- Scholieren.com

advertisement
Samenvatting AK H2
Paragraaf 2.1
Vijftig km onder je is het zeker vijf keer zo heet als de
hoogste stand van de oven. Alleen de aardkorst scheidt je
van deze warmte. Onder de korst begint de mantel van de
aarde. Deze bestaat uit gloeiend hete steen dat magma
heet. Als deze massa boven de aardkorst uit komt heet het
lava. Bijna 3.000 km onder je voeten ligt de kern, een
ijzeren kogel met een doorsnee van ongeveer 5.000 km
De mensen dachten dat de ligging van de continenten altijd
hetzelfde was. Alfred Wegener viel op dat de continenten
precies in elkaar paste. Het lijken net puzzelstukjes. Het
leek net alsof ze aan elkaar zaten en uit elkaar gedreven
zijn. Hij zei dat het vroeger een groot oercontinent was
en noemde het continent Pangea. Platen van Pangea zijn
later uit elkaar gedreven en die bewegen nog steeds dat
proces heet platentektoniek.
Paragraaf 2.2
De aardkost bestaat uit losse tektonische platen die
voortdurend in beweging zijn. Op de grens van 2 platen
(breuklijn) zijn drie soorten beweging mogelijk:
1. Platen bewegen naar elkaar toe
2. Platen bewegen van elkaar af
3. Platen bewegen langs elkaar
Tektoniche platen bewegen erg langzaam, maar met veel
kracht. Dat veroorzaakt miljoenen aardbevingen per jaar.
De meeste zijn heel licht. Maar de zwaardere komen door
platen die bij elkaar komen, duwen tegen elkaar op en
schieten soms met een schok verder. Platen die langs
elkaar schuiven zijn maar zelden zo mooi recht. Meestal
met grillig vormende platen
De plek aan het aardoppervlak recht boven de aardbeving
noemen we het epicentrum. Een manier om de kracht van
aardbevingen in getallen weer te geven is de schaal van
richter. De schaal loopt van tot 12, waarbij elk extra
punt staat voor een tien x zo zware aardbeving.
IJsland ligt op de midoceaniche rug dit is het lastigste
gebergte ter wereld, midden van de Atlantische oceaan
Wat er gebeurt als twee tektonische platen op elkaar
botsen, zie je ten noorden van India. Daar is het
Himalayagebergte ontstaan toen India op de rest van Azië
stuitte. Het gesteente kom maar een kant op: de hoogte in.
Zo onstond en plooiingsgebergte.
Paragraaf 2.3
Vulkanen kunnen op verschillende manieren ontstaan. Bij
subductie duikt een plaat onder een andere. Op die plek
ontstaat vaak een diepe trog. Het gesteente smelt, er
komen gassen vrij. Uiteindelijk word de druk van de magma
en gas zo groot dat een vulkaan uitbarst. Dit noem
explosief vulkanisme. De vulkaan die zo ontstaat, is een
stratovulkaan(Kegelvulkaan). Een schildvulkaanontstaan
waar twee platen uiteengaan en magma langzaam naar boven
komt. De uitbarsting van zo’n vulkaan is veel rustiger.
Het gevaar bij een uitbarsting komt vooral van instortende
aswolken, rotslawines en modderstormen die alles op hun
weg meenemen. Ondanks de gevaren gaan veel mensen in de
buurt van vulkanen wonen. Dat komt doordat de lava de
grond heel vruchtbaar maakt.
Paragraaf 2.4
Bij Hawaii en op andere plaatsten vind je nog een ander
soort vulkanen. Ze ontstaan op zwakke plekken(hotspots) in
de aardkorst, waar magma naar boven komt. Doordat de plaat
waar Hawaii op ligt, hier overeen schuift, is er veel
vulkanisme. Je vind er actieve, slapende vulkanen,
kraters, en ook fumarolen. Ook aardbevingen komen
regelmatig voor. Bewoners van Hawaii zijn daarom altijd
bedacht op tsunami’s.
Download