Woordenschat H4 Klas 2 havo/vwo In deze powerpoint: • Opfrissen: Wat is een voorzetsel? • Wat is een vast voorzetsel? • Wat is een voorzetseluitdrukking? robertdouw.nl | 2016 Opfrissen: Wat is een voorzetsel? Herhaling van klas 1 Een voorzetsel geeft vaak plaats, tijd of reden/oorzaak aan: - plaats: tijd: reden/oorzaak: in de schuur; te Nijmegen; op het dak; bij mij; tijdens de pauze; gedurende de oorlog; na de les; vanwege de dichte mist; door de kredietcrisis. Soms is een voorzetsel deel van een uitdrukking: - Iemand op zijn nummer zetten; iets achter de hand houden. Lees verder op de volgende dia Herhaling van klas 1 Let op: delen van scheidbare werkwoorden noem je geen voorzetsel. Als je de zin in zinsdelen verdeelt, staat zo’n stukje van een scheidbaar werkwoord klem tussen twee streepjes: - De trainer | legde | de tactiek | uit | aan zijn spelers. Uit is hier dus geen voorzetsel. - De commandant | haalde | zijn legerjeep | alvast | uit de garage. In deze zin is uit wel een voorzetsel. Lees verder op de volgende dia Herhaling van klas 1 Zo herken je een voorzetsel: - Een voorzetsel staat meestal vóór een lidwoord of voornaamwoord met een zelfstandig naamwoord: achter de kast, onder die kast, tussen onze boeken. - Soms ontbreekt het lidwoord: aan tafel, op zolder, in Nederland, wegens vakantie. - Als een voorzetsel àchter een zelfstandig naamwoord staat, geeft het vaak een richting aan: We liepen de dijk op; De brommer reed de sloot in. Lees verder op de volgende dia of ga terug naar het begin Wat is een vast voorzetsel? In je boek: blz. 147 Er zijn werkwoorden waar altijd hetzelfde voorzetsel bij hoort. Dan noemen we het een vast voorzetsel. Voorbeelden: - genieten van - bijdragen aan - uitblinken in (je zegt nooit genieten onder of genieten op) (je zegt nooit bijdragen in of bijdragen van) (je zegt nooit uitblinken tot of uitblinken naar) Lees verder op de volgende dia In je boek: blz. 147 De betekenis van het werkwoord verandert soms als er zo’n vast voorzetsel bij staat: - houden: houden van: Je mag die geleende schaatsen wel houden. De meeste kinderen houden van appelmoes. Lees verder op de volgende dia In je boek: blz. 147 Er zijn ook combinaties van een zelfstandig naamwoord, een werkwoord en een vast voorzetsel: znw een hekel last gehoor een beroep ww vast vz hebben hebben geven doen aan van aan op Of van een bijvoeglijk naamwoord, een werkwoord en een vast voorzetsel: bnw ww vast vz zeker zijn van kwaad zijn op Lees verder op de volgende dia of ga terug naar het begin Wat is een voorzetseluitdrukking? In je boek: blz. 147 Een voorzetseluitdrukking is een combinatie van woorden die in een zin de functie hebben van een voorzetsel. Daardoor kun je een voorzetseluitdrukking meestal ook vervangen door één voorzetsel: - De voorzetseluitdrukking ten behoeve van kun je vervangen door voor. - De voorzetseluitdrukking met ingang van kun je vervangen door per. - De voorzetseluitdrukking met behulp van - De voorzetseluitdrukking als gevolg van kun je vervangen door met. kun je vervangen door door. Ga terug naar het begin