- Scholieren.com

advertisement
Historisch kader
200 v. Chr.
Vietnam onder Chinees bestuur. Het gebied neemt het keizerlijk bestuur,
confucianisme en taal over.
10e eeuw
Vietnam wordt onafhankelijk van China (maar blijft een soort kopie van China 
mandarijnklasse bestuurt met de keizer de agrarische samenleving van rijstboeren)
1858
Fransen komen in Vietnam en krijgen van de keizer drie provincies in de Mekongdelta
(vruchtbaar rijstgebied dankzij de irrigatielandbouw)
1885
Fransen voeren oorlog met de Chinezen om Tonkin. Chinezen sluiten vrede en
Fransen hebben de macht in Indochina. Fransen laten Saigon uitgroeien tot het Parijs
in de Orient. Vietnamezen krijgen les over de idealen van de Verlichting maar mogen
ze niet toepassen in eigen land.
1929
Oprichting Vietnamese Nationalistische Partij (1930 opstand)
1945
Japan heeft Vietnam bezet in WO II. Aan het einde van de oorlog roepen de
Vietnamese nationalisten onafhankelijkheid uit. Het land wordt speelbal in de Koude
oorlog.
Hoofdstuk 1 – Koude oorlog en dekolonisatie in Indochina
1.1 Twee werelden en een ijzeren gordijn
Na de Tweede Wereldoorlog ontstaat de Koude Oorlog. Er zijn spanningen tussen de twee
wereldmachten (VS en Sovjet-Unie). Deze twee supermachten:
- hebben een wapenwedloop (gevoed door angst voor elkaar en angst voor atoomwapens)
- willen een zo groot mogelijke invloedssfeer
De VS werd gekenmerkt door het kapitalisme, de Sovjet-Unie door het communisme. Toen geen van
de supermachten ook echt atoomwapens inzette, zwakten de spanningen af en kwam er een politiek
van vreedzame co-existentie.
1.2 Overal loert de vijand
Om steun te krijgen voor hen eigen optreden probeerden de supermachten vreselijke vijandbeelden
te creeëren. In 1947 begint Truman met de containment-politiek: het indammen van de vijand door
landen die communistisch dreigen te worden te helpen met financiële en militaire steun.
1.3 Een Japanse tijdbom
In Zuidoost-Azië bezetten de Japanners tijdens de Tweede Wereldoorlog veel gebied en steunde hier
het nationalisme (: de Japanse tijdbom). Door het machtsvacuüm konden de gekoloniseerde volken
onafhankelijkheid bewerken.
1.4 Het China-syndroom
De Amerikanen werden ongerust toen in 1949 de communisten de macht overnamen in China. Toen
ook nog het communistische Noord-Korea in 1950 Zuid-Korea aanviel besloot de Veiligheidsraad
tussenbeide te komen. Hier was wel weerstand tegen vanuit de VS vanwege de eerdere Taiwankwestie. Het binnenvallen in Zuid-Korea liep uit de hand en na jaren strijd werd de vooroorlogse
situatie weer hersteld. De VS creeërde naar aanleiding hiervan hun dominotheorie om de
‘communistische expansiedrang’ tegen te gaan. Ze steunden bijvoorbeeld de marionettenregeringen.
Hoofdstuk 2 – Kolonisatie en dekolonisatie van Vietnam
2.1 Het Franse juk
In de tweede helft van de negentiende eeuw bezetten de Fransen Indochina. De Fransen richten de
Indochinese Unie op die bestond uit 1 kolonie en 4 protectoraten. Keizer van Vietnam blijft aan de
macht maar komt onder Frans bestuur. Cochin China in de Mekongdelta in het Zuiden van Vietnam
wordt een kolonie met Saigon als hoofdstad. Saigon groeit uit tot grote industriestad naar Frans
voorbeeld.
De bevolking van deze kolonie:
Bovenlaag
-Franse ondernemers
-Vietnamese grootgrondbezitters,
-fabriekseigenaren
-geslaagde Chinese handelaren
Bovenlaag woont in grote huizen. Veel succesvolle Vietnamezen gingen over op het roomskatholieke geloof. Meerderheid van arme arbeiders en pachtboeren die wonen in sloppenwijken.
2.2



Nationalisme of communisme?
Weinig Vietnamezen hadden goede scholing gehad
De grote massa van de Vietnamezen op het platteland moest flinke belastingen betalen
De in de steden wonende grootgrondbezitters vroegen hoge pachten en lieten plantagearbeiders
voor zich werken
Steeds meer nationalisten begonnen zich af te zetten tegen het Franse bewind en wilde een beter
leven voor de meeste Vietnamezen. Ze probeerden behalve arbeiders in de steden ook boeren en
plantagearbeiders voor hun strijd te winnen.
Ho Chi Minh maakte kennis met het communisme en zag de arme Vietnamezen steeds meer als
slachtoffers van de Franse kolonisator.
Het communisme werd naast het nationalisme steeds belangrijker in de onafhankelijkheidstrijd van
de Vietnamezen. Ho richtte in 1930 met steun uit Moskou de Indochinese Communistische Partij op.
In de Tweede Wereldoorlog bezette Japan Indochina. In 1941 werd de Vietminh opgericht, door Ho
Chi Minh, om het verzet tegen de Franse en Japanse bezetters te bieden en onafhankelijk te worden.
In 1945 gaf Japan zich over en sprong de Vietminh in het machtsvacuüm en riep de onafhankelijkheid
uit. Ho Chi Minh hoopte op steun van de VS. De VS was echter bang dat er teveel communisten bij de
Vietminh zouden zitten en gaven die steun niet. Frankrijk bezette opnieuw Vietnam. Er ontstond een
oorlog. In 1954 verloren de Fransen in Dien Bien Phoe en werd de ZOAVO opgericht.
Ho Chi Minh was de baas in Noord Vietnam en in Geneve werd onderhandeld over de toekomst van
het zuiden. Vietnam werd bij de Geneefse akkoorden gesplitst in Noord en Zuid.
Hoofdstuk 3 – Noord- en Zuid-Vietnam na 1954
Vietminh en Vietcong
Vietminh  1941-1954  vecht als guerrillaleger in Vietnam tegen de Fransen
Vietcong  1954-1976  vecht als communistisch guerrillaleger in Zuid- Vietnam tegen de
Amerikanen
Interne revolutie en externe revolutie
- interne revolutie  communisme doorvoeren in Noord Vietnam (door landhervormingen en
bezittingen te verdelen)
- externe revolutie  poging om Zuid Vietnam vanuit Noord Vietnam communistisch te
maken, zodat er 1 communistisch Vietnam kwam. Hiervoor werd de Vietcong ingezet.
3.1 ‘Doc lap’ in het Noorden
3.2 Een messias zonder gelovigen
3.3 Het moeras van de Koude Oorlog
Hoofdstuk 4 – Een supermacht verliest een oorlog (1964-1973)
4.1 ‘Ze kunnen de oorlog winnen, als wij ze maar laten zien hoe’
Johnson had zich altijd voor binnenlandse problemen geïnteresseerd (armoede, rassenproblematiek)
Hij wilde een groot hervormingsprogramma, “Great Society”. Voorzichtig militair ingrijpen in Vietnam
om Derde Wereldoorlog te voorkomen.
Drie beperkende voorwaarden voor een beperkte oorlog:
1. Zo weinig mogelijk Amerikaanse slachtoffers
2. De oorlog winnen met conventionele middelen (geen atoombommen)
3. Het oorlogsgebied beperken tot Vietnam
4.2 Steeds dieper in het moeras
VS/ Zuid Vietnam
Na Tonkin- incident (1964) komt een einde aan de beperkte oorlog
De Tonkinresolutie wordt aangenomen: de president krijgt de volmacht om de oorlog in Vietnam te
voeren zoals hij het goed achtte. Doel blijft zo weinig mogelijk Amerikaanse slachtoffers. Johnson
kiest voor de intensivering van de bombardementen  operatie Rolling Thunder (bedoeld om de
bevoorrading via de Ho Chi Min-route af te snijden).
Vanaf 1965 worden er steeds meer grondtroepen naar Vietnam gestuurd.
Noord Vietnam
De Vietcong (geleid door Vo Nguyen Giap, de overwinnaar van Dien Bie Phoe 1954) gaat geen grote
veldslagen met de Amerikanen voeren maar past de tactiek van een guerrillaoorlog toe. De
Amerikanen proberen de guerrillaoorlog te bestrijden door napalmbombardementen en
ontbladeringsmiddel als agent orange.
4.3 Samen onder de rode vlag
De bombardementen in het Noorden veroorzaakten grote schade. Het communistische China en de
communistische Sovjet Unie steunden Noord-Vietnam (wapens).
In de Vietnamoorlog konden de beide partijen uit de Koude Oorlog hun nieuwste wapens uittesten.
4.4 Een eervolle vrede?
Johnson wilde ondanks de verliezen niet van terugtrekken weten. Hij wilde onderhandelingen met
Noord Vietnam afdwingen door steeds meer bombardementen.
In januari 1968 komt het Tet-offensief van Vietcong op Zuid-Vietnamese steden, Amerikanen
schrikken maar slaan terug.
In maart 1968 maakte Johnson bekend dat hij niet herkiesbaar was.
Na Tet-offensief wordt duidelijk dat geen van de beide partijen kan winnen.
Johnson’s opvolger Nixon belooft een eervolle vrede en terugtrekking van de troepen.
Dit doet hij door Vietnamisering : Amerikaanse troepen worden teruggetrokken en het ZuidVietnamese leger moet het alleen doen tegen de Vietcong en het Noord-Vietnamese leger. Wel voert
Amerika de bombardementen op en steunt het Zuid Vietnam met wapens.
In 1969 beginnen de Vredesbesprekingen in Parijs. Uiteindelijk worden in 1973 de Parijse akkoorden
getekend (bijna hetzelfde als de Geneefse akkoorden van 1954). De onderhandelingen duurden
eindeloos omdat Noord-Vietnam pas wilde onderhandelen als er gestopt werd met
bombardementen. Nixon wilde dat niet, want hij zag dat als nederlaag. Nixon probeerde nu vrede te
krijgen door de bondgenoten van Noord-Vietnam (Sovjet Unie en China) tegen elkaar uit te spelen.
Dit wordt de driehoeksdiplomatie genoemd. Dit lukte en Noord-Vietnam kwam toch naar de
onderhandelingstafel.
Na de Parijse akkoorden verlaten de Amerikaanse troepen Vietnam. Zuid-Vietnam was een chaos nu
de president niet meer door de Amerikanen gesteund werd en vele Zuid-Vietnamese soldaten
overliepen naar de Vietcong. In 1975 neemt Noord-Vietnam het zuiden in. Vanaf 1975 is Vietnam een
(communistisch) land.
Download