Taal actief aangepaste werkbladen. Groep 4 / Les 9 Les 9 Weet je het nog: Stoelpoot bestaat uit 2 klankgroepen. Stoelpoot = stoel + poot Opdracht 1: Schrijf op hoeveel klangroepen het woord heeft Hoeveel klankgroepen? boom 1 bomen 2 fiets .. straten .. opa .. oma .. zusje .. atletiek .. hardlopen .. weg .. stoep .. banaan .. vogeltje .. poesje .. euro .. appel .. broodtrommel .. poes .. trampoline .. boterham .. limonade .. pagina 1 van 7 Taal actief aangepaste werkbladen. Groep 4 / Les 9 Dit ga je leren: Samen oefenen. Je leert samenwerken. Opdracht 2: We spelen een spel. Spelregels: Woord met 1 klankgroep Woord met 2 klankgroepen Woord met 3 klankgroepen Gooi nog een keer Gooi nog een keer Gooi nog een keer Kies een bingokaart. Gooi de dobbelsteen. Zet een kruis in het goede vakje. Wie heeft het eerst zijn kaart vol? pagina 2 van 7 Taal actief aangepaste werkbladen. Groep 4 / Les 9 Bingokaarten: oud sleep modern peuter voortaan tijdstip andersom groot toespraak bruiloft klein verslag ouderwets geduld algauw jong aanbreken feest oud sleep modern peuter voortaan tijdstip andersom groot toespraak bruiloft klein verslag ouderwets geduld algauw jong aanbreken feest pagina 3 van 7 Taal actief aangepaste werkbladen. Groep 4 / Les 9 Opdracht 3: Wat betekent dit pictogram? Trek een lijn: Hier is een lift O Je mag hier niet zwemmen O Je mag hier geen vuur stoken O Je mag hier kamperen Je kunt hier eten O O pagina 4 van 7 Taal actief aangepaste werkbladen. Groep 4 / Les 9 Opdracht 4: Schrijf het juiste woord in de zin, kies uit……: morgen middag vanavond gisteravond Iedere ………………………. ga ik ontbijten. Bart gaat ………………………….op tijd naar bed. Anna heeft ……………… naar het jeugdjournaal gekeken. Tussen de ………………… eet Rik soms pannenkoeken. Opdracht 5: Maak de zin af en teken de zin. Ik ga vanavond naar ………………………………… Gisteravond heb ik ………………………… gespeeld. pagina 5 van 7 Taal actief aangepaste werkbladen. Groep 4 / Les 9 Weet je het nog? Een zin begint met een hoofdletter. Aan de punt kun je zien waar de zin ophoudt. Opdracht 6: Schrijf een mooie zin met de volgende woorden: springt - op de bank - de hond ………………………………………………………………… Opdracht 7: Schrijf een mooie zin met de volgende woorden: in een rolstoel - de bejaarde - zit ………………………………………………………………… Opdracht 8: Zoek de woorden in de puzzel en kleur ze: bejaarde – peuter – sleep – sluier – bruidegom – bruiloft brui de gom kaars feest je boe ken taart je brui loft voe ten peu ter schoe nen sleep au to bes te goed mooi slui er groot ste broek bruids jurk bril be jaar de pagina 6 van 7 Taal actief aangepaste werkbladen. Groep 4 / Les 9 Opdracht 9: Wat hoort bij elkaar? Kleur de woordstukjes. Voorbeeld: broek brui loft be jaarde mis peu mer ter mooi ste de mor gen ven lui lak ven Opdracht 10: Rijmen maar, schijf het rijmwoord op. snoep …………………… drop …………………… kat …………………… bil …………………… pagina 7 van 7