pgo-leidraad `Betacanon platentektoniek`

advertisement
PGO-LEIDRAAD ANW – V4A
Module
Groepsleden
Artikel (titel)
Module 2
Voorzitter: Carlijn van Herpt
Notulist: Vivian Allis
Hoofdstuk 2 ‘Plaattektoniek’
uit ‘De bètacanon’
Onderwerp Biosfeer
Overige:
Bibi van Eijk
‘Op puzzel aarde beweegt
alles’
1. Verhelder onduidelijke termen en begrippen.
Doordat dit artikel vrij kort is en zeer duidelijk informatie geeft waarin onduidelijke termen of
begrippen worden uitgelegd, zijn er geen onduidelijke termen of begrippen die verhelderd moeten
worden.
2. Definieer het centrale probleem / vraag van het artikel.
Hoe kan het dat platen verschuiven?
3. Analyseer het artikel / de rode draad.
Plaattektoniek, zo is inmiddels bekend, is het mechanisme dat de beweging van de continenten
veroorzaakt. Gebergtevorming, vulkanisme en aardbevingen, het is er allemaal mee te verklaren. In
1912 beweerde de Duitse meteoroloog Alfred Wegener dat de continenten ooit aan elkaar vast
zaten. Hij baseerde die bewering, net als Ortelius, op in elkaar passende kustlijnen.
Bovendien kwamen aan weerszijden van de oceaan dezelfde fossielen voor en was het
onwaarschijnlijk dat de bijbehorende planten en dieren de oceaan waren overgestoken, vond hij.
De verklaring kwam uiteindelijk van de Britse geoloog Arthur Holmes, die suggereerde dat radioactief
verval in de aarde de energiebron is die de continenten doet bewegen door stromingen in het
binnenste van de aarde: convectie.
Het buitenste gedeelte van de aarde (de lithosfeer) bestaat uit meerdere platen die met de snelheid
van een groeiende nagel bewegen over de onderliggende taai-vloeibare massa (de asthenosfeer).
De Nederlandse geofysicus Felix Vening Meinesz deed zwaartekrachtmetingen op zee en merkte dat
langs diepzeetroggen, waar veel vulkanen en aardbevingen zijn, de zwaartekracht afwijkt. Harry
Hess, een leerling van Vening, ontdekte dat er midden in alle oceanen langgerekte onderzeese
bergketens liggen. Bij de mid-oceanische ruggen bewegen de convectiestromen uit elkaar.
Bij diepzeetroggen schuift de ene plaat onder de andere (subductie), omdat hier de
convectiestromen naar elkaar toe bewegen. Dit kan ontaarden in heftige aardbevingen.
In een subductiezone kan een ondergeduwde plaat zo sterk opwarmen dat hij gedeeltelijk smelt. Het
magma stijgt dan op door de korst en vormt vulkanen aan het oppervlak.
Grootschalige gebergtevorming vindt plaats als twee continentale platen botsen, zoals in de Alpen en
de Himalaya.
Overigens kunnen platen ook langs elkaar schuren zonder dat er een wordt opgeduwd.
4. Orden de ideeën uit de analyse van het probleem.
Deze tekst is al onderverdeeld in alinea’s en elke alinea gaat over hetzelfde ‘deelonderwerp’
waardoor deze vraag niet van toepassing is bij deze tekst.
5. Formuleer leerdoelen.
1. Hoe kan het dat Titan, de grootste maan van Saturnus, ook tekenen van schuivende platen
vertoont?
2. Bestaat platentektoniek ook op andere planeten zoals Venus en Mars omdat hier vulkanen
zijn, en hoe kunnen onderzoekers hier dan achter komen?
3. Waarom was Alfred Wegener zo zeker van zijn zaak als hij geen aannemelijk mechanisme
kon aanvoeren dat het uiteendrijven verklaart?
PROCESCONTROLE (punten,datum)
DOCENT
________________
6. Beantwoord je leerdoelen.
1. Aangenomen wordt dat het mechanisme dat het vulkanisme op Titan aanstuurt hetzelfde is
als dat op Aarde, namelijk radioactief verval. Het vloeibare water onder de ijskorst zou hierbij
dezelfde rol kunnen vervullen die magma op Aarde heeft, hetgeen gezien het feit dat ijs een
lagere dichtheid heeft dan water echter wel betekent dat er een hoop extra energie nodig is.
Deze energie wordt mogelijk opgewekt door de getijdenversnelling die Saturnus veroorzaakt.
2. Bij de planeet Venus, die bijna dezelfde grootte heeft als de Aarde en bovendien vulkanisch
zeer actief is, is het ontbreken van platentektoniek moeilijker te begrijpen. De meest
waarschijnlijke verklaring is dat op Venus het op Aarde in grote mate aanwezige water totaal
ontbreekt. Op Aarde zorgen bepaalde reacties waarin water een rol speelt voor het ontstaan
van schuifzones in de diepere korst en mantel. Bij subductiezones verdwijnen ook waterrijke
sedimenten de aardmantel in, waarbij het water het materiaal in de subductiezone verzwakt
en de beweging langs de zone vergemakkelijkt.
In 1999 werd ontdekt dat de marskorst in banden gemagnetiseerd is, net als de oceanische
korst van de Aarde.[26] Sommige onderzoekers denken daarom dat op Mars een soort
platentektoniek actief moet zijn geweest.[27] Er zijn op Mars echter geen duidelijke sporen
van een subductie-achtig proces gevonden. Het lijkt er daarom op dat de convectie in de
marsmantel niet voldoende was om het proces in gang te houden en dat het proces in een
vroeg stadium tijdens de geschiedenis van deze planeet tot stilstand kwam.
3. Wij kozen Alfred Wegener als wetenschapper waarvan wij meer kunnen leren voor ons
onderzoek naar plaattektoniek, waardoor deze vraag waarschijnlijk beantwoord zal worden
in een van de volgende artikelen.
7. Schrijf een korte samenvatting van de ‘oplossing’ van dit probleem.
Harry Hess, een leerling van Vening, ontdekte dat er midden in alle oceanen langgerekte onderzeese
bergketens liggen. De mid-Atlantische rug bleek precies de contouren van Afrika en Zuid-Amerika te
volgen. Bij de mid-oceanische ruggen bewegen de convectiestromen uit elkaar. Omdat de aardplaten
van elkaar af bewegen, worden hier diepe spleten getrokken, waarbij vloeibaar gesteente, magma,
omhoog komt en stolt. Zo worden de continenten steeds verder uit elkaar gedrukt.
PROCESCONTROLE (punten,datum)
DOCENT
________________
Download