B4Samenvatting thema 1 16.98KB

advertisement
Thema 1
Organische stoffen
Anorganische stoffen
Eiwitten (dus ook: enzymen)
Vetten
Koolhydraten/Suikers (vb. glucose,
cellullose, zetmeel)
Vitamines
Water
Zuurstof
Koolstofdioxide
Mineralen (vb. ijzer, calcium, zink etc.)
Energierijk = bevatten energie
(worden gemaakt door planten en
dieren, door middel van Assimilatie)
Energiearm = bevatten géén energie
`
(worden gebruikt bij het maken van
energierijke organische stoffen, of
komen vrij bij de verbranding van
organische stoffen)
VALKUIL op je examen praten ze over energierijke anorganische stoffen, of over
energiearme organische stoffen. Beiden kloppen niet. Goed lezen dus!
Organische stoffen
Organische stoffen heb je nodig als bouwstoffen, brandstoffen en reservestoffen
Je krijgt organische stoffen binnen door te eten. Je voedsel bestaat uit organische stoffen. Je
eigen lichaam verandert de organische stoffen, zodat ze geschikt zijn voor jouw lijf.
Je kunt ze dan:
1. gebruiken om nieuwe cellen te maken (groei en herstel)
2. een tijdje bewaren (reserve)
3. gebruiken om de energie eruit te halen (beweging en warmte)
Stofwisseling
Het veranderen van een stof in een andere stof noemen we een reactie. Reacties die plaatsvinden
in organismen (levende wezens) noemen we stofwisseling.
VALKUIL op je examen vragen ze bijvoorbeeld of er bij het branden van een kaars
sprake is van stofwisseling. Antwoord: kaars is niet levend, dus er is wél een reactie
maar géén stofwisseling.
Het maken van organische stoffen of het veranderen van organische stoffen in andere organische
stoffen noemen we Assimilatie. Assimilatie vindt plaats in alle organismen, maar komt niet voor
in de levenloze natuur.
Het gebruiken van organische stoffen om de energie eruit te halen noemen we Verbranden. Het
verbranden van stoffen om de energie eruit te halen vindt plaats in zowel de levende als de
levenloze natuur.
Bij alle stofwisselingreacties, zijn enzymen nodig! Zonder enzymen verloopt de reactie niet.
Enzymen werken niet als het koud is en ze gaan kapot als het te warm is.
Reactievergelijkingen
Reacties worden kort opgeschreven in een reactievergelijking.
Bijvoorbeeld: stof A wordt veranderd in de stoffen B en C.
De vergelijking ziet er dan zo uit:
A
B
+
C
of, de stoffen B en C worden veranderd in stof A:
B
+
C
A
LET OP als één van de stoffen vóór de pijl er niet is, kan de reactie niet verlopen..
Fotosynthese
Dieren eten organische stoffen en maken daar andere organische stoffen van (=Assimilatie).
Planten doen dat niet. Planten nemen anorganische stoffen op en maken daar zelf een organische
stof van, namelijk glucose (=koolhydraat).
Deze stofwisselingsreactie noemen we: fotosynthese.
LET OP fotosynthese is een vorm van assimilatie: er wordt tenslotte een organische
stof gemaakt  glucose
Planten kunnen dit omdat ze bladgroenkorrels hebben. Alle andere organismen hebben dit niet.
Bladgroenkorrels werken als een zonnecel: ze vangen zonlicht op. De opgevangen energie uit het
zonlicht wordt tijdens de fotosynthese vastgelegd in de glucose.
Zowel planten als dieren kunnen glucose gebruiken om andere organische stoffen te maken.
Het veranderen van glucose in andere organische stoffen, kan in alle cellen. Fotosynthese (dus
het maken van glucose met behulp van zonlicht) kan alleen in de cellen met bladgroenkorrels.
Reactievergelijkingen van stofwisselingreacties:
Fotosynthese
Water + Koolstofdioxide + Zonlicht
Glucose + Zuurstof
LET OP 1 zonlicht is niet organisch of anorganisch. Zonlicht is energie.
LET OP 2 fotosynthese kan alleen plaatsvinden als water, koolstofdioxide en zonlicht
aanwezig zijn. Maar, als het te koud is (als het vriest b.v.) werken de enzymen niet en zal er
dus ook geen fotosynthese plaatsvinden.
LET OP 3 fotosynthese vindt alleen plaats in de groene delen van de plant. Daar zitten
namelijk de bladgroenkorrels.
Verbranding
Brandstof + Zuurstof
Water + Koolstofdioxide + Energie
Als de brandstof glucose is, ziet de reactie er zo uit:
Glucose + Zuurstof
Water + Koolstofdioxide + Energie
Als de brandstof vet is, ziet de reactie er zo uit:
Vet + Zuurstof
Water + Koolstofdioxide + Energie
LET OP de brandstof kan verschillend zijn. Er is wél altijd zuurstof nodig. Zonder zuurstof
dus geen verbranding.
VALKUIL een verbranding is het omgekeerde van de fotosynthese. Raak dus niet in de war.
Zuurstof vóór de pijl is verbranding. Zuurstof ná de pijl is fotosynthese.
Download