De Taalfouten Top-15 1. Hun hebben het gedaan. Het persoonlijk voornaamwoord ‘hun’ kan nooit onderwerp zijn. ‘Hun’ is een bezittelijk voornaamwoord, zoals in ‘Hun auto is stuk.’ Gebruik ook ‘hun’ als je een voorzetsel + hen ermee kunt vervangen, bijvoorbeeld: ‘Ik geef het hun.’ (Ik geef het aan hen.) 2. Hij bepaald dat het voorval niks betekend. Pas de regels voor de werkwoordspelling overal toe. Vervang bijvoorbeeld de persoonsvorm door een werkwoord dat je wel kan vervoegen, zoals lopen of spelen. En pas dan de regels toe: in het voorbeeld gaat om de onvoltooid tegenwoordige tijd in 3e persoon enkelvoud. Je schrijft dus ‘bepaalt’ en ‘betekent’. 3. Het meisje die daar loopt, vind ik aardig. ‘Meisje’ is een het-woord. Naar het-woorden verwijs je met ‘dat’. Het is dus: ‘Het meisje dat daar loopt.’ Het betrekkelijk voornaamwoord ‘die’ gebruik je alleen bij de-woorden en bij meervouden: ‘De jas die ik kocht’, ‘De kinderen die daar fietsen’. 4. Zij is groter als hij. Gebruik bij de vergrotende trap geen ‘als’, maar ‘dan’. Zet hetzelfde werkwoord aan het einde van de zin om te bepalen of je de zin afsluit met ‘hem’ of ‘hij’. Dus: zij is groter dan hij (is). Je zegt immers niet: zij is groter dan hem (is). 5. Nou ja, dat is eh zeg maar eigenlijk wel zo. Gebruik geen opvulwoorden die niets aan de inhoud van een zin toevoegen. Dit soort woorden drukken in de spreektaal onzekerheid uit en suggereren dat er weinig te melden is. In schrijftaal is het gebruik ervan uiteraard helemaal uit den boze. 6. Hij heeft dat niet verdient. Voor het vervoegen van een werkwoord pas je de regels van ’t fokschaap (of kofschip) toe. Weet je niet meer hoe dat was, maak er dan eerst verleden tijd van om te checken hoe je het voltooid deelwoord schrijft. Je schrijft ‘verdiende’, dus is het voltooid deelwoord ‘verdiend’. 7. …, die doelde toen te zijn geweest omtrent… Dit noem je een tante-Betje-constructie. De lezer kan er geen touw aan vastknopen, want er worden woorden gebruikt die niet logisch iets met elkaar te maken hebben. Gebruik tussen- en bijzinnen of lange zinnen met komma’s zo min mogelijk. Deel je tekst liever op in meerdere korte zinnen. 8. Ik irriteer me aan dat gedoe. Of: Ik besef me dat ik het beter anders… Check of een werkwoord wederkerig is of niet. ‘Zich ergeren’ moet het zijn (1e zin), want irriteren is geen wederkerig werkwoord. ‘Beseffen’ (2e zin) is zeker niet wederkerig, ‘zich bewust zijn van’ weer wel. 9. Een aantal mensen hebben gezegd dat… Barbara Philipsen 9 januari 2012 Het onderwerp in deze zin is ‘een aantal mensen’. Je kunt ook zeggen ‘een groep mensen’ of ‘een aantal van deze mensen’. ‘Aantal’ is dus het belangrijkste deel van het onderwerp en krijgt om een enkelvoudige werkwoordsvorm. Je schrijft dus altijd ‘een aantal mensen heeft…’ of ‘een kudde koeien loeit’. 10. Social media heeft invloed op … ‘Media’ is meervoud van medium dus kan er nooit een werkwoordsvorm 3e persoon enkelvoud achter staan. Ook zonder de toevoeging ‘social’ zie je vaak ‘de media heeft’ in kranten staan, zelfs in kwaliteitskranten. (Nrs 9 en 10 met dank aan Renzo Verwer) 11. … toen we samen in de trein stapten welke naar… Veel mensen denken dat woorden als welke, hetgeen en middels een tekst formeel maken. Een verwijswoord als ‘welke’ is niet fout maar onnodig ingewikkeld. Ambtenaren en juristen gebruiken zulke woorden nog vaak in brieven. Als ontvanger moet je zo’n brief wel drie keer lezen om het te begrijpen. Maak het je lezer gemakkelijk en gebruik eenvoudige verwijswoorden als die, wat en via in plaats van welke, hetgeen, middels. 12. … de applicatie content manager heeft … Door toename van Engelse woorden in het Nederlands lees je steeds vaker dat het oorspronkelijk Engelse begrip op z’n Denglish wordt geschreven. ‘Project manager’ of ‘product management’, maar ook ‘zoekmachine campagne’ of ‘communicatie advies’. Is een van oorsprong anderstalig begrip vernederlandst (of ingeburgerd), dan schrijf je het volgens de regels van de Nederlandse spelling, dus aaneenschrijven tot ‘projectmanagement’ en ‘zoekmachineoptimalisatie’. 13. Het bruto inkomen geldt alleen na de diplomauitreiking. Omdat Nederlands samengestelde klinkers heeft zoals ‘au’ en ‘ei’ kun je bij samenstellingen zgn. klinkerbotsingen tegenkomen. ‘Diploma’ en ‘uitreiking’ heeft de klinkerbotsing ‘a met u’; hier hoort een streepje tussen: diploma-uitreiking. ‘Brutoinkomen’ is een samenstelling maar géén klinkerbotsing. ‘Bruto-‘ is een voorvoegsel uit het Latijn en dit krijgt altijd een - mee. ‘Communicatieadvies’ kan wel, want ‘ea’ is geen Nederlandse klinker. 14. … omdat de ZZP-er een andere … Dit is een dubbele schrijffout. ZZP is de afkorting van zelfstandige zonder personeel, maar dat schrijf je niet met hoofdletters, dus de afkorting ook niet. Personificeer je een afkorting tot een zelfstandig begrip (zzp), dan schrijf je er een ‘ tussen. De juiste schrijfwijze is ‘zzp’er’. 15. De directie heeft besloten dat (…) en hebben ook vastgelegd … Dit noemt men in de taalkunde een ‘foutieve samentrekking bij nevenschikking’. ‘Hebben’ verwijst naar de leden van de directie, maar ‘directie’ is enkelvoud. Verwijs je naar de ‘directie’, dan zou het tweede deel van de zin moeten luiden: ‘… en heeft ook vastgelegd…’. Gebaseerd op de Taalfouten top10 gevonden op Community Nederlands, Digischool, Kennisnet Je spelling checken doe je in het Groene Boekje, online op www.woordenlijst.org. Op de website van het Genootschap Onze Taal www.onzetaal.nl vind je nog meer informatie over de Nederlandse taal. Barbara Philipsen 9 januari 2012