Projectplan Geestelijke Gezondheidszorg Projectnummer Bedrijfstak Landelijk projectleider Landelijk projectsecretaris Specialisten Correspondentieadres Uitvoeringsperiode A 864 Dienstverlening Jacques van der Pols Fred van de Kamp Monique van ’t Erve (Arbeidsbelasting) Klaas Groeneveld (Arbeid & Organisatie) Jelle Hidding (Arbeid & Organisatie) Peter Wulp (Medisch Advieseur) Arbeidsinspectie Kantoor Arnhem Postbus 9018 6800 DX Arnhem januari t/m mei 2008 SAMENVATTING De grote arbeidsrisico’s in de GGZ betreffen emotionele belasting (w.o. werkdruk en agressie en geweld, als onderdeel van PSA) en fysieke belasting. Dit zijn ook de hoofdonderwerpen geworden van het in 2001 afgesloten ARBO-convenant. De ARBO-convenantsovereenkomst liep tot halverwege 2004. In het kader van dit convenant zijn onder meer hulpmiddelen ontwikkeld om de lichamelijke belasting van werknemers te meten en overbelasting aan te pakken. Na de afronding van het Arboconvenant is een inspectieproject door de Arbeidsinspectie uitgevoerd in de GGZ. Doel was mede om instellingen te stimuleren aandacht te blijven besteden aan het arbobeleid. 2006 Vanuit het inspectieproject GGZ werd in 2004 geconstateerd dat: ¾ bij 1 op de 4 van de instellingen men structureel tekort schoot. Het beleid “op papier” was er vaak wel, maar het bleek dat de daarbij behorende elementen, zoals bij Agressie & Geweld, niet of onvolledig geïmplementeerd waren en niet doordrongen tot op de werkvloer; ¾ met betrekking tot de fysieke belasting het zorgwekkend was dat bij alle binnen het project vallende instellingen, waar intramurale zorg werd verleend aan demente bejaarde psychiatrische patiënten, overtredingen werden geconstateerd. Bezien we de sector meer in detail, dan ontstaat een gedifferentieerd beeld. In de extramurale zorg (voorheen RIAGG’s) komt de fysieke belastingproblematiek minder voor, het gaat daar immers vooral om werkzaamheden in de sfeer van therapieën en begeleiding. De crisisdiensten vragen bijzondere aandacht. Uit het plan van aanpak van het ARBO-convenant blijkt dat 86% van de medewerkers daar te maken heeft gehad, in het jaar voor het onderzoek, met agressie en geweld, en 10% met seksuele intimidatie. In de intramurale zorg is eveneens sprake van verpleging en verzorging, en dus spelen daar ook arbeidsrisico’s als fysieke belasting relatief meer. In het bijzonder de geronto-psychiatrische afdelingen kennen deze problematiek, 61% van de verplegende en verzorgende daar geven aan het jaar voor het onderzoek rugklachten te hebben ondervonden. Veelzeggend punt is dat gebleken is dat van de instellingen met cliënten die veel fysiek potentieel belastende zorg nodig hebben (zgn. mobiliteitsklassen C en D) er 44% in het geheel geen tillift in huis hebben. De helft van de instellingen beschikt ook niet over elektrische hoog/laag bedden (EHL bedden). Het laatst bekende jaarverzuimcijfer voor deze sector is: 4,6 % (over 2006). Er is nog steeds sprake van een licht dalende jaartendens. Het inspectieproject wordt uitgevoerd bij 60 instellingen! Daarbij zal extra aandacht besteed worden aan de 25 instellingen die de vorige keer duidelijk te kort hebben geschoten in de zorg voor arbo. Bij elk van deze instellingen zullen meerdere locaties geïnspecteerd worden. Fysieke belasting Er wordt voor gekozen om de inspecties in de GGZ (selectief) te richten op de medewerkers die de meest zware zorg verlenen, met name in de geriatrie. Hierbij zal getoetst worden of de instelling m.b.t. de fysieke arbeidsrisico’s een systematisch beleid hanteert en tevens of men het ontwikkelde beleid om de fysieke belasting te verminderen ook daadwerkelijk hanteert. Agressie & geweld (Psychosociale arbeidsbelasting - PSA). In het Arboconvenant GGZ, afgerond in 2004, zijn instrumenten ontwikkeld en projecten uitgevoerd om de blootstelling aan deze risico’s en het hieraan gerelateerde ziekteverzuim te verminderen. Uit het eindverslag Arboconvenant GGZ (uit 2007) en ook uit de evaluatie Monitor Psychische Belasting in de sector blijkt dat de voorgenomen plannen in de uitvoering en toepassing op de werkvloer stagneert. Ook in het verslag van het inspectieproject door de Arbeidsinspectie in 2004 wordt geconcludeerd dat de beleidselementen behorende bij de aanpak van agressie en geweld en de maatregelen aanpak werkdruk onvolledig waren geïmplementeerd. In het beoogde project zal getoetst worden of sindsdien de beoogde aanpak beter doorgedrongen is tot op de werkvloer. Die toets vindt digitaal plaats naar medewerkers die met cliënten omgaan. Aandachtsgebieden: agressie & geweld, werkdruk, emotionele gebeurtenissen en seksuele intimidatie. Biologische agentia (gericht op infectieziekten) Ter toelichting: Werknemers in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) moeten alert zijn op situaties of werkzaamheden waarbij de kans op besmetting met een ernstige infectieziekte aanwezig is. Bij hepatitis B, C en HIV gaat dat om contacten waarbij de cliënt zeer onrustig of agressief is en onderzocht of behandeld moet worden. Daarnaast gaat het om handelingen als bloed afnemen, injecties geven, EHBO en wondverzorging. Deze handelingen zullen echter niet zo vaak voorkomen. Andere infectieziekten die speciale aandacht verdienen (vooral in de verslavingszorg) zijn een (verwaarloosde) tuberculose (TBC) of hepatitis A en schurft (door de scabiës mijt). Alertheid, het voorkomen van zeer onrustig of agressief gedrag, hygiëne, vaccinatie tegen hepatitis B zijn de preventieve maatregelen. In een strikt post expositie beleid zijn de maatregelen beschreven wanneer een besmetting wordt vermoed. De preventie van infectieziekten vereist maatwerk, elke instelling (behandelaar) is bekend met de achtergrond van de cliënten en kan daarmee het potentiële risico redelijk inschatten en de maatregelen daarop richten. De maatregelen die kunnen worden genomen om agressie en geweld tegen te gaan zullen zeker ook positief werken in het voorkomen van de bloedoverdraagbare besmettingen. Om gewenste en ongewenste effecten te meten kan preventief medisch onderzoek worden uitgevoerd (bijvoorbeeld door middel van vragenlijsten, die ook op PSA zijn gericht). Incidenten en verzuim kunnen worden geanalyseerd op gewenste (of ongewenste) effectiviteit van de maatregelen. Het infectierisico is niet het grootste risico in de GGZ, maar wel een extra ingrijpende gebeurtenis bij agressie incidenten. Alertheid op TBC en hepatitis A is gewenst omdat deze infectieziekten in de doelgroepen meer voorkomen dan onder de algemene bevolking. Vandaar ook dat er specifiek aandacht zal zijn voor de preventieve vaccinatie van risicolopende stagiaires. Bedrijfshulpverlening In dit project wordt geïnspecteerd op BHV bepalingen in de Arbowet met betrekking tot de BHVorganisatie, gebaseerd op de RI&E, en het houden van (ontruimings)oefeningen Het project wordt uitgevoerd in januari tot en met mei 2008. De rapportage is naar verwachting in september 2008 gereed.