Infinitief

advertisement
Het hele werkwoord
Het hele werkwoord.
• De spelling van het hele werkwoord geeft
eigenlijk nooit problemen. Je schrijft het
werkwoord gewoon zoals je het hoort.
• Er kan bij het spellen van het hele werkwoord
maar één ding misgaan, en dat is dat je het
hele werkwoord niet herkent. Het hele
werkwoord kan verward worden met de
persoonsvorm verleden tijd (meervoud).
Theorie bij het hele werkwoord
•
Als een werkwoord geen persoonsvorm is, dan moet het dus een
ander werkwoord zijn. Meestal is het dan het hele werkwoord of
het voltooid deelwoord.
• 1. Wij vermoedden dat hij zijn huiswerk niet heeft gemaakt. (v.t)
• 2. Wij konden niet vermoeden dat hij zijn huiswerk niet heeft
gemaakt.
• In zin 1 is vermoedden de persoonsvorm in de verleden tijd, en dus
schrijf je het werkwoord met stam + -den. Vermoedden krijgt dus
dubbel d.
• In zin 2 is konden de persoonsvorm, vermoeden is geen
persoonsvorm. Vermoeden is hier het hele werkwoord. De spelling
daarvan levert geen problemen op.
Na te volgt altijd het hele
werkwoord:
• Hij lag in de zon te bakken.
• De hond stond bij de deur te blaffen.
• Het was te verwachten dat hij niet zou
komen.
• Het te verbranden afval.
Oefenen met het hele werkwoord
• Het kwam niet zo vaak voor, maar gisteren
(vermoeden) wij dat hij zijn huiswerk niet heeft
gemaakt.
• Het mag niet, maar toch willen we de takken
(verbranden).
• Het vliegtuig moest met een defect (landen) op
Eindhoven Airport.
• We konden niet (vermoeden) dat ze vals zouden
spelen.
• Zij (verbranden) gisteren eerst de takken en toen pas
de boomwortels.
Download