- Scholieren.com

advertisement
Geschiedenis Praktische Opdracht
Britse politiek t.a.v. de Palestijnen en Arabieren
Milou de Bruijn
Palestina, achtergrond informatie
De Palestijnen vinden dat Palestina van hen is, gezien het feit dat ze er al eeuwen wonen.
De Joden vinden tevens dat Palestina van hen is, omdat dit zo in de Bijbel staat
geschreven. Mozes leidde de Egyptische joodse slaven bijvoorbeeld naar het ‘beloofde
land’ Palestina.
Deze opvatting van de Joden vormt de basis van het Zionisme, wat ontstaat in de 19e
eeuw als reactie op het groeiende antisemitisme in Europa. Volgens deze ideologie
moeten alle Joden ter wereld terug naar Jeruzalem, om daar een zuiver Joodse staat te
stichten. De Palestijnen hebben daarin niets te zoeken. Deze ideologie was tevens de
basis van de staat Israël. In de jaren van de WO I komt mede door het Zionisme de
Joodse immigratie naar Palestina op gang.
Ondanks de kruistochten in de 11e eeuw, wisten de Christenen Palestina nooit te
veroveren. In 1900 bestond de bevolking voor 90% uit ‘Palestijnen’. Zij waren
islamitische Arabieren. Tegen 10% Joden.
Hussein-McMahon-correspondentie
Mede om tegenwicht te bieden aan een mogelijke jihad binnen de Britse koloniën vond
van juli 1915 tot februari 1916 er een briefwisseling plaats tussen Hussein ibn Ali, de
Sjarif van Mekka en Sir Henry McMahon, de Britse hoogcommissaris in Egypte.
McMahon belooft de Arabieren onafhankelijkheid, wanneer zij de Turken, die de
Arabieren op dat moment nog bezetten, zouden aanvallen. Dit was uiteraard gunstig
voor de Britten omdat het Ottomaanse rijk meevocht aan de kant van Duitsland in de
WO I tegen de Britten. In de brieven was bovendien al te lezen dat de Arabieren exclusief
advies moeten krijgen van de Britse overheid en waren tussen de regels door de
belangen van Groot Brittannië in het Arabisch gebied. Verwonderlijk is dat zowel de
Britten als de Arabieren er van uit gingen dat Palestina tot de Arabieren toe zou gaan
behoren…
Sykes-Picot verdrag
Het Sykes-Picot verdrag is in het geheim opgesteld in 1916 door Frankrijk en Groot
Brittannië, krap een half jaar na de briefwisseling van Hussein en McMahon. Zij verdelen
hierin de kustzones van het Midden-Oosten tussen beiden. Het binnenland, wat één
grote zandbak is, blijft onverdeeld. Hier mochten Arabische Stamhoofden onafhankelijk
regeren. Daarbij zou er een niet nader gespecificeerd bestuur komen rondom Jeruzalem
en grote delen van Palestina. De Arabieren kregen dus helemaal niet hun onafhankelijke
staat!
Balfourt-verklaring
Van de Britten kregen de Joden steun om hun ideaal, allen te wonen in Palestina, te
verwezenlijken. De Joden hadden in Amerika veel invloed en in ruil voor de belofte dat
Groot Brittannië en Frankrijk de Verenigde Staten als bondgenoot in de voor hen op dat
moment uitzichtloze WO I zou mogen verwelkomen, beloofden zij de Joden in de
Balfourt-verklaring van de minister van Buitenlandse zaken, Lord Balfourt, “De vestiging
van een nationaal tehuis voor het Joodse volk te ondersteunen en alles in werk te stellen
om dit doel te bereiken.” Echter, er mocht niets worden gedaan om aan de rechten van
de huidige bewoners afbreuk te doen. De Joden interpreteren dit als een ‘Joodse Staat’,
maar de Britten gebruiken bewust het woord ‘tehuis’ in plaats van ‘staat’ en in de jaren
die volgden deden de Britten veel moeite om te ontkennen dat het ooit hen bedoeling
was geweest om een Joodse Staat op te richten. Privé gaven Britse functionarissen,
waaronder Balfourt wel toe dat het de bedoeling was dat dit het uiteindelijke resultaat
zou zijn.
Vredesconferentie van Parijs
In de vredesconferentie van Parijs in 1919 werden diverse verdragen voorbereid. Ook
werd er gesproken over een Joodse staat in Palestina. De herverdeling van de
wereldkaart zorgden voor vele conflicten die uiteindelijk leiden tot de WOII.
Tijdens de conferentie werd ook besloten om de Volkenbond op te richten.
Overeenkomst Faisal en Weizmann
Faisal I, wie de zoon van Hussein was en Chaim Weizmann, wie later de eerste president
van Israël zou worden, sloten in het zelfde jaar als de vredesconferentie van Parijs een
overeenkomst waarin ze elkaar steun toezegden voor hun nationale ambities. Faisal
hield nog een slag om de arm in die overeenkomst: hij liet het afhangen van de Britse
toezegging over Syrië, wat onafhankelijk zou worden.
Onafhankelijkheidsverklaring van Syrië
In 1920 verklaarden Faisal I en diens broer Abdoellah, die allebei de Arabische opstand
hadden geleid, zich onafhankelijk in Syrië/Libanon. Dat vonden Frankrijk en Groot
Brittannië natuurlijk geen goed idee en zij haasten zich hierop om de Hoge Raad van de
Volkenbond bijeen te roepen. Die bepaalde dat Syrië en Libanon mandaatgebieden
zouden worden van Frankrijk. Het Verenigd Koninkrijk kreeg het mandaat over
Palestina, Trans-Jordanië en Irak. Hierop verklaarde Faisal I Frankrijk de oorlog, maar
zij werden verpletterend verslagen.
Churchill White Paper
In het Churchill White Paper werd geprobeerd om de verschillende, elkaar
tegensprekende verslagen, met elkaar te verenigen. De Britse overheid verklaarde dat
Palestina ten westen van de Jordaan behoorde tot de door McMahon genoemde
uitgezonderde gebieden. Het gebied ten oosten van de Jordaan werd van joodse
immigratie uitgesloten. Ook werd verklaard dat de Arabieren in Palestina niet onder
joods bestuur zouden komen.
Wat op bovenstaande volgt
In de beginjaren ’20 werden de olievoorraden in het Midden-Oosten ontdekt. Mede
hierdoor veranderden de prioriteiten van de Britten. Zij willen de Arabieren te vriend
houden, omdat de olie in de onafhankelijke gebieden van de Arabieren is ontdekt en
daarbij loopt de situatie in Palestina in 1930 uit de hand door de toenemende
immigratie van de Joden die vluchten door het aanstormende nazisme in Duitsland. De
Palestijnen voelen zich verraden door de Britten en aangezien de Britten ook nog eens
de Tweede Wereldoorlog aan zien komen, beperken zij in 1939 de joodse immigratie
met 75.000 per jaar de aankomende vijf jaar. Dit viel natuurlijk midden in de vlucht van
de Joden voor het Derde Rijk, dus er laaiden felle protesten op van de zionisten.
Toen de Tweede Wereldoorlog afgelopen was en de Holocaust bekend werd, was er
zware kritiek op Groot Brittannië, omdat zij de Joden belet zouden hebben te vluchten.
In 1947 trokken de Britten zich terug uit Palestina en gaven zij dit gebied over aan de
Verenigde Naties.
Was Groot Brittannië voor een onafhankelijke Joodse Staat?
Conclusie: In de Balfourt-verklaring beloofden ze “de vestiging
van een nationaal tehuis voor het Joodse volk te ondersteunen en
alles in werk te stellen om dit doel te bereiken.” Let wel: tehuis.
Geen staat. Daarbij stond in de Balfourt-verklaring dat op geen
enkele manier de rechten van de huidige bewoners, de Arabieren,
geschonden mochten worden. De Joden interpreteerden dit als
een Joodse staat, al was dit nooit met zoveel woorden gezegd. In
het Peelraport van 1939 schreven ze tevens dat het absoluut niet
hun bedoeling was geweest om een Joodse onafhankelijke staat te
stichten. Privé gaven Britse functionarissen, waaronder Balfourt
wel toe dat het de bedoeling was dat dit het uiteindelijke resultaat
zou zijn van het door hen bedachte ‘Joodse tehuis.’
Je zou dus kunnen zeggen dat de Britten min of meer vals
speelden en dat wat ze in het openbaar zeiden erg afweek van wat
ze feitelijk bedoelden.
Download