Diagnostische bronnen Psychodiagnostiek als proces

advertisement
Diagnostische bronnen
Testinformatie MMPI-2
• Observatie
• Testattitude
• Validiteit
• Inhoudschalen
• Empirische schalen
• HL-schalen, suppl.
Schalen
• Kritieke items
Klinische informatie
• Anamnese
• Biografie
• Somatiek
• Familie anamnese
Psychodiagnostiek als proces
Stap 1: data verzamelen via observatie,
gesprek en test
– Zo neutraal en objectief mogelijk (kunde)
Stap 2: interpretatieproces, sprong van data
naar theorie (rode draad), hypotheses
– Zo creatief mogelijk (kunst)
1
MMPI-2; Empirische schalen
Code types met een 4
Diagnostiek
Behandeling
MMPI-2
Code typen
Aanpak van Jack Graham
Gebaseerd op empirie
Algemene richtlijnen bij de interpretatie
– Er zijn 8 schalen die klinisch van belang zijn
– Laat schaal 5 en schaal 0 buiten beschouwing
Het hoogteverschil binnen het codetype doet er in veel
gevallen niet toe; dus 1-3 is qua interpretatie gelijk
aan 3-1.
2
MMPI-2
Code typen
• Definitie
– Minstens 5 T-score punten tussen de laagste
schaal in het code type en de volgende klinische
schaal
– Als er geen code type is richt de interpretatie
zich op de individuele schalen
• Verhoging
– T>65; symptomen en persoonlijkheidstrekken
– T<65; alleen persoonlijkheidstrekken
Schaal 4; gemeenschappelijk
•
•
•
•
Onaangepast, antisociaal,
misbruik middelen, angst voor
nabijheid.
Vijandig, ondernemend,
onvoorspelbaar.
Ongevoelig, oppervlakkig,
externaliserend.
Onrijp, narcistisch,
egocentrisch,
onverantwoordelijk,
onbetrouwbaar.
3
CODETYPE 1-4/4-1
(komt zelden voor)
•
•
•
•
Klachten/problemen;
Somatische klachten, angstig, onzekerheidgevoelens,
middelenmisbruik.
Cognities
Negativistisch, ontevreden, pessimistisch.
Emoties
Angst, boosheid, extrapunitief.
Gedrag
Eisend naar anderen, conflict zoekend, rebels (thuis),
verantwoordelijkheid ontlopend.
Etiologie
Vroege verwaarlozing met hechting, later rebellie.
CODETYPE 2-4/4-2
•
•
•
•
•
Klachten/problemen;
Problemen met de wet, autoriteit, middelenmisbruik,
relatieproblemen, suicidaliteit, depressie, angst
Cognities
Zelfondermijnend, negatief, wanhopig, rigide, periodisch
schuldbesef.
Emoties
Somber, angstig, vijandig, intrapunitief, gefrustreerd.
Gedrag
Impulsief, manipulatief, passief, afhankelijk, egocentrisch.
Etiologie
Als kind geen basis vertrouwen gekend.
4
CODETYPE 3-4/4-3
•
•
•
•
•
Klachten/problemen;
Psychosomatische klachten, relatie/gezinsproblemen, angst voor
afwijzing, suicidedreiging, drankmisbruik, (psa.diagn; passiefagressieve PS).
Cognities
Gebrek aan inzicht, dissociatief, onder stress suicidaal.
Emoties
Extrapunitief, soms explosief, woede, acting out, afhankelijkheid
en verzet.
Gedrag
Passief-agressief, onrijp, egocentrisch, aandacht eisend,
ongeduldig, sexueel onaangepast, geweldadig
Etiologie
Als kind afgewezen, reageerden met ontkenning en goedpraten.
CODETYPE 4-5/5-4
•
•
•
•
•
Klachten/problemen;
Moeizame aanpassing, impulsiviteit, korte periodes explosief, (Psa.
diagn; vaak passief-agressieve PS).
Cognities
Zelfbewust, nonconformistisch, oppositioneel w.b. eigen sexe-rol.
Emoties
Sexueel getint, passieve behoefte, boosheid.
Gedrag
Sexuele perversie, egocentrisch, afhankelijk.
Etiologie
Bij mannen aangeleerde homosexualiteit op basis van angst voor
dominantie vrouw.
Bij vrouwen afwijzing van homosexuele inslag.
5
CODETYPE 4-6/6-4
•
Klachten/problemen;
Sociaal onaangepast, narcistisch, relatieproblemen, impulsiviteit,
middelenmisbruik, allergieen, kans op psychose bij forse
verhoging, (Psa.diagn; passief-agressieve PS, schizofrenie).
Cognities
Vijandig, achterdochtig, defensief, ontkennend, externaliserend.
Emoties
Spanning, woede, wrok, overgevoelig, explosief.
Gedrag
Agressief, egocentrisch, manipulatief, eisend naar anderen, rigide.
Etiologie
Onbetrouwbaar en kritisch gedrag van de ouders.
•
•
•
•
CODETYPE 4-7/7-4
•
•
•
•
•
Klachten/problemen;
Gespannenheid, vage somatische klachten, bezorgdheid,
hoofdpijn, sociale/relatie problemen, problemen met de wet,
middelenmisbruik (acting out)
Cognities
Tobben, rumineren, zelfbeschuldiging, beschuldiging anderen.
Emoties
Spanning, spijt, minderwaardigheid, afwisselend acting out en
schuldgevoel.
Gedrag
Onrijp, impulsief, onzeker, afhankelijk.
Etiologie
Inconsistente opvoeding, ene ouder punitief de ander toegeeflijk
6
CODETYPE 4-8/8-4
•
Klachten/problemen;
Angst, depressie, gekwetste gevoelens, agressie en sexuele
problemen, middelenmisbruik, ernstige desadaptatie, (psa.diagn;
schizofrenie, ASP, paranoide PS, schizoide PS)
• Cognities
Verward, bizar, achterdochtig, zelfondermijnend, gefixeerd op
sex, radicale opvattingen.
. Emoties
Diepgevoelde onzekerheid, inferieur, leeg, humeurig.
• Gedrag
Onvoorspelbaar, impulsief, antisociaal, delinquent, vijandig,
schizoid.
• Etiologie
Jeugd met ernstige verwaarlozing, mishandeling.
CODETYPE 4-9/9-4
•
Klachten/problemen;
Overschrijding van sociale en morele grenzen, impulsief,
prikkelhonger, desadaptatie met delinquentie, middelenmisbruik,
oppervlakkige relaties, (psa.diagn; ASP).
• Cognities
Egoistisch, ambitieus, jacht op lust, magere gewetensfunctie.
. Emoties
Kwaad, wrokkig, niet empathisch, beschuldigend, snel
gefrustreerd
• Gedrag
Extravert, narcistisch, energiek, onrijp, impulsief, antisociaal.
• Etiologie
Interactie tussen genetische factor en opvoeding.
7
Download