Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen College of Child Development and Education Graduate School of Child Development and Education Opleiding Onderwijskunde Nieuwe Prinsengracht 130 1018 VZ Amsterdam [email protected] Studiehandleiding Instructie en Leren (70220285AY) Bachelorjaar: 2 Cursusjaar: 2013/2014 Semester: 1, blok 2 Docent: dr. M. Alkan Amsterdam, Oktober 2013 MODULE INSTRUCTIE EN LEREN Docent: dr. M. Alkan tel.: 020 - 5251252 E-mail: [email protected] Periode: 1e Semester, blok 2 Dag en tijd: donderdag 15.00 – 18.00 Plaats: zie onderwijsmededelingen op www.student.uva.nl/pow Niveau: bachelor 2 Punten: 6 ec 1 1. Deelname aan het onderwijs en tentamen Deelname onderwijs/tentamen Om deel te kunnen nemen aan het onderwijs en/of eerste afsluitingsgelegenheid (tentamen) in deze module moet je je binnen de aanmeldingsperiode aanmelden via het Studenteninformatiesysteem (SIS). De aanmeldingsperiode van het eerste semester loopt van 17 juni t/m 01 juli 2013. De aanmeldingsperiode van het tweede semester loopt van 02 december t/m 16 december 2013. Mocht je problemen hebben bij het aanmelden voor de vakken via SIS neem dan tijdens de aanmeldingsperiode contact op met de onderwijsadministratie via [email protected]. De onderwijsadministratie zoekt dan samen met jou uit wat het probleem is en lost het samen met jou op. Zie voor meer informatie www.student.uva.nl/pow in de A-Z lijst Vak- en tentamenaanmelding en SIS. Let op na de aanmeldingsperiode kun je je niet meer zelf via SIS voor vakken aanmelden. De aanmelding is dan gesloten. Na de aanmeldingsperiode kun je uitsluitend via de onderwijsadministratie worden aangemeld voor vakken op een vaste na-aanmeldingsdag* onder de volgende voorwaarden: 1. uiterlijk tot en met de eerste week waarin het vak is gestart 2. uitsluitend dan wanneer er nog plaats beschikbaar is 3. én tegen betaling van 70 euro administratiekosten * datum van de na-aanmeldingsdag moet nog worden vastgelegd. Deze datum wordt t.z.t. doorgegeven door de onderwijsadministratie via een e-mailbericht aan alle studenten. Deelname herkansing De aanmelding geldt voor het onderwijs alsmede voor de eerste afsluitingsgelegenheid. Studenten die het vak niet bij de eerste afsluitingsgelegenheid hebben behaald worden door de onderwijsbalie voor de herkansing aangemeld. Meld je op tijd af voor vak(ken) waar je niet aan gaat deelnemen. 2. Inleiding In de module komen verschillende theoretische oriëntaties op het gebied van leren en instructie aan de orde. Aan de hand van concrete voorbeelden wordt toegewerkt naar abstractie van (concrete) kennis in de vorm van theorieën. Wat is leren? Wat zijn de algemene leer- en denkprocessen? Hoe worden deze processen beïnvloed door de reeds opgebouwde kennis, eerdere leerervaringen, percepties van leersituaties en leergedrag van studenten? Hoe kunnen docenten de kennis en vaardigheden op het gebied van hun vakgebied zo vormgeven dat studenten worden aangezet om kennis eigen te maken en verder te ontwikkelen? Hoe kunnen docenten beoordelen wat het kennisniveau en het leergedrag van hun studenten is, zodat zij hun instructie alsmede de evaluatie van het werk van hun studenten kunnen aanpassen? Tijdens de cursus wordt tevens ingegaan op de methoden, procedures en technieken voor het systematisch ontwerpen van instructie. Verschillende componenten van het 2 instructieontwerp worden behandeld. Daarbij wordt aandacht besteed aan de theoretische constructen en onderzoekmethoden die hiervoor van belang zijn. Via begeleid zelfstandig werken en coöperatief leren in kleine groepen, zullen de studenten werken aan een ontwerpopdracht in de context van een vakgebied naar keuze. 3. Leerdoelen • • • • • • Kennis en inzicht in theorievorming op het gebied van leren en instructie. (eindtermen OWK: 1,4,12,14) Kennis van en inzicht in de relatie tussen de leertheorie, instructietheorie en de praktijk van het ontwerpen van instructie (eindtermen OWK: 1,3,8,11,13,14,15) Kennis van de bijdragen van de verschillende leertheorieën op het gebied van onderwijskundig ontwerpen (eindtermen OWK: 1,4,5,) Kennis van methoden en technieken voor het systematisch ontwerpen van instructie (eindtermen OWK: 4,5,7,9,10,11,17). In staat zijn om een instructiesituatie systematisch te beschrijven en te analyseren op basis van de bestudeerde literatuur (eindtermen OWK: 1,4,5,9,10,11,12) Vaardigheden om instructieontwerp technieken en procedures toe te passen op het ontwikkelen van onderwijskundig materiaal (eindtermen OWK: 9,10,11,16,17) 4. Voorkennis en aansluiting met andere modulen Om de module met succes te kunnen doorlopen, wordt van de studenten bij de aanvang van de module het volgende verwacht: • kennis van het Nederlandse onderwijssysteem; • kennis van de basis-theorievorming in de monodisciplines sociologie, psychologie en pedagogiek; • kennis van de basistheorievorming in de onderwijskunde. De module "Instructie en Leren" is een algemene inleidende module. Zij die zich op dit gebied verder willen specialiseren kunnen in Amsterdam terecht bij de modulen in de master onderwijskunde. 5. Studiebelasting De module "Instructie en Leren" heeft een studielast van 6 EC (6 X 28 uur). 6. Literatuur Hoofdstukken uit verschillende boeken en te downloaden artikelen uit wetenschappelijke tijdschriften (digitale bibliotheek). In paragraaf 8 staat vermeld, wat er per week aan literatuur behandeld wordt. Daarvoor is een degelijke inhoudelijke voorbereiding vereist. Deze literatuur in combinatie met de colleges vormen de basis voor de opdrachten en het schriftelijk tentamen. 3 7. Onderwijsvormen en begeleidingsstructuur De bijeenkomsten bestaan onder andere uit de onderdelen: - literatuurverwerking: door middel van het bespreken van de leesvragen en het bespreken van de literatuur - discussie en analyse in sub-groepen - schriftelijke opdrachten - toepassen van de literatuur - colleges van de docent en presentaties van studenten - begeleiding door de docent Op Blackboard vind je onder Studenten POW de cursusevaluaties van afgelopen jaar. Je kunt hierin lezen welke cursusaanpassingen plaatsvinden naar aanleiding van de evaluaties door de studenten en de docent(en). 8. Rooster De locatie van het onderwijs en tentamens vind je op http://rooster.uva.nl. Houd de Mededelingen op de studentenwebsite http://www.student.uva.nl/powen/of de blackboardomgeving van Instructie en leren in de gaten voor roosterwijzigingen. Let op: Leesopdrachten zijn in blackboard te vinden 31 oktober Introductie Deze bijeenkomst bestaat uit de volgende elementen: • Elkaar voorstellen: bepalen van persoonlijke leerdoelen d.m.v. korte interviews. • College-onderdeel over de opbouw van de module: samenhang tussen literatuur en opdrachten. Toelichting op de functie van afzonderlijke literatuur in het geheel. Keuze aanvullende literatuur. • Bespreking van de wijze van toetsing: wat verwachten we van elkaar in dit module- onderdeel? 4 7 november Understanding Learning and Teaching I Prosser, M. & Trigwell, K. (1999) Understanding Learning and Teaching. The experience in Higher Education. Celtic Court: SRHE and Open University Press, Chapters 1 - 4 14 november Understanding Learning and Teaching II Prosser&Trigwell (1999) Chapters 5 – 8. 21 november Learning and instruction: Behaviorism, Cognitivism and Constructionism I Ornstein, A.C. and F.P. Hunkins (2013). Curriculum: Foundations, Principles, and Issues. Boston: Pearson, pp. 91 – 126. Ertmer, P.A. and Newby, T.J. (1993). Behaviorism, Cognitivism, Constructionism: Comparing Critical Features from an Instructional Design Perspective. Performance Improvement Quarterly, 6(4): 50-72. 28 november Learning and instruction: Behaviorism, Cognitivism and Constructionism II Schunk, D. H. (2009). Learning Theories: An Educational Perspective. London: Pearson, pp. 234 -277 and 278-323. 5 december Instructional design models and frameworks I Morrison, G.R., Ross, S.M. & Kemp, J.E. (2007). Designing Effective Instruction. John Willey &Sons, Inc., pp. 1-129 12 december Instructional design models and frameworks II Morrison, Ross & Kemp (2007), pp. 130-233. Uitreiking take-home tentamen 19 december Inleveren papers en tentamen. 5 9. Verwachtingen van de studenten Van de studenten wordt verwacht dat zij de literatuur (evt. in groepen) bestuderen en de bijbehorende leesvragen (evt. gezamenlijk) voorbereiden en uitwerken, ten einde te kunnen argumenteren tijdens de bijeenkomsten. Deze voorbereiding is essentieel voor het verloop van de bijeenkomsten. Het succes van deze module hangt samen met een actieve, constructieve bijdrage van alle studenten - voor en tijdens de bijeenkomsten! Actuele verwerkingsopdrachten worden op Blackboard geplaatst en worden besproken tijdens de bijeenkomsten. 10. Beoordeling De toetsing houdt in het schrijven van een eindopdracht/paper en het maken van het takehome tentamen. Over het paper en het tentamen volgt nadere informatie tijdens de module. In de Onderwijs- en Examenregeling (OER) vind je meer algemene informatie over toetsing, bijvoorbeeld over de voorwaarden om aan tentamens te mogen deelnemen, herkansingen en de geldigheidsduur van uitslagen. Zorg ervoor dat je van deze informatie op de hoogte bent! Je vindt de OER in de digitale studiegids, en op http://www.student.uva.nl/powonder Onderwijs- en examenregeling (OER). De OER bevat ook andere belangrijke informatie, zoals over volgordeverplichtingen, aanwezigheidsverplichtingen, keuzepunten en minoren. 11. Belangrijk Evaluatie van het onderwijs Docenten en het onderwijsinstituut hebben behoefte aan feedback van de studenten op de kwaliteit van het gegeven onderwijs. Waar nodig kan een betreffende module verbeterd worden voor de volgende groep studenten. Maar evalueren kan ook een goed leermoment zijn voor jou als student, omdat je zo extra nadenkt over je eigen leerproces en nagaat hoe je achteraf kijkt naar de inhoud van een module. Binnen de FMG wordt gewerkt met een vragenlijst die UvA-breed wordt toegepast. Bij het laatste college of na afloop van het tentamen zal je gevraagd worden deze vragenlijst in te vullen. Vul deze vragenlijst zo eerlijk mogelijk in, de resultaten ervan hebben geen consequenties voor de uitslag van het tentamen. Bovendien blijf je bij het invullen van de vragenlijst anoniem. Indien uit de resultaten van de vragenlijst blijkt dat toelichting nodig is op de evaluatie van de betreffende module, organiseert het Onderwijsinstituut een panelgesprek. Hiertoe worden een aantal studenten uitgenodigd en wordt samen met de docent en de onderwijsdirecteur of studieadviseur gesproken over het verloop en de inhoud van de betreffende module. Studenten kunnen indien gewenst ook zelf een panelgesprek aanvragen. 6 Op Blackboard vind je onder Studenten POW de cursusevaluaties van afgelopen jaar. Je kunt hierin lezen welke cursusaanpassingen plaatsvinden naar aanleiding van de evaluaties door de studenten en de docent(en). Fraude Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van de student dat erop gericht is het vor-men van een juist oordeel door de examinator omtrent kennis, inzicht en vaardigheden van de student geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. Een voor iedereen duidelijk herkenbare vorm van fraude is bijv. het op enigerlei wijze ‘spieken’ tijdens het tentamen. Een helaas vaak voorkomende vorm van fraude, die in de wetenschappelijke wereld zeer zwaar wordt aangere-kend, is het plegen van plagiaat. Plagiaat Een wetenschappelijke tekst moet controleerbaar zijn en daarom dien je gebruikte (internet)bronnen altijd vermelden in een zogenaamde bronvermelding. Als je een stuk tekst of tabel van iemand overneemt geef je precies aan wie de auteur is en waar je de tekst of tabel hebt ge-vonden. Doe je dat niet en wek je dus de indruk dat die tekst of die gegevens van jezelf zijn, dan wordt dat plagiaat genoemd. Het plegen van plagiaat in een paper of scriptie betekent altijd uitsluiting van de betreffende tentamen- of scriptiegelegenheid. Bovendien kan de examen-commissie nog zwaardere straffen opleggen. Zorg dus dat je altijd goed je bronnen vermeldt en niet zomaar stukken tekst of gegevens van anderen overneemt. Zie ook de studentenwebsite www.student.uva.nl/pow, in de A-Z lijst onder Fraude, plagiaat en bronvermelding, , en OERen bachelor- en masteropleiding Pedagogische wetenschappen en Onderwijskunde, deel A, artikel 3.11. Beroepsmogelijkheden Als je het niet eens bent met een beslissing van een examinator, is het verstandig om je eerst te wenden tot de Examencommissie POW met het verzoek om een uitspraak te doen over je eventuele klacht. Na die uitspraak kun je besluiten om binnen 4 weken beroep aan te tekenen bij de COBEX. Raadpleeg de studieadviseurs voor advies en de procedure. Je kunt hen bereiken via een e-mailbericht aan [email protected]. Onderwijs- examenregeling (OER) Algemene en specifieke informatie die geldig is voor de bachelor- en mastervakken kan gevonden worden in de Onderwijs- en examenregeling (OER). De OER is gepubliceerd op de studentenwebsite in de A-Z lijst onder OER en in de UvA Studiegids 2013-2014. 7 Bijlage 1. Dublindescriptoren kennis en inzicht toepassen van kennis en inzicht oordeelsvorming communicatie leervaardigheden Bachelor Heeft aantoonbare kennis en inzicht van een vakgebied, waarbij wordt voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit wordt overtroffen, functioneert doorgaans op een niveau met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen waarvoor kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied vereist is. Is in staat om zijn/haar kennis en inzicht op een dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn/haar werk of beroep laat zien, en beschikt verder over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied. Is in staat om relevante gegevens te verzamelen en interpreteren (meestal op het vakgebied) met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaalmaatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten. Is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten en niet-specialisten. Bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie die een hoog niveau van autonomie veronderstelt aan te gaan. 8 Master Heeft aantoonbare kennis en inzicht, gebaseerd op de kennis en het inzicht op het niveau van Bachelor en deze te overtreffen en/of verdiepen, als mede een basis of kans bieden om een originele bijdrage te bieden aan het ontwikkelen en/of toepassen van ideeën, vaak in onderzoeksverband. Is in staat om kennis en inzicht en probleemoplossende methodes toe te passen in nieuwe of onbekende omstandigheden binnen een bredere (of multidisciplinaire) context die gerelateerd is aan het vakgebied; is in staat om kennis te integreren en met complexe materie om te gaan. Is in staat om oordelen te formuleren op grond van onvolledige informatie en daarbij rekening te houden met sociaalmaatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden, die zijn verbonden aan het toepassen van de eigen kennis en oordelen. Is in staat om conclusies, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten en niet-specialisten. Bezit de leervaardigheden die hem of haar in staat stellen een vervolgstudie aan te gaan met een grotendeels zelfgestuurd of autonoom karakter. Bijlage 2 Eindtermen van de opleidingen, zoals beschreven in de OER. OPLEIDING ONDERWIJSKUNDE Eindtermen Bachelor Onderwijskunde Kennis en inzicht De afgestudeerde heeft kennis van en inzicht in: 1. hoofdproblemen op onderwijskundig gebied en de theorievorming over deze problemen 2. de ontwikkeling, sturing, opbouw en structuur van het Nederlands onderwijssysteem (inclusief de verzorgingsstructuur) 3. onderwijsbeleid en schoolorganisatie 4. onderwijs- en leerprocessen in formele onderwijssettings 5. de disciplines pedagogiek, filosofie, psychologie en sociologie in relatie tot de onderwijskunde 6. de historische ontwikkelingen van het onderwijs, het denken over onderwijs en de onderwijskunde 7. opzetten en uitvoeren van sociaalwetenschappelijk onderzoek 8. ethische vraagstukken die een rol spelen in de onderwijskundige praktijk Toepassen kennis en inzicht De afgestudeerde is in staat om: 9. theorie te gebruiken om vraagstukken op het gebied van onderwijsbeleid, schoolorganisaties, onderwijs- en opleidingsprogramma’s en onderwijsleerprocessen te benoemen, te analyseren en te interpreteren 10. deze analyse vervolgens te vertalen in adviezen, handelingsaanwijzingen en onderzoeksplannen met betrekking tot de inrichting, besturing en vormgeving van onderwijs en opleiding 11. eenvoudig onderwijskundig onderzoek uit te voeren Oordeelsvorming De afgestudeerde is in staat om: 12. een sociaalwetenschappelijk probleem (in het bijzonder op het terrein van de onderwijskunde) te formuleren en te analyseren 13. onderwijskundig onderzoek kritisch te beoordelen 14. sociaalwetenschappelijke publicaties zowel in theoretisch als in empirisch opzicht kritisch te evalueren 15. de onderwijskunde te positioneren ten opzichte van andere disciplines en wetenschapsfilosofische tradities Communicatie De afgestudeerde is in staat om: 16. schriftelijk en mondeling te rapporteren over (de analyse van, of onderzoek naar) een sociaalwetenschappelijk probleem, zowel aan vakgenoten als aan een breder publiek 17. zelfstandig en in groepsverband te werken Leervaardigheden De afgestudeerde heeft: 18. vaardigheden die noodzakelijk zijn om zich als onderwijskundige professioneel te blijven ontwikkelen. 9