Opdracht 1 (klas): Tekst lezen

Taal actief aangepaste werkbladen.
Groep 4 / Les 23
Les 23
Dit ga je leren:
Je leert wat een voorzetsel is.
Dit moet je weten:
Het voorzetsel is het eerste woordje van het waar-deel.
Het voorzetsel zegt precies waar iets is.
Opdracht 1:
Kleur het waar-deel,
onderstreep het voorzetsel.
Voorbeeld:
Er draait een film in de bioscoop.
Nog een voorbeeld:
Puk en Jans gaan naar de bioscoop.
Zoek het waar-deel:
Waar gaan Puk en Jans naar toe? naar de bioscoop.
Het voorzetsel is het eerste woord: naar de bioscoop
Puk en Jans gaan naar de bioscoop.
1. De juf zit op een stoel. Waar zit de juf? Onderstreep
het eerste woord van het waardeel……
2. Linda zit naast Jort.
Waar zit Linda? Eerste woord?
3. Bart gaat varen op een meer.
4. Mirthe loopt op de steiger.
Waar vaart Bart?
Waar loopt Mirthe?
pagina 1 van 7
Taal actief aangepaste werkbladen.
Groep 4 / Les 23
Nu alleen; stel zelf de vraag Waar?
kleur het waar-deel
zet een streep onder het voorzetsel.
Geheim agent 210 zit in een auto
Er rent een boef om het kantoor.
De agent stapt snel uit de auto.
De boef verstopt zich achter de auto.
Agent 210 rent naar de boef toe.
De boef moet in de gevangenis.
De boef zit achter de tralies.
Hij wil weer in zijn eigen huis.
Kleur mij!!
Opdracht 2:
Maak de zin af. Schrijf het waar-deel van de zin.
Gebruik steeds een voorzetsel en onderstreep het voorzetsel.
Voorbeeld:
Mieke loopt…………………
Mieke loopt naar de school.
Waar loopt Mieke?
Juul zwemt …………………………………………………
Mieke rent …………………………………………………
Helma rijdt …………………………………………………
Merel sluipt …………………………………………………
Rik klimt …………………………………………………
Revo speelt …………………………………………………
pagina 2 van 7
Taal actief aangepaste werkbladen.
Groep 4 / Les 23
Opdracht 3:
Lees het verhaal: “Naar het theater.”
(Taal actief, 4B, blz. 90/91)
Het verhaal is:
spannend eng
grappig
saai
leuk
Opdracht 4:
Lees de titel nog eens. Waar gaat de tekst over?
Schrijf een korte samenvatting.
…………………………………………………………………
…………………………………………………………………
Maak een tekening bij het verhaal “Naar het theater”.
pagina 3 van 7
Taal actief aangepaste werkbladen.
Groep 4 / Les 23
Weet je het nog? Je kunt een woord gemakkelijk
onthouden door er een tekening van te maken.
Opdracht 5: Je oefent thema woorden.
Schrijf het woord na:
Teken het woord:
ballerina
……………………………..
Ballerina = een balletdanseres.
Schrijf het woord na:
Teken het woord:
glunderen
……………………………..
glunderen = heel blij kijken.
Wat betekent het? Zet een X voor het juiste antwoord.
Als je overdrijft, doe je net alsof iets
heel erg mooi of heel erg groot is.
een oplichter
overdrijven
Een stukje uit een toneelstuk of film.
een scène
hoofdstuk
Iemand doet heel raar en vreemd.
grappig
eigenaardig
Een ruimte waar je kunst kunt bekijken
en verkopen.
galerie
wachtkamer
pagina 4 van 7
Taal actief aangepaste werkbladen.
Groep 4 / Les 23
Opdracht 6:
Kijk naar het plaatje
Maak de zin af?
Zet een X voor het juiste antwoord.
De ballerina staat op haar…….
teen
hak
De ballerina draagt een…..
tutu
broek
De ballerina is danst in……..
de schouwburg
de winkel
Opdracht 7:
Vul de woordspin rond het woord “schouwburg”.
pagina 5 van 7
Taal actief aangepaste werkbladen.
Groep 4 / Les 23
Opdracht 8:
Welk woord hoort bij de zin? Schrijf het juiste woord.
Kies uit: glunderen – eigenaardig – toneel – overdrijven – een scène
-Hij doet raar. Hij doet erg ………………………………………………….
-Erg blij kijken. ……………………………………………………………………
-Ik kan wel 100 meter hoog springen! ………………………………..
Opdracht 9:
Teken een ballerina die een pirouette maakt.
Hoe vind je het als iemand pirouettes kan maken?
Schrijf maar op.
Ik vind …………………………………………………………………………….……
……………………………………………………………………………………………..
……………………………………………………………………………………………..
pagina 6 van 7
Taal actief aangepaste werkbladen.
Groep 4 / Les 23
Opdracht 10:
Welk woord hoort niet in de woordrij?
Kleur het woord dat er niet bij hoort.
a ballerina - stripfiguur - schouwburg - het toneel- applaus
b de manen - het zadel - de hoeven - het speentje - teugels
c film - popcorn - lachen - griezelen - slapen - limonade
d inbreken - kapotte ruit - glas- zwembroek - zaklamp
Hoe gingen de lessen?
De lessen waren:
makkelijk
gewoon
moeilijk
pagina 7 van 7