Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 4 > Maakt u zich zorgen over een kind? 5 > Opvoedingsproblemen 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen van Kinderbescherming 12 > Meer informatie Als opvoeden een probleem is Soms kunnen ouders hun kind (tijdelijk) niet de opvoeding en zorg bieden die nodig is voor een evenwichtige ontwikkeling tot zelfstandigheid. Pas als andere vormen van hulp geen of onvoldoende effect hebben gehad, kan de Raad voor de Kinder­ bescherming bij het gezin betrokken worden. In deze brochure wordt uitgelegd wat dat betekent. De Raad voor de Kinderbescherming Een kind is voor zijn ontwikkeling afhankelijk van zijn ouders. Zij moeten hun kind verzorgen en opvoeden zodat hij kan uitgroeien tot een zelfstandige volwassene. Als ouders die verantwoordelijkheid niet (kunnen) dragen, komt het recht van het kind op een gezonde en evenwichtige ontwikkeling in de knel. In dat geval heeft de Raad als overheidsorganisatie de taak om dit recht van het kind te waarborgen. De Raad onderzoekt bijvoorbeeld de situatie van jongeren die met de politie in aanraking komen. Daarnaast schakelt de rechter de Raad in als ouders die uit elkaar gaan het niet eens worden over afspraken over hun kinderen. Verder is de Raad betrokken bij het afstaan of adopteren van kinderen. Bovendien speelt de Raad een belangrijke rol bij gezinnen waar verzorgen en opvoeden een probleem is geworden. Over dit laatste gaat deze brochure. Algemene informatie over de Raad vindt u in de brochure Over de Raad voor de Kinder­ bescherming - Ieder kind heeft recht op bescherming. Op de achterkant staat waar u de brochure kunt verkrijgen. Voor het leesgemak is de tekst in de mannelijke vorm geschreven. Overal waar hij staat, kunt u ook zij lezen. Met ouders worden ook ouder (eventueel met zijn of haar partner), verzorger(s) of wettelijke vertegenwoordiger(s) bedoeld. Met kind worden alle minderjarigen bedoeld: jongeren en kinderen. Met cliënt(en) worden ouder(s) en/of kind(eren) bedoeld. Het kind staat centraal Het is de taak van de Raad voor de Kinderbescherming om op te komen voor de rechten van kinderen die in de knel (dreigen te) komen. Daarom staat in het werk van de Raad altijd het belang van het kind centraal. De medewerkers van de Raad beseffen tegelijk dat de tussenkomst van de Raad voor ouders een emotionele en ingrijpende gebeurtenis kan zijn. Opvoedingsproblemen Bij opvoedingsproblemen in een gezin wordt meestal eerst Bureau Jeugdzorg/ Advies­en Meldpunt Kindermishandeling (BJZ/AMK) ingeschakeld. Als het nodig is betrekt BJZ/AMK de Raad voor de Kinderbescherming bij een gezin. De Raad doet in dat geval een onderzoek. Er bestaat geen ideale opvoeding en er zijn ook geen perfecte opvoeders. Daardoor heeft elk gezin wel eens moeilijkheden. Dat is niet erg als de ouders er in slagen om samen met hun kind een oplossing te vinden. Maar soms zijn de problemen zo groot dat de ontwikkeling van het kind bedreigd wordt. Dat is bijvoorbeeld zo als ouders hun kind verwaarlozen, mishandelen of seksueel misbruiken. Maar er zijn ook andere moeilijkheden die de ontwikkeling van een kind negatief kunnen beïnvloeden. In deze brochure noemen we dit soort problemen opvoedingsproblemen. Bureau Jeugdzorg/Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Bij opvoedingsproblemen krijgt uw gezin in het algemeen eerst te maken met Bureau Jeugdzorg/Advies- en Meldpunt Kindermishandeling. Deze instanties kunt u zelf inschakelen. U kunt ook met BJZ/AMK te maken krijgen als anderen zich ongerust maken over de opvoedingssituatie van uw kind. Bezorgde personen kunnen bij deze instanties namelijk een melding doen (zie ook de tekst in het kader op pagina 4). BJZ probeert vervolgens uw gezin te helpen om de problemen op vrijwillige basis op te lossen. Maakt u zich zorgen over een kind? Bent u (bijvoorbeeld als buurman, familielid of leerkracht) ongerust over een kind? Vermoedens van verwaarlozing, mishandeling of andere ernstige opvoedingsproblemen kunt u melden bij Bureau Jeugdzorg/Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (BJZ/AMK) in uw omgeving. Kijk voor een overzicht van de adressen van BJZ op de internetsite van de Raad: www.kinderbescherming.nl of raadpleeg een telefoonboek. Het AMK is bereikbaar via telefoonnummer 0900 - 123 123 0 (5 cent per minuut). De Raad voor de Kinderbescherming Als u samen met BJZ de problemen niet kunt oplossen en de opvoedingssituatie blijft bedreigend voor de ontwikkeling van uw kind, dan schakelt BJZ/AMK de Raad in. In een overleg tussen de Raad en BJZ (het Casusoverleg) wordt de beschikbare informatie besproken. De Raad doet onderzoek naar uw kind en uw gezin, om te achterhalen of sprake is van een zodanig bedreigde opvoedingssituatie dat verplichte hulp nodig is. In dat geval verzoekt de Raad aan de rechter een maatregel van kinderbescherming op te leggen. Welke maatregelen er zijn en wat dit verder inhoudt leest u op pagina 10 van deze brochure. Soms signaleert de Raad zelf dat sprake is van (een vermoeden van) ernstige opvoedings­ problemen. Dit kan gebeuren als de Raad zelf al bezig is met een onderzoek, bijvoorbeeld omdat een kind met de politie in aanraking is gekomen. In dergelijke gevallen kan de Raad zonder tussenkomst van BJZ/AMK besluiten tot een beschermingsonderzoek. De Raad brengt BJZ/AMK in zulke gevallen wel op de hoogte van zijn beslissing om dit onderzoek te starten. De rol van de Raad Tijdens het onderzoek gaat een raadsonderzoeker na of de opvoedingsproblemen de ontwikkeling van uw kind zo bedreigen dat daar wat aan gedaan moet worden. Hij voert gesprekken met verschillende personen. Bij zijn beslissingen overlegt hij met andere medewerkers van de Raad voor de Kinderbescherming. De werkwijze van de Raad is officieel vastgelegd in het Kwaliteitskader. Het onderzoek Het doel van het onderzoek is om vast te stellen of er opvoedingsproblemen zijn die de ontwikkeling van uw kind bedreigen en hoe deze aangepakt moeten worden. Tijdens het onderzoek probeert een medewerker van de Raad, de raadsonderzoeker, een zo goed mogelijk beeld te krijgen van uw kind, zijn ontwikkeling en de omstandigheden waarin hij opgroeit. De raadsonderzoeker kijkt bijvoorbeeld naar uw manier van opvoeden en naar de hulp die u daar eventueel van anderen bij krijgt. De raadsonderzoeker voert één of meer gesprekken met u en uw kind. Ook eventuele andere kinderen uit het gezin worden bij het onderzoek betrokken. Daarnaast praat de raadsonderzoeker zo nodig met andere betrokkenen, zoals de leerkracht, huisarts of andere hulpverleners. De raadsonderzoeker wordt tijdens zijn onderzoek ondersteund door een gedrags­ deskundige en als dat nodig is door een juridisch deskundige. In een gezamenlijk overleg nemen zij de beslissingen over het onderzoek. De teamleider is eindverantwoordelijk. Vanzelfsprekend houdt de raadsonderzoeker uw gezin op de hoogte van het onderzoek. Kwaliteitskader Het Kwaliteitskader is een algemene aanwijzing van de minister van Veiligheid en Justitie. De richtlijnen uit het Kwaliteitskader zijn voor de medewerkers van de Raad leidraad voor hun dagelijks werk. Het document beschrijft onder andere hoe een onderzoek uitgevoerd wordt, welke informatie in het rapport komt en hoe lang een onderzoek mag duren. Daarnaast kent de Raad docu­ menten (protocollen) waarin voorgeschreven wordt hoe de Raad in bepaalde zaken moet handelen. Zo is er ook een protocol Bescherming. Op deze manier worden de raadsonderzoeken zoveel mogelijk op gelijke wijze uitgevoerd en kunnen cliënten nagaan wat zij mogen verwachten van de Raad. U kunt zowel het Kwaliteitskader als het protocol op elke locatie van de Raad inzien of raad­ plegen via de internetsite www.kinderbescherming.nl. Het rapport Het onderzoek van de Raad wordt afgesloten met een rapport, waarin de raads­ onderzoeker de bevindingen van het onderzoek opneemt. De raadsonderzoeker rondt het onderzoek naar uw gezin af met een rapport. Hij geeft daarin het verloop van het onderzoek weer. Ook neemt hij de mening van u en uw kind op. Hij neemt zo nodig ook informatie op die andere betrokkenen hebben verstrekt. Hij vermeldt bovendien het oordeel van de Raad over de opvoedingsproblemen en adviseert over de oplossing daarvan. De raadsonderzoeker bespreekt zijn conceptrapport met u. Als uw kind zestien jaar of ouder is, neemt de raadsonderzoeker ook met hem het rapport door. Onjuist weer­ gegeven feiten kunnen gewijzigd worden. Andere opmerkingen worden als bijlage aan het rapport toegevoegd. Hierna is het rapport definitief en ontvangen u en uw kind (van zestien jaar of ouder) een exemplaar. Als de uitkomst van het onderzoek tot gevolg heeft dat de Raad een maatregel van kinderbescherming vraagt, ontvangt ook de rechter het rapport. Het advies In het rapport beschrijft de raadsonderzoeker hoe de situatie van uw kind verbeterd kan worden. U kunt het advies krijgen om hulp te zoeken. Uit het onderzoek volgt het advies van de Raad over wat er moet gebeuren om de ontwikkeling van uw kind veilig te stellen, zodat hij zich kan ontwikkelen tot een gezonde en zelfstandige volwassene. De Raad zoekt, bij voorkeur samen met u, naar een oplossing die in het belang is van uw kind. Daarbij wordt gekeken naar de huidige situatie van uw kind en naar zijn toekomst. Het kan blijken dat verdere bemoeienis van de Raad niet nodig is, bijvoorbeeld omdat de opvoedingsproblemen al tijdens het onderzoek opgelost zijn. Verder kan de Raad vinden dat op dit moment verplichte hulp niet nodig is; wel kan de Raad de ouders adviseren om hulp te zoeken. Als het nodig is, verwijst de Raad de ouders voor hulp terug naar Bureau Jeugdzorg. Verplichte hulp Als verplichte hulpverlening beter is voor uw kind, vraagt de Raad aan de rechter om een maatregel van kinder­bescherming op te leggen. Uit het onderzoek kan ook blijken dat de ontwikkeling van uw kind zo ernstig wordt bedreigd, dat hulp verplicht gesteld moet worden. In dat geval verzoekt de Raad de rechter om een maatregel van kinderbescherming op te leggen. Een maatregel van kinder­bescherming is voor zowel ouders als kind zeer ingrijpend. De Raad doet het verzoek aan de rechter daarom weloverwogen en alleen als: • vrijwillige hulp niet (meer) voldoende is of • de ouders geen hulp accepteren en • het onderzoek bevestigt dat de ontwikkeling van het kind ernstig bedreigd wordt. Hierna leest u welke maatregelen van kinderbescherming er zijn en wat deze maatregelen inhouden. Maatregelen van kinderbescherming De rechter kan een maatregel van kinderbescherming opleggen. Er bestaan drie maatregelen van kinderbescherming: ondertoezichtstelling, ontheffing van het ouderlijk gezag of ontzetting uit het ouderlijk gezag. Hieronder leest u wat deze maatregelen inhouden. Om de ontwikkeling van een kind veilig te stellen kan de rechter een maatregel van kinderbescherming opleggen. De meest voorkomende en lichtste maatregel is de ondertoezichtstelling. Ontheffing en ontzetting uit het ouderlijk gezag zijn zwaardere maatregelen. 1 > Ondertoezichtstelling Als de rechter een ondertoezichtstelling uitspreekt, krijgt het kind een gezinsvoogd toegewezen van Bureau Jeugdzorg (BJZ). Deze persoon begeleidt het kind en zijn ouders bij het oplossen van de opvoedings­ problemen. De ouders blijven zelf verantwoordelijk voor de opvoeding, maar hun gezag is door de maatregel beperkt. Zowel ouders als kind zijn verplicht de aanwijzingen op te volgen die de gezinsvoogd geeft. In principe blijft het kind thuis wonen. De rechter kan echter in het belang van het kind besluiten om hem (tijdelijk) in een pleeggezin of tehuis te plaatsen. Als een kind acuut gevaar loopt en snel uit huis geplaatst moet worden, kan de Raad de rechter om een voorlopige ondertoezichtstelling met een machtiging uithuis­plaatsing verzoeken. Tijdens deze voorlopige ondertoezichtstelling zet de Raad het onderzoek voort, ouders en kind worden door de gezinsvoogd begeleid. In de brochure Als uw kind onder toezicht gesteld wordt vindt u meer informatie over de ondertoezichtstelling. Op de achterkant staat waar u de brochure kunt verkrijgen. 10 2 > Ontheffing Als ouders niet in staat zijn om hun kind op te voeden en te verzorgen, bepaalt de rechter dat een ander voor onbepaalde tijd het gezag over het kind krijgt. Meestal is dat BJZ. Deze organisatie oefent in dat geval de voogdij over het kind uit. Het kind wordt opgevoed in een pleeggezin of tehuis. De ouders hebben dan officieel niets meer over het kind te vertellen, maar blijven wel zo veel mogelijk bij hem betrokken. De rechter kan de ontheffing niet uitspreken als de ouders zich hier­ tegen verzetten, maar de wet kent enkele uitzonderingen op dit principe. Dan is sprake van een ‘gedwongen ontheffing’. 3 > Ontzetting Als ouders zich verwijtbaar misdragen tegenover hun kind, kunnen zij door de rechter uit het ouderlijk gezag ontzet worden. Het gezag over het kind wordt meestal overgedragen aan BJZ, dat dan de voogdij over het kind uitoefent. Het kind gaat naar een pleeggezin of tehuis. > Duur van de maatregel Een ondertoezichtstelling duurt maximaal één jaar en kan telkens met maximaal een jaar verlengd worden. In geval van ontheffing of ontzetting kunnen ouders na verloop van tijd aan de rechter vragen om hen weer het gezag over het kind te geven. > Beslissing door rechter De rechter neemt niet zomaar het besluit om een kinderbeschermingsmaatregel op te leggen. Hij wil ook de mening van de ouders horen; een advocaat kan hen daarin bijstaan. Als het kind twaalf jaar of ouder is, vraagt de rechter ook zijn mening. De rechter maakt bij zijn beslissing gebruik van de informatie uit het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming. Hij is niet verplicht om het verzoek van de Raad in te willigen. > Beroep aantekenen Als ouders het oneens zijn met een beslissing van de rechter, dan moeten zij een advocaat inschakelen die voor hen in hoger beroep gaat. Ook de Raad kan beroep aan­tekenen. 11 Meer informatie > Vragen? Heeft u nog vragen over het werk van de Raad voor de Kinderbescherming? Stel deze aan de medewerker van de Raad met wie u contact heeft. Of neem contact op met een locatie in uw omgeving: de adressen en route­beschrijvingen van de locaties staan op www.kinderbescherming.nl. Hier vindt u ook informatie over organisaties waarmee de Raad samenwerkt. > Andere brochures: Over ondertoezichtstelling • Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Over het werk van de Raad • Over de Raad voor de Kinderbescherming Ieder kind heeft recht op bescherming • Als uw kind in aanraking komt met de politie • Als ouders uit elkaar gaan • Als u een klacht heeft Deze brochures zijn verkrijgbaar via: • www.kinderbescherming.nl • alle locaties van de Raad Dit is een uitgave van Raad voor de Kinderbescherming | Landelijk Bureau Postbus 19202 | 3501 DE Utrecht www.kinderbescherming.nl | www.kinderbescherming.nl/jongeren Januari 2012 Aan de informatie in deze brochure kunnen geen rechten worden ontleend.