat aangeeft hoe moeilijk de grens te trekken is.
5. Opleukingen: Dit is waar 'creatieve' innovatieprocessen binnen bedrijven in
de praktijk helaas soms in uitmonden. Een hele industrie van adviseurs houdt
zich ermee bezig, het resultaat ziet er op het eerste gezicht anders of beter uit
dan wat er al was, maar in feite is het soms meer van hetzelfde en niet eens
beter. Het kost veel geld en voegt geen waarde toe. Integendeel: pseudoinnovatie leidt tot cynisme onder werknemers. Iets om te vermijden dus.
In de net opgenoemde hiërarchie van vernieuwing is zeker bij punt 4 en 5
(verbeteringen en opleukingen) goed te zien waarom innovatie afhankelijk is
van de consument. Als bedrijven niet blijven concurreren overleven ze de
concurrentiestrijd simpelweg niet.
In de praktijk loopt 80% van de productintroducties op een mislukking uit,
kunnen we niet om de conclusie heen dat voor commerciële bedrijven
innovatie van producten en diensten van levensbelang is, misschien wel meer
dan ooit. De tijden zijn voorbij dat een bedrijf lang kon teren op een succesvol
product. De concurrentie kijkt het kunstje snel af, de 'time to market' is
beperkt, de consument is verwend en door internet is het vergelijken van
producten en diensten veel eenvoudiger dan vroeger. Innovatie 'moet' dus en
het moet niet alleen goed, het moet ook snel.
Je innoveert om de concurrentie voor te blijven en om de consument te blijven bevredigen
in hun behoeften. Dit loopt dus uit in een cyclus.
Bronnenlijst:
De volgende bronnen zijn gebruikt bij het beantwoorden van de deelvragen:

Welke invloed heeft de consument op de innovatie?
Bron: (http://www.syntens.nl/Artikelen/Artikel/Innovatie-wat-is-het-en-waarom-is-het-belangrijk.aspx)
Bron:(http://www.basis-online.nl/index.cfm/1,117,410,0,html/Innovatie-vanuit-de-consument)
Bron: (http://www.syntens.nl/Artikelen/Artikel/Marketing-staat-aan-het-begin-van-elke-innovatie.aspx)
Bron:(http://www.syntens.nl/aanbod/technologie-en-ict/Pages/technologie-en-ict.aspx)

Welke invloed heeft de innovatie op de maatschappij?
Bron:(http://nl.wikipedia.org/wiki/Innovatie)
Bron:(http://www.bnr.nl/programma/bnrdigitaal/894691-1209/honderden-wachten-op-iphone-5-inamsterdam)
Bron: (http://www.socialeinnovatie.onderzoek.hu.nl/Kenniscentrum.aspx)

Is het mogelijk om innovatie te stimuleren?
Bron:(http://nl.wikipedia.org/wiki/Innovatie)
Bron:(http://www.computable.nl/artikel/achtergrond/bankverzekeringswezen/1389088/1277528/overheidmoet-innovatie-stimuleren-en-mogelijk-maken.html)
Bron:(http://www.i-nnovatie.nl/2008/04/07/hoe-kan-een-manager-creativiteit-stimuleren/)
Bron:(http://ambtenaar20.ning.com/profiles/blogs/infographic-hoe-organisaties-innovatie-kunnen-stimuleren)

Is innovatie afhankelijk van de consument,
of is de consument afhankelijk van de innovatie en waarom?
Bron:(http://www.bnr.nl/programma/bnrdigitaal/894691-1209/honderden-wachten-op-iphone-5-inamsterdam)
Bron:(http://www.socialeinnovatie.onderzoek.hu.nl/Kenniscentrum.aspx)
Bron:(http://www.basis-online.nl/index.cfm/1,117,410)
Bron:(http://www.peritusnl.wordpress.com)
Download