Groepswerk Nederlands 5B Inhoud Pagina 131 Pagina 182 Pagina 162 Pagina 171 Inhoud Bert 1 Voorwoord Bert 1 Schema Bert 1-2 Leesvaardigheid 1 Jo 2 Leesvaardigheid 2 Jo 2-3 Leesvaardigheid 3 Steven 3 Leesvaardigheid Jo 3 Woordenschat 1 Jo 3 Woordenschat 2 Jo 4 Woordenschat 3 Bert 4 Woordenschat 4 Bert 4 Woordenschat 5 Jo 4 Woordenschat 6 Jo 4-5 Woordenschat Jo 5 Schrijfvaardigheid 1 Pieter 5 Schrijfvaardigheid 2 Pieter 5-6 Steven 6-7 Leesvaardigheid 7 Alexander 7 Leesvaardigheid 8 Alexander 7-8 Woordenschat Voorwoord Deze taak is oorspronkelijk gemaakt door Alexander, Bert, Jo, Pieter en Steven, en verbeterd door meneer Bouillon (38/40). Alle aangeduide fouten zijn verbeterd in deze geünificeerde versie; hieruit kun je dus leren voor het mondeling examen. Succes! Bert Pagina 131 Schema Het waarom van taalverandering Talen veranderen Positief: vooruitgang / negatief: verval Vanzelfsprekend / raadsel Waarom? Behoefte: nieuwe naamgevingen Behoefte: modieus taalgebruik Streven naar helderheid en systematiek Taalverwerving – generatieoverlevering Verspreiding + inburgering in de taal POLYSEEM: de betekenisaspecten van een woord hangen samen (bv. paard) Mogelijke veranderingen Betekenisverschuiving (zie verder) Sterk wordt zwak Substraatwerking = invloed van moedertaal op opgelegde taal (bv. door verovering van gebieden) 1 Het proces van taalverandering Taalgemeenschap Taal: zowel sociaal als individueel Diverse groepen taalgebruikers Individuele taalgebruikers Prestige & groepseffect woord wordt overgenomen in groep steeds meer gebruikt oude woord verdwijnt TAALEVOLUTIE Betekenisverandering Betekenisverdichting of -specialisatie Betekenisverruiming of -veralgemening Metaforische en metonymische evolutie Gevoelswaarde- of connotatieverandering Eufemistisch taalgebruik (bv. politiek) Voor inzicht in betekenis(verandering): WOORDVELD: schema semantisch samenhangende woorden Als een woord verandert invloed op de rest Leesvaardigheid 1 a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k. verandering wat woordenschat betreft met verschillende samenhangende betekenissen verandering wat klank betreft verandering wat zinsbouw betreft verandering wat woordbouw betreft verwerving van de taal als moedertaal verwerving van de taal als 2de taal / een vreemde taal overname van elementen uit de moedertaal in een andere taal vermindering van het aantal betekenissen van een woord (verenging) toename van het aantal betekenissen van een woord (omvangrijkere inhoud) een metaforische betekenisverandering: een verandering van betekenis op basis van overeenkomsten (letterlijk: vergelijking zonder “als”) l. een metonymische betekenisverandering: een verandering op basis van een bepaald verband (letterlijk: stijlfiguur gebaseerd op verbanden tussen betekenissen van woorden) m. gunstig, positief wat gevoelswaarde betreft n. ongunstig, negatief wat gevoelswaarde betreft o. min of meer verhullende term voor woorden met een negatieve betekenis of een pejoratieve connotatie p. geheel van semantisch (volgens betekenis) samenhangende woorden Leesvaardigheid 2 a. Ze kijken er positief tegen aan, als een vorm van vooruitgang, of negatief, als een teken van verval. b. “Paard” betekende eerst diersoort, later ook gymnastiekwerktuig en schaakstuk (metaforische betekenisverandering). Als bijvoorbeeld de betekenis schaakstuk steeds meer gebruikt wordt, en de andere twee betekenissen raken in vergetelheid, dan is er sprake van een betekenisverschuiving in het polyseme woord “paard”. “klas” is een gelijkaardig voorbeeld. Het had eerst als betekenis een klaslokaal, maar later ook als klasgroep (metonymische betekenisverandering). c. – het streven naar helderheid en systematiek – het proces van taalverwerving 2 d. De eerste verklaring is het proces van eerste-taalverwerving, waar gesteld wordt dat bij iedere nieuwe generatie die een taal leert, die taal verandert. De tweede verklaring is het proces van tweede-taalverwerving, waar gesteld wordt dat een taal invloed van een andere taal ondervindt, door de substraatwerking. Dit is het oorwerken van de moedertaal in een overgenomen taal. Een voorbeeld hiervan is duidelijk het Zuid-Afrikaans. e. Als binnen een taalgroep één bepaalde groep met veel prestige een nieuw woord gebruikt, zullen andere groepen dat woord overnemen en gebruiken, tot het helemaal ingeburgerd is en er dus sprake is van taalverandering door sociolinguistische factoren. f. – betekenisverruiming of –veralgemening – metaforische betekeningsverandering g. elastiek <=> plastic <=> kunststof <=> auto <=> productie <=> hamer <=> stok <=> hout <=> boom <=> tak <=> twijg <=> struik <=> gras <=> natuurbeheer <=> fauna Leesvaardigheid 3 a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k. l. Eerste-taalverwerving (analogie) Morfologische verandering Fonetische, syntactische en semantische (=qua betekenis) verandering Polyseem Lexicale verandering / betekenisverruiming Tweede-taalverwerving / betekenisverruiming Substraatwerking / betekenisverruiming Tweede-taalverwerving / betekenisverruiming Fonetische verandering Substraatwerking Metonymie Metafoor / betekenisverruiming Pagina 182 Leesvaardigheid 1. Het fenomeen is eeuwenoud, waarschijnlijk zo oud als de taal zelf. Meer dan 2000 jaar geleden namen onze voorouders al woorden over uit het Latijn. vb: venster komt van fenestra. 2. Indien vreemde woorden een eigen betekenis hebben, waarvoor anders een hele beschrijving zou moeten gegeven worden, en er dus geen waardig Nederlands alternatief bestaat. vb: ombudsman (Zweeds). 3. Indien er wel een evenwaardig Nederlands woord bestaat waarbij de betekenis dezelfde inhoud heeft. vb: items in plaats van onderwerpen. 4. Ik ben het met hem eens. Hij pleit voor een pragmatische kijk op de zaak: zijn de vreemde woorden handig en algemeen reeds ingeburgerd, laat ze dan in het Nederlands opnemen. Zijn er evenwaardige Nederlandse alternatieven, gebruik dan deze. Hij gebruikt de juiste argumenten. Er zitten geen drogredens in de tekst, en de argumentatie is behoorlijk volledig. 5. Uit dit kleine lijstje kan moeilijk opgemaakt worden wat het Duitse of Franse taalbeleid in verband met vreemde woorden is. De auteur zou waarschijnlijk het Duitse systeem volgen; de woorden overnemen die een nieuwe betekenis aan het vocabularium toevoegen (vb: “computer”), en geen nieuwe woorden daarvoor scheppen (vb: “ordinateur”). Indien er wel alternatieven bestaan (vb: Fernseher), dan wordt de betekenis niet overgenomen. Woordenschat 1 1-D 2-A 3-E 4-F 5-G 3 6-B 7-C Woordenschat 2 a. Camembert, Emmentaler, Rochefort, Passendale, Gouda b. Bordeaux, Champagne, Bourgogne, Chardonnay, Grimbergen c. Provençaalse saus, Voerense plank, Assekoeken, Luikse Wafels, Limburgse vlaaien. Woordenschat 3 a. Bermuda: naar de Bermuda-eilanden b. Bikini: genoemd naar het eiland Bikini door de ontwerper, de Fransman ingenieur Louis Réard (heeft dus niets te maken met voorvoegsel bi-, tweeledig) c. Vandalisme: naar de Vandalen, inwoners van (V)Andalousië, Zuid-Spanje d. Krent: Frans: Raisin de Corinthe (druif van Corinthe) e. Marathon: Grieks: een boodschapper brengt in Athene verslag uit van de overwinning van de Grieken op de Perzen bij Marathon, na een loop van 26 mijl. Na de bekende woorden valt hij dood neer. f. Peking: Chinees: pei ching (noordelijke hoofdstad) – Pekinees: van Peking g. Pils: Hoog-Duits: Pilsener (van Pilsen, plaats in Bohemen, nu Plzen) h. Sandwich: Engels, genoemd naar John Montagu (1718-1792), de vierde earl van Sandwich, een fanate speler, die de tijd niet nam om normaal te eten, maar zich met sandwiches aan de speeltafel voedde i. Kanarie, betekenis zangvogel: Frans: canari en Spaans: canario ((vogel) van de Canarische eilanden) i. Kanarie, betekenis kanarieboom: Maleis: kenari en Javaans: kenari j. Spa, betekenis spade: afkorting van spade j. Spa, betekenis water: afkorting van spawater, genoemd naar de Thermen van Spa. Woordenschat 4 a. Badminton: Engels, genoemd naar het kasteel van de hertog van Beaufort in Gloucestershire b. Denim: Engels, verkort uit het Frans: serge de Nîmes (stof uit Nîmes) c. Jeans: Engels: jeans (gekeperde stof) - Frans: jean (weefsel) d. Geiser: oorspronkelijk de naam van één bepaalde geiser, de Geysir, op IJsland, later algemeen IJslands: geysir (springbron) e. House, politieke betekenis: Engels: house (huis): House of Lords, House of commons e. House, betekenis muziekstroming: Engels, genoemd naar the Warehouse, een club in Chicago, waar de muziekstijl ontstond f. Jerrycan: Engels jerry (spotnaam Duits soldaat: “German” “Jerry”) + can (kan) weinig morsende benzineblikken, ontworpen door het Duits leger in WO II door benzineschaarste g. O.k.: Engels: werd gebruikt in de Democratic O.K. Club in de USA (1840), waarin O.K. staat voor Old Kinderhook, het geboortedorp van Martin van Buren die de club steunde voor een tweede amsbtstermijn. Werd later geïnterpreteerd als all correct (alles in orde) Woordenschat 5 a. b. c. d. e. albino yoghurt swastika nota foetsie Woordenschat 6 a. b. c. d. e. f. g. eetschijf sneldenker beeldbewaarder luisterschijf hergezicht wagenwissel eetpaleis 4 h. i. j. k. l. m. wondergoed wereldwijd web raphap T-hemd stopbots smaakmaker Pagina 162: Strijdliederen en oorlogskleuren Woordenschat: combineer 1-K 8-F 2-M 9-A 3-N 10-H 4-G 11-E 5-D 12-I 6-B 13-J 7-L 14-C Schrijfvaardigheid 1: samenvatting Dit tijdschriftartikel behandelt het gedrag en de toekomstvisie van de jongeren tegenover de consumptiemaatschappij. Zo zegt men dat jongeren twijfelen over hun toekomst en zich verzetten tegen het ontbreken van éénduidige antwoorden en het ontbreken van toekomstperspectieven. Onderzoek wees uit dat jongeren door zich een eigen stijl (muziek, kledij, taal …) aan te meten, ingaan tegen de overeenkomsten van de dominerende partij en ze zo een gevoel van geborgenheid ervaren binnen een groep van gelijkgestemden. Maar dé jeugd bestaat natuurlijk niet: overal vormen zich kliekjes, die zich onderscheiden van de massa. Toch is de kloof tussen jongeren en de rest van de samenleving kleiner geworden. Jongerencultuur is de cultuur van de vrije tijd en sinds het midden van de vorige eeuw is ook bij de volwassenen die vrije tijd belangrijk geworden. Er is de afgelopen twintig jaar ook sprake van een enorme assimilatie van alles wat uit de jongerencultuur komt, hoewel de jeugd vaak bekritiseerd wordt. Elke nieuwigheid wordt onmiddellijk overgenomen door net die maatschappij waartegen de jongerencultuur zich wil afzetten. Er wordt weliswaar aan toegevoegd dat niet alle verschijnselen uit de jongerencultuur kunnen verklaard worden als een soort van (symbolisch) verzet. Zo worden eetstoornissen, zelfmoord en delinquentie toegeschreven aan de heersende idealen van rijkdom, bezit & succes. In deze consumptiemaatschappij wordt iedereen ertoe aangezet dingen te hebben, anders hoor je er niet bij. Daardoor gaan ouders al hun energie steken in hun job en laten ze de opvoeding vaak over aan de school. Tijdens cruciale momenten, zoals de examens, zijn ze er vaak niet, terwijl de kinderen met een gelijkaardige prestatiedrang opgezadeld zitten, wat tot stress, frustratie en agressie leidt. Schrijfvaardigheid 2: commentaartekst Deze tekst komt uit de jongerenbijlage. En dat merk je! Als jongere herken ik bij mezelf en mijn omgeving de twijfels, de groepjes en de druk die hier aan bod komt. Maar ik heb toch mijn twijfels over sommige passages. Dat de jongeren het gemakkelijk hebben om het door de reclame gedicteerde consumptiepatroon te volgen is misschien wel correct, hoewel bij velen dat patroon vaak ten koste gaat van alles. Zo zijn er jongeren waarvan de kledij, de boekentas of de GSM hun volledige budget opslorpt. Het zijn ook die jongeren die elke 4 maanden hun laatste nieuwtjes komen showen, waardoor de druk op de anderen om ook iets nieuws te kopen weer toeneemt. Met de onzekerheid over de toekomst ben ik het wel volledig eens. Die onzekerheid wordt voor een groot deel opgewekt door de media: faillissementen, de toenemende werkloosheid, de jongeren die na hun studies geen job vinden en de toenemende werkdruk teisteren de nieuwsberichten en ook de politiek heeft daar geen antwoord op. In de tekst wordt geïnsinueerd dat jongeren zich verzetten tegen dat ontbreken van duidelijke toekomstperspectieven en eenduidige antwoorden, maar volgens mij zijn de muziek, de 5 kledij en de taal meer dan een ”symbolisch verzet” - zoals men ze in de tekst benoemt een manier om zich te onderscheiden van de volwassenen en andere jongeren, een creëren van een eigen identiteit, een eigen persoonlijkheid die door die muziek, kledij en taal naar buiten gebracht wordt. “Dé jeugd bestaat natuurlijk niet” vind ik persoonlijk één van de betere zinnen uit de tekst, deze zin maakt veel goed. Vooraf had ik het gevoel dat alles wat veralgemeend werd en iedere persoon tussen de 10 en 20 jaar over dezelfde kam geschoren werd. En dit is niet zo, niet alleen omdat kliekjes gevormd worden, maar ook en misschien nog het meeste van alles omdat iedereen z’n eigen persoonlijkheid vormt en niet die van een ander. De jaren ’80 heb ik niet bewust meegemaakt, maar ik merk wel dat die kloof tussen de jongeren en de volwassenen niet zo groot is als ze vaak voorgesteld wordt en alsmaar kleiner wordt. De aanpassing van de volwassenen aan die jongerencultuur heeft daar inderdaad veel, om niet te zeggen alles, mee te maken, maar die aanpassing wordt vaak niet geapprecieerd door de jongeren. Zoals ik al zei willen de jongeren hun eigen identiteit creëren, zich afscheiden van elkaar en de volwassenen, ze willen dus alles behalve dat de volwassenen hen gaan kopiëren. Net daardoor verandert die kledij en taal zo vaak: wanneer een te grote groep - en zeker wanneer dat volwassenen zijn – hetzelfde woordgebruik heeft en dezelfde kledij draagt, moeten de jongeren zich opnieuw gaan onderscheiden, waardoor de volwassen zich opnieuw willen aanpassen, enz. Uiteindelijk steun ik de tekst in het feit dat niet alles aan dat verzet – zoals de tekst het benoemt - of het vormen van een identiteit – zoals ik het liever benoem – te wijten is. De zelfmoordpogingen bij jongeren stijgen nog steeds, meer en meer jongeren kampen met depressies, anorexia is al jaren een groot probleem bij de jeugd en dat zijn problemen die au sérieux moeten worden genomen, deze zijn hoofdzakelijk te wijten aan het idee van de perfecte, slanke, sterke mens die heerst in onze maatschappij, maar ze zijn ook te wijten aan de prestatiedruk die op de jongeren van vandaag gelegd wordt. Deze leiden tot stress, prestatieangst en minderwaardigheidscomplexen die ernstige gevolgen teweeg kunnen brengen. In de tekst wordt de vraag gesteld of een kleurentelevisie echt nodig is om gelukkig te zijn, ik antwoord daarop “neen” maar wel met de vraag wie moedig genoeg zal zijn die ketting te doorbreken en het risico zal nemen om er effectief niet bij te horen? Pagina 171 Woordenschat Trefwoord Context Woordenboek Anarchistisch Tegen de staat, het bestuur Establishment De gevestigde orde betr. hebbend op of volgens het anarchisme => libertair maatschappelijk gevestigde of leidinggevende personen => de gevestigde orde, het heersende bestel Zelfmutilatie Proleet Pretentieus Gradatie Machismo Zelfverwondering Banale, grove, vulgaire personen Hoogmoedig, snobistisch Niveau Machogedrag Proletarisch Zoals de arme arbeiders Panacee Oplossing persoon van grove levensopvatting of van onbeschaafd gedrag => lomperd verwaand, aanmatigend trap, niveau nadrukkelijk vertoon van mannelijkheid, met name tegenover vrouwen betr. hebbend op de bezitloze arbeidersklasse 1 geneesmiddel tegen alle kwalen => wondermiddel 2 oplossing voor alle mogelijke problemen 6 Hectisch Gewelddadig, druk Provocatie Dominant Uitdaging Steeds terugkerend, overheersend Narcotisch Verdovend Fluïdum Uitstraling Cyclisch Terugkerend 1 druk, gejaagd 2 hardnekkig uitdaging 1 overheersend 2 [biol.] (van erfelijke factoren) de werking van andere factoren onderdrukkend <=> recessief 1 van de aard van narcose 2 narcose veroorzakend 1 magnetische uitstraling 2 [nat.] gas of vloeistof 3 vloeibare make-up een cyclus vormend of daarvan deel uitmakend Leesvaardigheid 7: Waar of niet a. Waar. Het protest van de jeugdcultuur van de jaren zestig was gericht tegen de cultuur van de ouderen. b. Waar. Het was de muziek van de Eagles en Pink Floyd, van het rock-establishment, van al wat de hippiecultuur had voortgebracht aan producten die haar eigen pretenties van ‘love, peace and understanding’ negeerden en verkwanselden, waartegen de agressie en de energie van de punkbeweging zich richtte. c. Waar. Maar punk was meer dan dat: niet alleen het verraad van de hippie-idealen, maar die idealen zelf werden in de punk aangevallen. Punk was openlijk gewelddadig, zowel muzikaal als qua leefstijl. d. Niet Waar. Punk was, sterker dan rock ooit was geweest, in extreme zin banaal, grof, vulgair, en werd dan ook grotendeels ten onrechte door buitenstaanders opgevat als een spontane uitingsvorm van onbeschaafde, werkloze, semi - criminele proleten. Punk ontstond niet bij verarmde, werkloze jongeren, maar ze worden wel zo bekeken. e. Waar. Met punk beleefde de simpele pub- en garagerock een enorme heropleving. En daarmee heroverde de popmuziek haar ‘street credibility’. f. Waar. Sinds punk is de popmuziek enkele gradaties gewelddadiger geworden. g. Waar. In plaats van de naïviteit en de oppervlakkige en ook kinderachtige hippieidealen van liefde en wereldvrede, meditatie en oosterse wijsbegeerte als kant-enklare panacee voor alle problemen van sociale, politieke en economische aard, presenteerden jongeren in de punkcultuur zichzelf als gewelddadig. Punk speelde een riskant en soms ook dubieus spel op de uiterste grenslijnen van onze cultuur. h. Waar. Wel moeten we achteraf vaststellen dat de jeugdcultuur van de jaren zestig een welvaartsverschijnsel is geweest, wat niet wil zeggen dat ze geen werkelijke culturele revolutie was. i. Waar. In cultureel-inhoudelijke zin heeft punk echter wel degelijk verschil gemaakt. Dat kwam vooral doordat de externe vijand niet langer bestond: rock ’n roll is een dominante cultuurvorm. j. Niet Waar. Popcultuur is geen jeugdcultuur meer, maar een universele uitdrukkingsvorm, een leefwijze waaraan vrijwel alle levende generaties tot op grote hoogte deelnemen. Leesvaardigheid 8: het verband - - In beide teksten, de “Anarchy in the UK” en “Strijdliederen en oorlogskleuren”, beschrijft men dat punk en andere subculturen zich afzetten tegen de maatschappij, met andere woorden non-conformisme. In cultureel-inhoudelijke zin heeft punk echter wel degelijk verschil gemaakt. De jongeren van vandaag bewegen zich ogenschijnlijk zeer handig in deze consumptiemaatschappij. Hun omgang met rockmuziek is daar alvast een voorbeeld van. Jongeren zijn rijk en dat maakt het hen maar al te gemakkelijk om het door de 7 - - reclame gedicteerde consumptiepatroon te volgen. De popmuziek werd in de jaren vijftig en zestig groot omdat vele jongeren massa’s geld hadden die ze in hun cultuur wilden investeren. We moeten achteraf vaststellen dat de jeugdcultuur van de jaren zestig een welvaartsverschijnsel is geweest. De jongeren speelden in alle subculturen een heel belangrijke rol. Zij zorgden voor het ontstaan. Weer moeten we aanhalen dat de jeugdcultuur van de sixties een welvaartsverschijnsel was, wat niet wil zeggen dat ze geen werkelijke culturele revolutie was. De ene subcultuur doet zich al extravaganter voor dan de andere. Een nerd met een ziekenfondsbrilletje en een gedemodeerde broek zal nooit de voorpagina’s van de kranten halen, een skinhead met boots en tatoeages over zijn hele lichaam dan weer wel. Punk was, sterker dan rock ooit was geweest, in extreme zin banaal, grof, vulgair, en werd dan ook grotendeels ten onrechte door buitenstaanders opgevat als een spontane uitingsvorm van onbeschaafde, werkloze, semi - criminele proleten. Punk was openlijk gewelddadig, zowel muzikaal als qua leefstijl. Commentaar HB: VERZORGD – ACCURAAT – GOED 8