DEEL 1 Organismen vormen een levensgemeenschap Hoofdstuk 1: VOEDSELRELATIES BIOTOOP: invloeden Elk organisme wordt beïnvloed door: Ø Biotische factoren (levend) l l l l Ø voedsel predatoren soortgenoten individuen van andere soorten Abiotische factoren (levenloos) l l l l l temperatuur, water licht, bodemgesteldheid lucht Biotoop: grasland Planten als basis van de voedselrelaties Planten aangepast aan hun voortplanting VOEDSELKETEN Opeenvolging van organismen waarbij elke schakel uit de reeks geheel of gedeeltelijk als voedsel dient voor de volgende. Voedselketen Consument 3e orde Producent Autotroof Consument 1e orde Heterotroof Consument 2e orde Heterotroof Autotroof = kunnen zèlf hun organische stoffen maken (door fotosynthese) Heterotroof = andere organismen nodig om aan organische stoffen te komen Heterotroof Producenten Ze maken energierijke stoffen met behulp van lichtenergie. Ze brengen energie in de kringloop. Organismen die de eerste schakel vormen in elke voedselketen. Consumenten Organismen die zich voeden met producenten en / of andere organismen VOEDSELWEB Schema waarop met pijlen de voornaamste voedselrelaties binnen een levensgemeenschap weergegeven zijn. Voedselweb Producent Consument 1e orde Consument 2e orde Consument 3e orde VOEDSELPIRAMIDE Grafische voorstelling van de opeenvolgende voedselniveau ’s in een voedselketen. De groene planten vormen de basis, de consumenten de top. Figuur een geometrische voorstelling van voedsel Het aantal is duidelijk! Slechts ca. 10% van de aanwezige energie in een niveau wordt ‘doorgegeven’ aan het volgende niveau. (warmte en beweging kost energie) Reducenten of ontbinders Afvaleters die afgestorven organismen (planten & dieren) omzetten in mineralen. VOEDSELKRINGLOOP Biologisch evenwicht Toestand waarbij in een levensgemeenschap het aantal individuen van elke soort om een gemiddelde waarde schommelt. Voor een bepaald biotoop blijft deze waarde in de tijd constant. Er is dan voldoende voedsel voor elke schakel uit de voedselkringloop!