MMPI-2 - PEN Psychodiagnostics

advertisement
Drs. Theo Bögels
Managing director
PEN Psychodiagnostics
PEN Psychodiagnostics
2004
Schaal 1
Hypochondrie (Hs)

Klachten;


Cognities;


Rigide, egocentrisch, geen inzicht, cynisch, kritisch
Emoties;


somatische klachten, pijn, vermoeidheid, zwakte
Ongelukkig, pessimistisch, ziek gevoel, gebrek aan
angst/drive/inzet, bozig, kwaadaardig
Gedrag;

Egocentrisch, eisend, koppig, klagerig, manipulatief,
afhankelijk, maar ook zorgzaam, eerlijk
Schaal 2
Depressie (D)

Klachten;


Cognities;


Zorgelijk, besluiteloos, zelfkritisch, traag, schuld, eng
Emoties;


gering zelfvertrouwen, angst, somber, somatische klachten,
concentratiemoeite
Droevig, ongelukkig, geirriteerd, germd, ontevreden, huilerig,
intrapunitief, moedeloos
Gedrag;

Verlegen, kritisch, angstig, traag, maar ook; objectief,
realistisch, aangepast
Schaal 3
Hysterie (Hy)

Klachten;


Cognities;


denkt positief, gebrek aan inzicht, ondernemend, enthousiast
Emoties;


Spanningshoofdpijn, somatische klachten, duizeligheid,
flauwte, aandachtvragend, moeilijke thuissituatie, problemen
met vader
Hartelijk, emotioneel, schrikachtig, moeite met voelen en uiten
van boosheid, conversie
Gedrag;

Infantiel, onrijp, eisend, egocentrisch, naief, suggestibel,
afhankelijk, maar ook vriendelijk, optimistisch
Schaal 4
Psychopathie (Pd)

Klachten;


Cognities;


Ondernemend, zelfvertrouwen, onvoorspelbaar, vijandig,
rebels, snel verveeld
Emoties;


Stoort zich aan regels, aanpassingsproblemen,
asociaal/antisociaal gedrag, middelenmisbruik,
relatieproblemen
Ongevoelig, oppervlakkig, rationaliserend, impulsief woedend
Gedrag;

Onrijp, manipulatief, egocentrisch, impulsief, onbetrouwbaar,
antisociaal, maar ook; assertief, energiek
Schaal 5
correleert enigszins met opleiding
 rolvastheid
 laag kan rigide zijn, macho
 (sexuele) identiteit, preoccupaties,
problemen
 artistiek, nieuwsgierig, creatief
 empathisch, tolerant

PEN Psychodiagnostics
Schaal 5
Gender (Mf)
T-score
Mannen
Vrouwen
T>75
Sexuele/agressie problemen, Sexuele problemen,
perversie, relatieproblemen, relatieproblemen, ongeremd,
met uiterlijk bezig
agressief
T=4075
passief, vrouwelijk,creatief,
introspectief, tolerant,
sociaal
assertief, onvriendelijk,
dominant, energiek,
T<40
Macho, avontuurlijk,
ongevoelig
Traditioneel vrouwelijk,
submissief, manipulatief
Schaal 6
Paranoidie (Pa)

Klachten;


Cognities;


Achterdocht, rigide, gebrek aan inzicht, betrekkingsideeen,
wanen
Emoties;


Voelen zich niet begrepen, angst voor agressie van buitenaf
Woede, gauw beledigd, overgevoelig, angst
Gedrag;

Koppig, sociaal onhandig, ontwijkend, achterdochtig,
paranoide gedrag, externaliseren
Schaal 7
Psychastenie (Pt)

Klachten;


Cognities;


Moralistisch, zelfkritisch, twijfel, minderwaardig, magisch
denken
Emoties;


Piekeren, concentratiemoeite, gebrek aan zelfvertrouwen,
sociale problemen, vermoeidheid
Inferieur gevoel, onzeker, schuldgevoel, sentimenteel
Gedrag;

Angstig, obsessief, rituelen, perfectionistisch, compulsief,
rigide, formeel, georganiseerd
Schaal 8
Schizofrenie (Sc)

Klachten;


Cognities;


Vreemd, ontoegankelijk, gebrek aan realiteitzin
Emoties;


Angst, paniek, verwardheid, alienatie, sexuele problemen,
hallucinaties, impulsiviteit
Angst, eenzaamheid, verstoten gevoel, depersonalisatie,
impulsief woedend
Gedrag;

Vreemd, excentriek, koppig, onrijp, bizar, schizoide
Schaal 9
Manie (Ma)

Klachten;


Cognities;


Ondernemend, creatief, grootheidideeen, religieuze wanen,
hallucinaties, versneld denken
Emoties;


Overwaardig gevoel, angst voor verveling, prikkelhonger,
middelenmisbruik, verwardheid
Gespannen, angstig, energiek, impulsief, ontremd, snel
geirriteerd, eufoor, depressief
Gedrag;

Extravert, energiek, rusteloos, ongeduldig, hyperactief,
narcistisch, geagiteerd
Schaal 0





later ontwikkeld
tendens tot afgrenzen
en zich terugtrekken,
ook van
verantwoordelijkheden
sociale introversie
weinig zelfvertrouwen
overgecontroleerd





submissief
gevoelens indirect
uiten
voorzichtig en
conventioneel
besluiteloos
bezorgd
PEN Psychodiagnostics
Schaal 0
Sociale introversie (Si)

Hoge T-score
 Sociaal
onhandig,
piekergedrag, rigide,
angstig, gauw
overstuur, verlegen,
introvert, submissief,
serieus, afhankelijk,
zoekt alleen zijn

Lage T-score
 Vriendelijk,
sociaal,
actief, energiek,
extravert, agressief,
manipulatief, onrijp,
prikkelhonger, zoekt
gezelschap
Code types








12/21
13/31
14/41
18/81
19/91
23/32
24/42
27/72








somatiek, pijn
somatoform, conversie
somatiek, indirect
onuitgedrukt vijandig
onrust, afhankelijk
moe, geen inzicht
justitie, problemen
bezorgd, kl depressie
PEN Psychodiagnostics
MMPI-2
Inhoudschalen
ANX; angst
FRS; object-angst
OBS; obessiviteit
DEP; depressie
HEA; somatisatie
BIZ; bizarre gedachten
ANG; woede
CYN; cynisme
ASP; antisociaal gedrag
TPA; type A gedrag
LSE; lage zelfwaardering
SOD; sociaal discomfort
WRK; problemen op werk
TRT; negatieve houding
naar behandeling
MMPI-2
Inhoudschalen
Angst (ANX)
 Hoge scores......

 Diffuse
angstklachten
 Somatische klachten, concentratiemoeite,
slaapklachten
 Angst voor verwarring, leven is een last
 Problemen met beslissingen
MMPI-2
Inhoudschalen

Specifieke angst (FRS)
 Frs
1;Gegeneraliseerde angst/stress
 Frs 2; Multipele fobieen

Hoge scores
 Kan
een veelheid van angstvormen betreffen
 Angst voor bloed, hoogte (hoogtevrees), dieren,
verlating, brand, natuurgeweld, donker
 Een of andere fobie
MMPI-2
Inhoudschalen
Obsessiviteit (OBS)
 Hoge scores

 Problemen
met besluiten nemen
 Rumineren over problemen
 Veroorzaken ongeduld bij anderen
 Verandering geeft stress
 Compulsief gedrag
• Dwanggedrag
• dwangdenken
MMPI-2
Inhoudschalen

Depressie (DEP)
 Dep
1; gebrek aan drive
 Dep 2; dysforie
 Dep 3; zelfdepreciatie
 Dep 4; suicidale ideatie

Hoge scores
 Depressieve
gedachten, sombere stemming
 Onzeker, negatief over de toekomst
 Suicidale gedachten, schuldgevoelens
MMPI-2
Inhoudschalen

Lichamelijke klachten (HEA)
Hea 1; buikklachten
 Hea 2; neurologische symtomen


Hoge scores
Buikklachten, neurologische klachten (duizelingen,
fauwvallen, verlamming)
 Sensorische klachten (visus, gehoor)
 Hartklachten
 Huidklachten
 Hoofdpijn, ademhaling
 Zorgelijk over de gezondheid

MMPI-2
Inhoudschalen

Vreemde gedachten (BIZ)
 Biz
1; Psychotische symptomen
 Biz 2; Schizotypische kenmerken

Hoge scores
 Psychotische
denkprocessen
 Auditieve, visuele en reukhallucinaties
 Paranoïde ideatie
 Het gevoel een speciale missie te hebben
 Idee speciale kracht of macht te hebben
MMPI-2
Inhoudschalen

Woede (ANG)
Ang 1; explosief gedrag
 Ang 2; geirriteerd gevoel


Hoge scores…
Moeite agressie te beheersen
 Snel geirriteerd, ongeduldig, koppig
 Overt agressief gedrag

• Voorwerpen
• mensen

Gebrekkige zelfcontrole
MMPI-2
Inhoudschalen

Cynisme (CYN)
Cyn 1; negatief denken over anderen
 Cyn 2; achterdochtig


Hoge score…
Misantrope gedachten
 Veronderstellen kwade bedoeling bij anderen
 Wantrouwen in mensen
 Negatieve attitude naar

• Collega’s
• Familie
• Vrienden
MMPI-2
Inhoudschalen

Antisociaal gedrag (ASP)
 Asp
1; antisociale attitude
 Asp 2; antisociaal gedrag

Hoge score…
 Feitelijk
probleemgedrag al langer bestaand
 Problemen met de wet
• Diefstal
• Geweld
 Plezier
in oppositioneel gedrag
MMPI-2
Inhoudschalen

Hoge aspiratie (TPA)
 Tpa
1; ongeduldig
 Tpa 2; competitief gedrag, gedreven

Hoge score…
 hard-driving,
fast-moving
 Workaholic
 Ongeduldig,
snel verveeld
 Dulden geen onderbreking
 Direct naar anderen maar veeleisend
MMPI-2
Inhoudschalen

Lage zelfwaardering (LSE)
 Lse
1; twijfel aan zichzelf
 Lse 2; submissief

Hoge scores…
 Denken
negatief over zichzelf
 Geloven dat anderen hen niet mogen
 Gebrek aan zelfvertrouwen
 Moeite met complimenten
 Zorgelijk piekergedrag over zichzelf
MMPI-2
Inhoudschalen

Sociaal ongemak (SOD)
 Sod
1; introvert
 Sod 2; verlegen

Hoge score…
 Voelen
zich ongemakkelijk bij mensen
 Trekken zich vaak terug
 Verlegen
 Vermijden situaties als feesten e.d.
MMPI-2
Inhoudschalen

Familiale problemen (FAM)
 Fam
1; onenigheid met familie
 Fam 2; vervreemd van familie

Hoge scores…
 Hebben
een hekel aan familieleden
 Klagen over gebrek aan liefde, ruzie e.d
 Schetsen een nare jeugd
 Huwelijksproblemen
MMPI-2
Inhoudschalen
Werkproblemen (WRK)
 Hoge scores…

 Moeite
met functioneren op het werk
 Gering zelfvertrouwen, concentratieproblemen
 Gevoelig voor spanning en druk
 Onzeker en twijfelend
 Klagen over gebrek aan support door anderen
MMPI-2
Inhoudschalen

Negatief t.o.v. behandeling (TRT)
Trt 1; geringe motivatie
 Trt 2; onvermogen zich te uiten


Hoge scores…
Negatieve houding naar doctoren en GGZ-hulp
 Geloven dat een ander niet begrijpen kan
 Moeite om over problemen te praten
 Niet gemotiveerd iets te veranderen
 Geneigd op te geven
 Lopen weg voor confrontatie

Supplementaire schalen
MAC-R Alcoholisme
O-H Controle agressie
AAS
Do
Dominantie
APS Verslavingspotentie
Re
Verantwoordelijkheid
Es
Iksterkte
Mt Aanpassing op school
A
Angst
GM Gender man
R
Verdringing
GF Gender vrouw
Middelenmisbruik
MDS Relatieproblemen
PK Posttraumatische stressS
Ho
S
Vijandigheid
Superman/-vrouw
Supplementaire schalen


Middelenmisbruik
MAC-R

Hoge scores suggereren middelenmisbruik
– Ruwe score > 27 zeer waarschijnlijk
– Ruwe score tussen 24-27 waarschijnlijk
– Ruwe score < 24; extravert, zelfvertrouwen, riskant gedrag

AAS


T score > 60 waarschijnlijk middelenmisbruik (-gebruik)
APS

T score > 60 tendens
Supplementaire schalen

Es
 Ontwikkeld
t.b.v indicatie psychotherapie
 Maat voor adaptatie
 Goede copingmogelijkheden
 Maat voor defensiviteit

A
 Maat

voor desadaptatie
R
 Introvert,
voorzichtig, internaliserend
Supplementaire schalen

MDS
 Huwelijksproblemen

of interpersoonlijke problemen
Ho
 Ervaren
woede en kwaadaardig gedrag
 In de kliniek; depressief, desadaptatie
 Risico voor hartkwaal

O-H
 Onderliggend
kwaad; uitlokbaar
 Lage scores; chronisch agressief
Supplementaire schalen

Do
 Ziet

zichzelf als sterk in omgang met anderen
Re
 Neemt
verantwoordelijkheid
 Afhankelijk
 Betrouwbaar

Mt
 Alleen
wanneer men schoolgaand is
 Hoge scores; psychologisch onaangepast
Supplementaire schalen

GM
Masculine gender
 Weinig valide


GF
Feminine gender
 Weinig valide


PK
Veteranen
 Alleen nuttig na oorlogservaring
 Algemene desadaptatie

Interpretatiestrategie
MMPI-2
in 8 stappen
PEN Psychodiagnostics
1. Validiteit van het profiel: ? schaal, L, F, F(b), K,
VRIN, TRIN, TRT, S, context van het testen,
klinische gegevens patiënt.
PEN Psychodiagnostics
2. Indien valide, met welke attitude is de test
ingevuld? Betekenis voor: klinische hoofdschalen,
inhoudsschalen, supplementaire schalen. Wat zegt dit
mogelijk over de persoon van de pat.?
PEN Psychodiagnostics
3. Eerste verkenning klin hoofdschalen. Wijzen
verhogingen vooral op individuele, eventueel
intrapsychische problemen, of is er vooral sprake
van een desadaptatie met betrekking tot de sociale
omgeving (schalen: 1,2,3,7,0 vs 4,6,8,9).
CI index
PEN Psychodiagnostics
4. Wat deelt pat. ons bewust mede middels de
inhoudsschalen? Zien we verhogingen op een van de
4 clusters: intrapsychische symptomen
(ANX,FRS,OBS,DEP,HEA,BIZ), naar buiten
gerichte agressie (ANG,CYN,ASP,TPA), negatief
zelfbeeld (LSE), algemene probleemgebieden
(SOD,FAM,WRK,TRT). Schrijf dit uit.
PEN Psychodiagnostics
5. Is er sprake van geen, of van een 1,2 of 3 toppig
codetype op de hoofdschalen? Ga aan de hand van
de Harris-Lingoes subschalen en de inhoudsschalen
na of en zo ja, welke subset van de schalen eventueel
vooral een rol speelt in de verhoging. Beschrijf deze
codetypes aan de hand van de literatuur en klinische
ervaring.
PEN Psychodiagnostics
6. Welke schalen zijn opvallend laag, wat ontbreekt
er eventueel? Probeer tot een interpretatie van het
gehele profiel te komen en betrek hierbij ook de
inhoudsschalen. Schrijf dit uit.
PEN Psychodiagnostics
7. Onderzoek de verhogingen op de supplementaire
schalen en beschrijf deze.
PEN Psychodiagnostics
8. Breng de gegevens met elkaar in verband en
benoem, liefst ondersteund door een of meer
theorieën, de volgende aspecten: symptomatologie,
interpersoonlijke relaties, persoonlijkheidstrekken,
gedragskarakteristieken, overwegingen met
betrekking tot classificatie en psychodiagnostiek,
indicaties en contra-indicaties voor behandeling in
de meest ruime zin.
PEN Psychodiagnostics
Interpretatiehulp door o.a.


CI index
NRI’s


Bögels
Van Balen et al.
werkboek in voorbereiding !
PEN Psychodiagnostics
Psychodiagnostiek als proces
Stap 1: data verzamelen via observatie,
gesprek en test

Zo neutraal en objectief mogelijk (kunde)
Stap 2: interpretatieproces, sprong van data
naar theorie (rode draad), hypotheses

Zo creatief mogelijk (kunst)
MMPI-2
Code typen
Aanpak van Jack Graham
Gebaseerd op empirie
Algemene richtlijnen bij de interpretatie
• Er zijn 8 schalen die klinisch van belang zijn
• Laat schaal 5 en schaal 0 buiten beschouwing
Het hoogteverschil binnen het codetype doet er in veel
gevallen niet toe; dus 1-3 is qua interpretatie gelijk
aan 3-1.
MMPI-2
Code typen

Definitie
 Minstens
5 T-score punten tussen de laagste
schaal in het code type en de volgende klinische
schaal
 Als er geen code type is richt de interpretatie
zich op de individuele schalen

Verhoging
 T>65;
symptomen en persoonlijkheidstrekken
 T<65; alleen persoonlijkheidstrekken
CODETYPE 1-4/4-1
(komt zelden voor)




Klachten/problemen;
Somatische klachten, angstig, onzekerheidgevoelens,
middelenmisbruik.
Cognities
Negativistisch, ontevreden, pessimistisch.
Emoties
Angst, boosheid, extrapunitief.
Gedrag
Eisend naar anderen, conflict zoekend, rebels (thuis),
verantwoordelijkheid ontlopend.
Etiologie
Vroege verwaarlozing met hechting, later rebellie.
CODETYPE 2-4/4-2





Klachten/problemen;
Problemen met de wet, autoriteit, middelenmisbruik,
relatieproblemen, suicidaliteit, depressie, angst
Cognities
Zelfondermijnend, negatief, wanhopig, rigide, periodisch
schuldbesef.
Emoties
Somber, angstig, vijandig, intrapunitief, gefrustreerd.
Gedrag
Impulsief, manipulatief, passief, afhankelijk, egocentrisch.
Etiologie
Als kind geen basis vertrouwen gekend.
CODETYPE 3-4/4-3





Klachten/problemen;
Psychosomatische klachten, relatie/gezinsproblemen, angst voor
afwijzing, suicidedreiging, drankmisbruik, (psa.diagn; passiefagressieve PS).
Cognities
Gebrek aan inzicht, dissociatief, onder stress suicidaal.
Emoties
Extrapunitief, soms explosief, woede, acting out, afhankelijkheid
en verzet.
Gedrag
Passief-agressief, onrijp, egocentrisch, aandacht eisend,
ongeduldig, sexueel onaangepast, geweldadig
Etiologie
Als kind afgewezen, reageerden met ontkenning en goedpraten.
CODETYPE 4-5/5-4





Klachten/problemen;
Moeizame aanpassing, impulsiviteit, korte periodes explosief, (Psa.
diagn; vaak passief-agressieve PS).
Cognities
Zelfbewust, nonconformistisch, oppositioneel w.b. eigen sexe-rol.
Emoties
Sexueel getint, passieve behoefte, boosheid.
Gedrag
Sexuele perversie, egocentrisch, afhankelijk.
Etiologie
Bij mannen aangeleerde homosexualiteit op basis van angst voor
dominantie vrouw.
Bij vrouwen afwijzing van homosexuele inslag.
CODETYPE 4-6/6-4





Klachten/problemen;
Sociaal onaangepast, narcistisch, relatieproblemen, impulsiviteit,
middelenmisbruik, allergieen, kans op psychose bij forse
verhoging, (Psa.diagn; passief-agressieve PS, schizofrenie).
Cognities
Vijandig, achterdochtig, defensief, ontkennend, externaliserend.
Emoties
Spanning, woede, wrok, overgevoelig, explosief.
Gedrag
Agressief, egocentrisch, manipulatief, eisend naar anderen, rigide.
Etiologie
Onbetrouwbaar en kritisch gedrag van de ouders.
CODETYPE 4-7/7-4





Klachten/problemen;
Gespannenheid, vage somatische klachten, bezorgdheid,
hoofdpijn, sociale/relatie problemen, problemen met de wet,
middelenmisbruik (acting out)
Cognities
Tobben, rumineren, zelfbeschuldiging, beschuldiging anderen.
Emoties
Spanning, spijt, minderwaardigheid, afwisselend acting out en
schuldgevoel.
Gedrag
Onrijp, impulsief, onzeker, afhankelijk.
Etiologie
Inconsistente opvoeding, ene ouder punitief de ander toegeeflijk
CODETYPE 4-8/8-4
Klachten/problemen;
Angst, depressie, gekwetste gevoelens, agressie en sexuele
problemen, middelenmisbruik, ernstige desadaptatie, (psa.diagn;
schizofrenie, ASP, paranoide PS, schizoide PS)
 Cognities
Verward, bizar, achterdochtig, zelfondermijnend, gefixeerd op sex,
radicale opvattingen.
. Emoties
Diepgevoelde onzekerheid, inferieur, leeg, humeurig.
 Gedrag
Onvoorspelbaar, impulsief, antisociaal, delinquent, vijandig,
schizoid.
 Etiologie
Jeugd met ernstige verwaarlozing, mishandeling.

CODETYPE 4-9/9-4
Klachten/problemen;
Overschrijding van sociale en morele grenzen, impulsief,
prikkelhonger, desadaptatie met delinquentie, middelenmisbruik,
oppervlakkige relaties, (psa.diagn; ASP).
 Cognities
Egoistisch, ambitieus, jacht op lust, magere gewetensfunctie.
. Emoties
Kwaad, wrokkig, niet empathisch, beschuldigend, snel
gefrustreerd
 Gedrag
Extravert, narcistisch, energiek, onrijp, impulsief, antisociaal.
 Etiologie
Interactie tussen genetische factor en opvoeding.

MMPI-2
Code type 1-2/2-1
Klachten/problemen
somatische klachten, drankproblemen, communiceert
ziekte, zorgen over gezondheid, angst, onrust,
gedeprimeerd, ongelukkig
Persoonlijkheid
introvert, verlegen, twijfelzucht, wantrouwend,
hypochonder, aandacht eisend
MMPI-2
Code type 1-3/3-1
Klachten/problemen
conversie, functioneert slecht, lichamelijke klachten die
onder stress erger worden.
Persoonlijkheid
theatrale PS, geen inzicht, onrijp, egocentrisch,
afhankelijk, extravert, manipulatief, passief agressief
MMPI-2
Code type 1-8/8-1
Klachten/problemen
forse agressieproblemen, vijandige gevoelens,
desadaptatie, verwardheid, depressieve klachten, vlak
affect, psychotische symptomen (hypochondrie)
Persoonlijkheid
Vaak diagnose schizofrenie, eenzaam, dissociatieve
fenomenen, sociaal onhandig
MMPI-2
Code type 1-9/9-1
Klachten/problemen
forse spanning en opwinding, angst, somatische
klachten, veel frustraties
Persoonlijkheid
extravert, impulsief, conflict zoekend en
tegelijk passief afhankelijk
MMPI-2
Code type 2-3/3-2
Klachten/problemen
nervositeit, depresieve gevoelens, vermoeidheid,
anhedonie, buikklachten
Persoonlijkheid
passief, afhankelijk, onzeker, twijfel in zichzelf, kropt
gevoelens op, claimend naar anderen, overgevoelig voor
kritiek
MMPI-2
Code type 2-7/7-2
Klachten/problemen
angst, spanning, piekeren, vermoeidheid,
depressie, gauw uit balans
Persoonlijkheid
stressgevoelig, passief/afhankelijk, onzeker,
intrapunitief, hoge eisen aan zichzelf,
perfectionistisch, moralistisch, in staat om een
emotionele band te maken
MMPI-2
Code type 2-8/8-2
Klachten/problemen
angstig, geagiteerd, spanning, concentratieproblemen,
cognitief verward, somatische klachten, dissociatieve
klachten, gevoelig voor reactie van anderen, diep
wanhopige gevoelens, zelfdepreciatie
Persoonlijkheid
kwetsbaar voor stress, psychotiform (diverse
psychiatrische diagnosen komen voor), apathy, relatie
mijdend, geen contact met realiteit naar binnen
(persoon) en naar buiten (omgeving)
MMPI-2
Code type 2-9/9-2
Klachten/problemen
angst, gespannenheid, somatische klachten,
middelenmisbruik, pendulerend tussen actief en sloom,
organische beschadiging, (manische depressie)
Persoonlijkheid
egocentrisch, narcistisch, stelt irreeel hoge eisen,
ontkenning t.a.v eigen gevoelens
MMPI-2
Code type 3-6/6-3
Klachten/problemen
beperkt klaaggedrag, lichte angst, somatische
klachten, diep zittend vijandig naar familie,
lastig voor anderen
Persoonlijkheid
achterdochtig, egocentrisch, narcistisch,
ontkenning van psychische problemen
MMPI-2
Code type 3-8/8-3
Klachten/problemen
sterke psychische onrust, angst, spanning, depressie,
somatische klachten, concentratieproblemen, verwarde
gedachten, hallucinaties, wanen, (schizofrenie)
Persoonlijkheid
onrijp, afkankelijk, sterke aandachtbehoefte,
pessimistisch, niet betrokken op anderen
MMPI-2
Code type 6-8/8-6
Klachten/problemen
intense onzekerheid, schuldgevoelens, suicidaliteit, niet
betrokken op anderen, snel geirriteerd, psychotisch
gedrag, concentratie problemen, gebrek aan
realiteitszin, (schizoid, paranoide schizofrenie)
Persoonlijkheid
primitieve afweer, geen grens tussen fantasie en
werkelijkheid, erfelijke factor.
MMPI-2
Code type 6-9/9-6
Klachten/problemen
zeer angstig, kwetsbaar, stressgevoelig,
impulsief, concentratieproblemen, obsessief,
wanen, hallucinaties, kritiek en oordeelstoornis,
(paranoide schizofrenie)
Persoonlijkheid
afhankelijk, egocentrisch, achterdochtig
MMPI-2
Code type 7-8/8-7
Klachten/problemen
veel psychische problemen, depressie, angst,
verwarring, onzekerheid, besluiteloos, sociaal
geisoleerd, middelenmisbruik
Persoonlijkheid
ernstige aanpassingsproblemen, zelfproblematiek,
zwakke afweer, passief/afhankelijk
MMPI-2
Code type 8-9/9-8
Klachten/problemen
hyperactief, hyperemotioneel,
grootheidswanen, hoge eisen aan zichzelf,
relatieproblemen, agitatie, verwardheid,
concentratieproblemen, wanen, hallucinaties,
middelenmisbruik
Persoonlijkheid
egocentrisch, infantiel, aandachtvragend,
achterdochtig
MMPI-2
Codetypes serie 1

123/213/231
 Neurotisch,
somatische klachten, ziektewinst,
 Afhankelijkheidsprobleem, afweer van contact

132/312
 Conversievallei,
hysterische neurose, gebrekkig
inzicht, passief-afhankelijk, stress wordt vertaald in
somatische klachten
MMPI-2
Codetypes serie 2

138


Paranoide schizofrenie, paranoide PS, geagiteerd,
hypochondere wanen, denkstoornis, drankmisbruik
139
Chronisch hersensyndroom; irritatie, woedeuitbarstingen,
gevaarlijk
 Of.......
 Conversieve reactie


278

Mengbeeld (Neurotisch/psychotisch), schizoid, gespannen,
depressief, suicidaal, episodisch psychotisch, hoge eisen aan
zichzelf
MMPI-2
Codetypes serie 3

46/64, lage 5, vrouwen
 Passieve
agressieviteit vallei, overmatig bezig in
traditionele vrouwrol, submissief (naar mannen),
twijfel over eigen vrouwelijkheid

687/867
 Psychotische
vallei, paranoide schizofrenie,
denkstoornis, hallucinaties, wanen, vlak affect,
agressie, drankmisbruik, geheugen en
concentratieproblemen
Download