Bestand downloaden - Nederlands in de onderbouw

GRAMMATICA
WEDEKEREND WW EN VNW
WEDERKERIG VNW
WAT GAAN WE DEZE
LES LEREN
• Wat een wederkerend voornaamwoord/werkwoord is.
• Wanneer het wederkerend voornaamwoord lijdend
voorwerp of gezegde is.
• Wat een wederkerig voornaamwoord is.
WAT GAAN WE DOEN
DEZE LES?
•
Instructie wederkerend werkwoord/voornaamwoord (10m)
•
Maken opdr 8 en op 9(20m-30m)
•
Maken opdrachten grammatica zinsdelen oefenboek blz 63,64,65
•
Pauze
•
Instructie woordsoorten h4
•
Maken opdrachten 1,2,3,4
WEDER+KEREND
Wat betekent wederkerend nou eigenlijk?
DIK GEDRUKTE WOORDEN ZIJN
WEDERKERENDE VOORNAAMWOORDEN
LEG DE NAAM UIT!
1. Hij scheert zich.
2. Jullie scheren je!
3. Ik scheer me.
4. Jij scheert je.
5. Wij scheren ons.
Het onderwerp ‘keert terug’ in het
wederkerend voornaamwoord.
UITLEG
Wederkerend werkwoord (wkww)
‘Werkwoorden die in de infinitief altijd ‘zich’ krijgen.’
Zich vergissen, zich ergeren, zich wassen, zich vervelen, enz
Wederkerend voornaamwoord (wkvnw)
‘Een wkww heeft een wkvnw bij zich. Het wkvnw past zich steeds aan het onderwerp aan.’
Ik vergis me
Wkvnw herkennen?
Hij vergist zich
Wij vergissen ons.
Jullie vergissen je
Als je de zin in de hij-vorm zet, dan verandert
het wederkerend voornaamwoord in 'zich' en
dat is wel makkelijk te herkennen.
Dus: Ik verveel me. wordt dan: Hij verveelt
zich.
LIJDENVOORWERP OF GEZEGDE?
Verplicht wederkerend
ww (schamen, vergissen,
enz)
Hier hoort altijd een
wkvnw (me, je, zich, ons)
bij! Je kunt niet een ander
schamen of vergissen!
Het wkvnw
hoor dan
altijd bij het
gezegde!
Voorbeeld:
Hij schaamt
zich voor zijn
werk.
Wg: schaamt
zich
Toevallig wederkerend ww (wassen,
scheren, vermaken, enz)
Hier hoeft niet altijd een
wkvnw (me, je, zich, ons) bij!
Je kunt namelijk wel een
ander wassen, scheren,
vermaken
Het wkvnw
hoor dan
altijd bij het
lijdend
voorwerp
Voorbeeld:
Ik was me `s
ochtend
altijd.
Wg: was
Lv: me
WEDERKERIG
Wat betekent wederkerig nou eigenlijk?
DIK GEDRUKTE WOORDEN ZIJN
WEDERKERIGE VOORNAAMWOORDEN
LEG DE NAAM UIT!
1. Zij zagen elkaar
2. Zij kussen elkaar!
3. Zij misten elkaar.
UITLEG
Wederkerig voornaamwoord
Er is maar één wederkerig voornaamwoord: elkaar!'
HUISWERK
Maken opdrachten
grammatica 2.4 opdracht 8
tm 13