4 - De Pionier

advertisement
schoolplan
200 7 – 201 1
van
de PIONIER
17 RL
Algemeen Deel:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Schoolomgeving
Visie en Missie
Kwaliteitsbeleid
Organisatie structuur
Vergaderstructuur
Financieel en materieel beleid
Verwijzingen
1. De school en zijn omgeving
De Pionier ligt in de wijk Rotterdam- Oosterflank, alwaar de straten topografische
namen dragen. De wijk is ontstaan in de jaren tachtig. Er staan huur- en koopwoningen.
De schoolbevolking is zeer divers wat opleidingsniveau en afkomst betreft.
De schoolweging van de school is de laatste jaren toegenomen.
Onze leerlingen komen niet alleen uit Oosterflank, maar ook uit de wijken Prinsenland,
Alexanderpolder en uit de aangrenzende gemeente Capelle aan den Ijssel.
Gebouwensituatie.
In 1982, de periode waarin bruin en oranje de modekleuren waren, is De Pionier
gebouwd. Een gebouw bestaande uit 2 verdiepingen. Binnen het hoofdgebouw
hebben we de beschikking over negen groepslokalen, een speellokaal en diverse
gemeenschapsruimten.
Samen met de Cornelis Haakschool zijn we in een gebouw gehuisvest. In het gebouw
is een gemeentelijke gymzaal. Het schoolplein is ruim opgezet. Binnen het gebouw is
er ook nog een gemeenschappelijke peuterspeelzaal van st. Bijdehand gehuisvest.
Door de groei van het leerlingenaantal en mede door de invoering van de basisschool
maakt de school vanaf 1987 gebruik van lokalen in de O.B.S. de Meridiaan aan de
Valenciadreef. In deze dependance zijn vier groepslokalen gevestigd.
Leerling-populatie.
Op dit moment ( augustus 2007) wordt onze school bezocht door zo’n 269 leerlingen.
Zij zijn verdeeld over 13 groepen, waarvan 3 kleutergroepen. De verwachting is dat
het aantal leerlingen in de komende jaren zal stabiliseren.
De ontwikkeling van het leerlingenaantal is de afgelopen jaren als volgt geweest:
1-10-2001
248
1-10-2004
249
1-10-2002
270
1-10-2005
255
1-10-2003
250
1-10-2006
264
De gewichtenverdeling is op 1-10-2006:
169
kinderen met een gewicht van 1.00
14
kinderen met een gewicht van 1.25
9
kinderen met een gewicht van 1.30
66
kinderen met een gewicht van 1.90
6
kinderen met een gewicht van 2.20
Aantal leerlingen per groep 07/08:
groep 1/2
35 / 39
groep 3
33
groep 4
24
groep 5
24
groep 6
43
groep 7
34
groep 8
38
Functie in de wijk
De Pionier is de enige katholieke basisschool in de wijk. De school heeft zich ten doel
gesteld om meer te zijn dan alleen een leerinstituut. Het welzijn van zowel de kinderen
als de ouders vinden wij zeer belangrijk. De hier onderstaande zaken helpen deze
gedachte uit te dragen:












De school is zowel ’s morgens als ’s middags voor de aanvang
van de lessen open. Het is voor de ouders mogelijk om mee
naar binnen te gaan, waardoor er makkelijk contact tussen
ouders en leerkracht gelegd kan worden. Dit bevordert de
wisselwerking tussen ouders en school. Er is een inlooptijd van
tien minuten.
De school heeft een samenwerking met st. Bijdehand voor de
buitenschoolse opvang, waar de ouders gebruik van kunnen
maken.
De lunchclub regelt het overblijven tussen de middag.
Onze school maakt gebruik van het schoolgericht
maatschappelijk werk.
Onze school neemt deel aan wijkactiviteiten; zoals sport, spel,
muziek en dans.
Onze school doet mee aan de door het wijknetwerk
georganiseerde cursussen en thema bijeenkomsten.
De school heeft contact met twee in de wijk gelegen
peuterspeelzalen “Woelwater ” en “Wollepluis” met de
bedoeling om de voorschoolse opvang goed aan te laten
sluiten op het basisonderwijs.
Onze school maakt deel uit van het samenwerkingsverband
Weer Samen Naar School (W.S.N.S.) Rotterdam Noord 37.01.
Er is contact met de verschillende scholen voor voortgezet
onderwijs in onze omgeving.
Er is een intensief contact met de Caecillia- parochie.
Verder participeren wij in allerlei wijkaangelegenheden
(naschoolse opvang, buurt- en clubhuizen, Stichting Welzijn
Alexander, deelgemeente, politie, bibliotheek, etc.).
In het JeugdKansenZone Oosterflank ( JKZ ) participeren veel
van bovengenoemde organisaties.
De school start in schooljaar 2007/2008 samen met de
Cornelis Haak en de Meridiaan als Brede School als
wijkarrangement.
De Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
Basisschool de Pionier is een van de 55 katholieke scholen in Rotterdam e.o ressorterend
onder het bestuur van de Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs. Deze scholen
zijn verdeeld in vier clusters. Elk cluster staat onder leiding van een bovenschools manager.
Het Pionier-team
Het management-team ( MT ) leidt de Pionier. Dit team bestaat uit de meerscholig
directeur, de locatieleider, de onderbouwcoördinator, de bovenbouwcoördinator en de
zorgcoördinator.
Op de Pionier zijn 25 mensen werkzaam; vier mannen en 21 vrouwen.
Bij het verzorgen van goed onderwijs vinden we een goede teamsfeer zeer belangrijk.
2. Missie en visie
Missie
Wij zien het als onze belangrijkste taak om kinderen een goede basis mee te geven voor hun
toekomst in deze maatschappij.
We willen, waar mogelijk in nauwe samenwerking met ouders, onze leerlingen de kennis en
vaardigheden aanleren die nodig zijn voor een goede start in het vervolgonderwijs, passend
bij de ontwikkelingsmogelijkheden, capaciteiten en belangstelling van het kind.
Onderwijskundige Visie
Wij willen een onderwijsleersituatie scheppen die het mogelijk maakt een continu
ontwikkelingsproces bij kinderen te bewerkstelligen wat betreft de verstandelijke, de
sociaal-emotionele, de motorische en de creatieve ontwikkeling.
We willen ons onderwijs afstemmen op de voortgang in ontwikkeling van iedere
individuele leerling. Door onze zorgstructuur proberen we ons onderwijs aan te passen
aan de behoeften, mogelijkheden en beperkingen van ieder kind. Hierbij wordt rekening
gehouden met de thuissituatie van een leerling, het zelfbeeld, de motivatie en het
werkgedrag en zijn sociale vaardigheden.
We staan voor het bieden van kwalitatief goed onderwijs;
Alle kinderen die aan onze zorg worden toevertrouwd willen we begeleiden in hun
ontwikkeling en hen optimale kansen bieden om zelfstandig te functioneren binnen de
pluriforme samenleving.
Het begeleiden in hun ontwikkeling splitsen we in twee aspecten t.w.
1. Sociaal emotionele ontwikkeling (zie ook pedagogisch klimaat)
2. Cognitieve ontwikkeling
1. Om de kinderen op soc. emotioneel gebied goed te kunnen begeleiden is een positief
pedagogisch klimaat van groot belang. Een gevoel van veiligheid, acceptatie en waardering
behoort tot de basisbehoeften. De school moet ervoor zorgen, dat er een veilige en
vertrouwde sfeer heerst, waar kinderen zich geaccepteerd voelen en waar kinderen een
positieve houding naar elkaar ontwikkelen. De leerkrachten hebben een positieve,
verwachtingsvolle houding. Het is heel belangrijk, dat de kinderen met plezier naar school
gaan.
Het is ook de taak van de school om kinderen met problemen op dit gebied te signaleren, te
diagnosticeren en hulp te bieden binnen de competenties en mogelijkheden van de school,
daar waar nodig met externe hulp.
2. Kinderen te begeleiden in hun cognitieve ontwikkeling houdt in, dat het onderwijs
rekening houdt met de mogelijkheden en individuele behoeften van het individuele kind.
Uitgangspunten hierbij zijn dat kinderen:
- actief en doelgericht leren
- leren in een sociale en interactieve context
cumulatief en constructief leren (voortborduren op voorkennis, zelf kennis opbouwen,
interpreteren en toetsen van informatie)
- individueel van elkaar verschillen (leerstijl, interesse, intelligentie)
Ook op dit gebied is het weer de taak van de school om kinderen met een cognitief
probleem zoveel mogelijk te helpen door te signaleren, diagnosticeren en hulp te bieden.
-
Uitgangspunt is dat leerlingen zich zoveel mogelijk op eigen kracht ontwikkelen, maar daar
waar nodig, wordt de ontwikkeling van het kind gestuurd door expliciete instructie om
onderwijsachterstanden te verminderen of kinderen te begeleiden, die meer aankunnen.
Contact met de ouder(s) is van groot belang. Ouders hebben de verantwoording van de
opvoeding van hun kind(eren) gedurende de schooltijden in handen gegeven aan de school.
Om het kind goed te begeleiden is het noodzakelijk dat school en ouders elkaar goed
informeren en de ouders achter de visie van de school staan.
De school staat ook open voor het wel en wee van de ouders daar dit ten goede komt aan
de ontwikkeling van het kind. Ouders vinden een luisterend oor op school en daar waar
mogelijk worden zij op weg geholpen in het zoeken naar oplossingen voor hun problemen.
De school zet de deur open voor diverse ouderactiviteiten om het contact tussen ouders en
school te bevorderen.
Bovenstaand houdt in dat er gestreefd wordt om zoveel mogelijk alle kinderen onderwijs te
bieden binnen de school en pas door te verwijzen naar een andere vorm van onderwijs als
de school onvoldoende ontwikkelingskansen voor het kind kan bieden dan wel het kind de
ontwikkelingskansen van andere kinderen belemmert.
Dit houdt in dat er expliciet aandacht is voor:
- de brede taalontwikkeling; o.a. is er een specifieke woordenschat didactiek
- het zelfstandig werken; kinderen leren verantwoording te dragen voor hun eigen
leerproces en daarbij een hoge betrokkenheid tonen,
- een positief pedagogisch klimaat; veiligheid, acceptatie en waardering vinden wij tot
de basisbehoeften horen,
- de zorgstructuur; leerlingen waarbij de ontwikkeling te traag verloopt of stagneert
worden gesignaleerd, gediagnosticeerd en wordt er een handelingsplan gemaakt.
Ook kinderen, die hoger begaafd zijn vallen hieronder.
Indien nodig worden er verdere stappen ondernomen met behulp van externe
deskundigen. Er wordt gestreefd om zoveel mogelijk alle kinderen onderwijs te
bieden binnen de school en pas door te verwijzen naar een andere vorm van
onderwijs als de school onvoldoende ontwikkelingskansen voor het kind kan bieden
dan wel het kind de ontwikkelingskansen van andere kinderen belemmert
- communicatie met ouders
- samenwerking met diverse bondgenoten in het kader van ‘de brede school’; Naast
het vergroten van de ouderbetrokkenheid worden er naschoolse activiteiten voor de
kinderen georganiseerd.
En er is sprake van een samenwerking met andere instanties binnen de wijk zoals;
kinderopvang, schoolarts en de wijkagent.
Pedagogisch klimaat en identiteit.
Wij zorgen voor een positief pedagogisch klimaat waar het kind zich veilig, geaccepteerd en
gewaardeerd voelt, waardoor het kind tot een optimale ontwikkeling komt, zowel op
cognitief als op sociaal-emotioneel gebied.
De sociaal-emotionele ontwikkeling zien we als een essentieel onderdeel van de
persoonlijkheid. De sociaal-emotionele ontwikkeling heeft betrekking op het verwerven van
kennis, inzicht, vaardigheden en houdingen door kinderen betreffende datgene wat zich
binnen henzelf, binnen anderen en tussen anderen afspeelt.
We onderscheiden hierbij:
- het emotionele aspect, het leren omgaan met eigen gevoelens en emoties en met die
van anderen
- het sociale aspect, het leren van sociale vaardigheden die nodig zijn om het werken
en spelen met anderen mogelijk te maken.
Als team zijn we ons er van bewust, dat er voor ons betreffende deze ontwikkeling van de
aan ons toevertrouwde kinderen, een belangrijke taak is weggelegd.
We onderschrijven de door de RVKO opgestelde beleidsnotitie. Een school is meer dan alleen
maar leren en presteren. We zijn bezig met de vorming van mensen, die nog een groot deel
van hun leven voor zich hebben, en die de toekomst inkijken. Voor die toekomst wordt
geprobeerd het geloof in een betere wereld mee te geven.
Dat wordt gerealiseerd door het scheppen van een opvoedingsklimaat met waarden en
normen en van een speciale sfeer waarin verdraagzaamheid, solidariteit, zorg voor
zwakkeren, ruimte voor vreugde en verdriet en respect voor elkaars cultuur en
levensovertuiging merkbaar aanwezig zijn. Een voorwaarde hiervoor is dat mensen in staat
zijn zich te blijven verwonderen over de dingen om hem heen. Door verwondering kom je
namelijk tot vragen, hetgeen de basis is voor het krijgen van begrip, respect en kennis van
de wereld om ons heen.
Op onze school vinden we respect voor een ieder essentieel; daarnaast vinden we
eerlijkheid, het nemen van verantwoordelijkheid en het rechtvaardig handelen belangrijke
waarden die wij nastreven.
We zijn ons er van bewust dat we hierin een voorbeeld functie hebben. Daarnaast
verwachten we ook van de ouders een positieve grondhouding ten aanzien van deze visie.
De Pionier is een ´open´katholieke school.
Dit houdt in dat we ons onderwijs gestalte willen geven vanuit een christelijke
levensovertuiging. Er wordt veel aandacht besteed aan normen en waarden, die wortelen in
onze christelijke achtergrond en verweven zijn met onze cultuur en andere culturen. De
kinderen worden uitgedaagd zich een gefundeerde mening te vormen, waarbij het standpunt
van de ander als waardevol wordt beschouwd.
Bij de levensbeschouwelijke ‘lessen’ komen zes ‘spirituele vaardigheden’ aan bod nl:
- Verwondering; je kunnen laten verrassen door gewone dingen van het leven en de
wereld
- Verbondenheid; je verbonden weten met mensen en de natuur waardoor
verantwoordelijkheid wordt genomen voor de wereld om je heen
- Vertrouwen; je open opstellen voor wat goed is maar ook voor het leed wat jezelf en
de ander overkomt
- Ordenen; zelfstandig kunnen nadenken over wat in de wereld gebeurt
- Communicatie; met anderen delen wat je zelf in het leven ontdekt en je open stellen
voor wat anderen te bieden hebben
- Omgaan met traditie; geloofstradities kritisch bevragen of creatief voortzetten in
eigen expressie en beleving
De emancipatie van de kinderen, met name van de kinderen die door sociaal-culturele en
andere factoren in hun ontwikkeling worden bedreigd, heeft een hoge prioriteit.
Vanuit onze christelijke overtuiging staan we open voor alle kinderen ongeacht hun culturele
achtergrond mits ouders het beleid van de school in hoofdlijnen onderschrijven (w.o.
leerlingen met al het onderwijs dienen mee te doen inclusief het vieren van de christelijke
feesten).
Sociale competentie, normen en waarden en burgerschap (zie ook ped. klimaat).
Wij onderschrijven artikel 8 in de wet Primair Onderwijs waarin staat dat het onderwijs
mede gericht is op de bevordering van actief burgerschap en sociale integratie.
Wij willen de culturele kennis en achtergrond die de kinderen zelf meebrengen in de klas
gebruiken en besteden aandacht aan de verscheidenheid aan levensbeschouwelijke en
maatschappelijke waarden, zoals deze in onze multiculturele samenleving spelen.
We onderkennen hierbij 3 domeinen:
 Democratie (gelijke behandelingen, solidariteit, kritische houding t.a.v.
maatschappelijke kwesties).
 Participatie (Je mede verantwoordelijk voelen voor je buurt, het milieu, de school, de
vereniging)
 Identiteit (waarderen en respecteren van verschillen, herkennen van discriminatie,
omgaan met vrijheden en beperkingen)
3. Kwaliteitsbeleid
Jaarlijks wordt op onze school de ZEBO (Zelfevaluatie basisonderwijs) afgenomen onder de
leerlingen en het personeel. Ook wordt jaarlijks een oudertevredenheidspeiling gehouden.
Aan de hand van enquêtes meten wij hoe deze geledingen de kwaliteit van onze school
ervaren. De bevindingen dienen mede als leidraad voor het opstellen van ons 4 jarenplan.
4. Organisatie structuur
De directie van onze school bestaat uit een meerscholige directeur en een locatieleider. De
meerscholige directeur bezit de eindverantwoordelijkheid. De taken zijn omschreven in het
directievademecum van de RVKO.
Naast de directie wordt er op onze school gewerkt met een ‘MT managementteam’. Hierin
participeren de twee bouwcoördinatoren (onder-, en bovenbouw) en de coördinator interne
begeleiding.
Met het oog op de omvang van het personeelsbestand worden de managementtaken
uitgevoerd door de directie én coördinatoren voor de verschillende secties. In het overleg
van directie en coördinatoren, het MT-overleg, vindt de beleidsvorming en -voering plaats
met betrekking tot het onderwijs, het personeel, de financiën, de organisatie enzovoorts. Via
bouw- en teamvergaderingen wordt hierover met de groepsleraren gecommuniceerd. Bij
belangrijke onderwerpen worden besluitvormingsroutes uitgezet. Op deze wijze kan de
interne communicatie, waaraan iedereen deelneemt, efficiënt plaatsvinden. MT-, bouwen/of teamvergaderingen vinden wekelijks plaats. De MT- en teamvergadering onder leiding
van één van de directieleden, de bouwvergaderingen worden voorgezeten door de
betreffende bouwcoördinator.
De dagelijkse gang van zaken op school - het inspelen op situaties met kinderen, ouders en
personeelsleden - vraagt soms zoveel tijd en aandacht dat het werken aan
schoolontwikkeling stagneert. Met het oog hierop is de beleidsontwikkeling met betrekking
tot schoolontwikkeling duidelijk in de organisatie gepositioneerd.
Organogram: functies en relaties
Meerscholig directeur
Locatieleider
Coördinator IB
Ondersteuningsleerkrachten
Bouwcoördinator
Groepen 1/2,3 en 4
Groepsleerkrachten en
ondersteuningsleerkrachten
Bouwcoördinator
Groepen5, 6,7 en 8
Groepsleerkrachten en
ondersteuningsleerkrachten
De directeur is tevens directeur van de KBS Valentijn. De interne begeleiding is in het
organogram als staffunctie in de organisatie gepositioneerd: de beleidsvorming met
betrekking tot onderwijsondersteuning gericht op groepsleraren) en leerlingzorg kan op deze
wijze actief en effectief worden opgepakt
Binnen de school is een conciërge werkzaam.. De conciërge wordt ingezet ter ondersteuning
van het personeel, zorgt voor klein onderhoud aan het gebouw en vervult nog andere taken
behorende bij zijn functie zoals het ontvangen van bezoek en het opnemen van de telefoon.
Gedurende het schooljaar staat de school ook open voor stagiaires van diverse opleidingen
zoals de PABO en de opleidingen tot assistent basisonderwijs (ROC’s). Hierdoor wordt aan
hen gelegenheid gegeven om op een werkplek ervaring op te doen en te leren en bieden zij
de school extra handen in de klas.
5. Vergaderstructuur
In het MT-overleg participeren de directie en coördinatoren. In de agenda van het MT
worden de onderwijsinhoudelijke (beleids)onderwerpen apart gepland naast de regelzaken.
De coördinator is voorzitter van de wekelijkse bouwvergaderingen, draagt onder meer zorg
voor een goede verticale communicatie. In de jaaragenda van de bouw worden de
onderwijsinhoudelijke (beleids)onderwerpen apart gepland naast de regelzaken.
De bouwcoördinator coacht leerkrachten bij hun POP (persoonlijk ontwikkelingsplan).
De interne begeleider is voorzitter van de leerling- en groepsbesprekingen en coördineert de
daaruit voortvloeiende afspraken. Bovendien draagt hij / zij de zorg voor het LVS. De
coördinator interne begeleiding zorgt voor een regelmatig overleg m.b.t. de zorg van de
leerlingen en alles wat daar direct mee samenhangt. Leerlingbesprekingen vinden één keer
per zes weken plaats, groepsbesprekingen twee keer in een jaar nav de lvs toetsen.
Van belang bij het interne overleg is de splitsing tussen onderwijsinhoudelijke en
regelbijeenkomsten, zowel op directie-, MT- als bouwniveau. De formele besluitvorming
verloopt zoals geschetst in het organogram, waarbij de directie wordt geadviseerd door het
MT. Er wordt echter gestreefd naar een collegiale besluitvorming op basis van een communis
opinio, zowel op directie- als of MT- en bouwniveau. Soms moet echter een knoop worden
doorgehakt met het oog op de beleidsvoering.
Naast besluitvormende bijeenkomsten op de geschetste niveaus, worden er ook
teambijeenkomsten gehouden, die een meer informerend en opiniërend karakter hebben;
besluiten worden ´in de lijn´genomen.
De medezeggenschap is via het reglement geregeld (zie aldaar).
Met het bestuur wordt frequent gecommuniceerd, ook via het bovenschoolse management.
Veel regelingen zijn door het bestuur getroffen resp. in ontwikkeling (zie het directievademecum van de RVKO).
Studiedagen die geheel onderwijsinhoudelijk van aard zijn worden door de directie
geïnitieerd en geleid. Alle teamleden zijn verplicht op deze studiedagen aanwezig te zijn. De
onderwerpen voor deze dagen zijn afgeleid uit het 4 jarenplan.
Tijdens de catechesevergaderingen (4 à 5 keer per jaar) is de identiteitsbegeleider van de
RVKO aanwezig. Deze vergaderingen worden gehouden tijdens de teamvergaderingen.
Tijdens deze vergaderingen begeleidt de identiteitsbegeleider het team in de uitvoering van
de catecheselessen a.d.h.v. de thema’s uit de methode ‘Hemel en aarde’. Aan het eind van
het schooljaar vindt er een evaluatie plaats.
Voor aanvang van het nieuwe schooljaar wordt er een begeleidingsplan opgesteld. Bij deze
bespreking zijn de identiteitsbegeleider, de directie en de leden van de werkgroep catechese
aanwezig.
6. Financieel en materieel beleid
 Vanuit de rijksoverheid wordt een Lumpsumvergoeding gegeven gerelateerd aan het
leerlingaantal. Binnen de RVKO is er een verdeling van deze inkomsten gemaakt in
een bestuursdeel, een deel voor personele inzet en personeelsbeleid (zie
formatieplan) en een deel voor materiële beleid (zie eenjarige en meerjarig
begroting). Ons administratiekantoor Dyade draagt zorg voor de bewaking van de
budgetten, een juiste administratie en een inventarisoverzicht.
 De ouderbijdragen komen voort uit het schoolgeld. Jaarlijks is er een kascontrole.
Hiervan wordt een financieel verslag gemaakt, die als leidraad dient voor de nieuwe
begroting.
 Het gebouwbeheer is in handen van WPS.
 Een ieder is verantwoordelijk voor het gebruik van de op school aanwezige
materialen. Indien materiaal aan vervanging toe is wordt dit gemeld bij de
betreffende coördinator. De betreffende overlegt met de directie voor de aanschaf
van nieuw materiaal. Bij materiaal wat kapot is wordt eerst een beroep gedaan op
een conciërge voor eventuele reparatie. Indien dit niet mogelijk is wordt wederom in
overleg met de directie besloten of nieuw materiaal kan worden aangeschaft.
7. Verwijzingen
 Schoolgids
 Het directievademecum van de RVKO
 Ontruimingsplannen voor ieder gebouw
 Het zorgplan WSNS
 Begroting
 Formatieplan
Meerjarenplan (4 jaar)
Op basis van beslissingen over het voorgaande ontwikkelingen is er een meerjarenplanning
uitgezet, die aangeeft wanneer aan welk onderwerp wordt gewerkt.
Hierbij wordt ook aangegeven in welke fase het onderwerp zich bevindt:
oriëntatie, invoering, optimaliseren of incorporatie (ook wel ´borging´genoemd).
Procedures en instrumenten voor kwaliteitsbepaling, -bewaking en verbetering.
de opbrengst van het onderwijs
Momenteel worden hiervoor observatie- en toetsinstrumenten gehanteerd voor de groep 1
t/m 8, zoals omschreven in de signaleringskalender. In MT-, groeps- en
leerlingbesprekingen worden de uitkomsten geëvalueerd en wordt zo nodig actie
ondernomen.
de primaire processen, het onderwijs in de groepen en de hulp aan kinderen
De instructieprocessen in de groepen bij vernieuwingsonderwerpen worden geobserveerd
door de in- en externe begeleiding, waarna feedback- en intervisiegesprekken volgen.
Hierover en over de hulp aan kinderen is eerder beschreven.
de condities voor het geven van onderwijs
De kwaliteitszorg zèlf - en dan met name de ´vertaling´in procedures en instrumenten - is
een belangrijk actiepunt. De in- en externe communicatie speelt een belangrijke rol in de
professionalisering van managementmedewerkers, coaching op de werkvloer en nascholing.
Er wordt belangrijk geïnvesteerd in de in- en externe begeleiding, gericht op
onderwijsondersteuning van groepsleraren respectievelijk de zorg aan kinderen.
algemeen
Diverse schoolanalyses zijn gepland, zoals de oudertevredenheidspeiling en het ZEBO
(zelfevaluatie basisonderwijs).Deze pogen het algemene beeld van de school in kaart te
brengen met betrekking tot opbrengst, primaire processen en condities met het oog op het
eventueel aanpassen van de beleidsontwikkeling. De oudertevredenheidspeiling wordt 1x in
de twee jaar afgenomen, het ZEBO jaarlijks.
In de afgelopen jaren is veel geïnvesteerd in de volgende school ontwikkelingen:
1. Brede taalontwikkeling w.o. woordenschatonderwijs. Invoering methode Taalverhaal.
2. Realistisch reken- en wiskunde onderwijs Invoering Wereld in getallen nieuw.
3. Werken volgens het effectieve directe instructie model
4. Zelfstandig werken op ingeroosterde tijden
5. Ontwikkeling kwaliteitszorg zoals de deskundigheidsbevordering coördinatoren en IPB
en de invoering van diverse protocollen.
Bovenstaande ontwikkelingen zijn geïmplementeerd en bevinden zich in het stadium
‘borging’, hetgeen binnen de school een belangrijke plaats inneemt.
Een observatie wordt naar behoefte of urgentie uitgevoerd. Deze kunnen door een
medewerker van de begeleidingsdienst en de coördinator uitgevoerd worden of enkel door
een coördinator.
Vernieuwingsonderwerpen
Sociaal emotionele ontwikkeling / sociale vaardigheden
Vanuit de diverse kwaliteitsinstrumenten en signaleringen ontstond binnen het team de
behoefte om meer in te gaan zetten op het gebied van de sociaal emotionele ontwikkelingen
van kinderen en darmee ruim aandacht voor de sociale vaardigheden.
In het schooljaar 2005 - 2006 zijn we van start gegaan dmv studiedagen om in eerste
instantie te komen tot visie ontwikkeling en een uitspraak vanuit het team tot het
aanschaffen van een methode sociale vaardigheden en een LVS op dit ontwikkelingsgebied.
Het schooljaar 2006 – 2007 is gebruikt om tot een keuze van een methode te komen.
Begin schooljaar 2007 – 2008 zullen twee studiedagen in het teken staan van de invoering
van de methode | Leefstijl “. De keuze van de LVS zal in het schooljaar 2007 -2008 genomen
worden.
Doelstelling
Het implementeren van een methode op het gebied van sociale vaardigheden, het invoeren
van een LVS op het gebied van sociaal emotionele ontwikkeling en het opstellen van
schoolregels. Hierdoor verwachten wij dat het ongewenst gedrag afneemt, er een prettige de
pedagogische sfeer binnen de school en klas heerst, leerlingen instaat zijn om kleine
problemen zelfstandig op te lossen, kinderen met sociaal emotionele problemen een goede
begeleiding kunnen krijgen.
Bij de ZEBO zal op het item pedagogisch klimaat binnen de groep op of boven het landelijke
gemiddelde gescoord worden.
Leerlingen met een sociaal emotioneel probleem zijn in kaart gebracht en hebben een
handelingsplan.
Schoolregels zijn bij alle betrokkenen bekend en er wordt naar gehandeld. Daar waar hiervan
wordt afgeweken wordt men er op aangesproken. Dit kan door alle personeelsleden gedaan
worden.
We gaan ervan uit dat we de komende schoolplanperiode (tot 2011) hiervoor nodig hebben
om dit gerealiseerd te krijgen.
Coördinatie en begeleiding
In de afgelopen jaren is een werkgroep sociale competenties werkzaam geweest ter
voorbereiding op de omschrijving van een visie en de keuze van een methode. Komende
jaren zal deze werkgroep zich gaan bezig houden met de keuze tot een LVS en het
samenstellen van de schoolregels. Het spreekt voor zich dat er steeds een terugkoppeling
plaats vindt naar het gehele team.
De coördinatie van deze werkgroep ligt bij de locatieleider in samenwerking met de
coördinator interne begeleiding.
De begeleiding bij de implementatie van de gekozen methode zal bij een externe deskundige
komen te liggen.
Teamontwikkeling
De Pionier heeft de intentie om een lerende organisatie te zijn. Hiervoor is het van en met
elkaar leren van essentieel belang. Op dit moment bestaan er al diverse overleggroepen
waarin het teamleren tot verdere ontwikkeling zal kunnen komen zoals het wekelijkse
paralleloverleg, de bouwvergaderingen, het MT- overleg en de diverse werkgroepen.
Om het team op een hoger niveau te krijgen is het noodzakelijk dat we kritisch met elkaar
omgaan, elkaar durven en kunnen aanspreken en dat een ieder uit kan komen voor zijn
eigen mening en ideeën.
Het bespreekbaar maken van lastige onderwerpen heeft een positief effect op het elkaar
aanspreken en het geven van feedback. De communicatie in een professionele cultuur zal de
komende periode van groot belang zijn in de verdere ontwikkeling van de Pionier.
Bewustwording van onze mentale modellen en het inzetten van het systeemdenken (het zien
van onderlinge verbanden en het zien van processen van verandering i.p.v.
momentopnames) zullen ook een positieve bijdrage zijn in de schoolontwikkeling.
Doelstelling
Binnen de school heerst een open klimaat. Er is ruimte voor ieder zijn eigen mening en
inbreng. Er worden kritische vragen naar elkaar gesteld, er heerst een sfeer van en met
elkaar willen leren.
Bij het ZEBO zal op het item ‘op onze school heerst een open sfeer en ‘zaken zijn
bespreekbaar’ op of hoger in vergelijking met het landelijk gemiddelde liggen.
In de komende jaren (tot 2011) zal tijdens MT- en bouwvergaderingen teamontwikkeling een
regelmatig terugkerend onderwerp zijn. Het kwaliteitenspel wordt ingezet om tot
bewustwording te komen van een ieder zijn eigen kwaliteiten.
Daarnaast zal het onderwerp conflicthantering binnen de MT-vergadering besproken gaan
worden.
Coördinatie en begeleiding
De coördinatie van dit proces ligt in handen van de directie. In samenwerking met de
coördinatoren zal hier verder vorm aangegeven worden richting de diverse bouwen.
ICT 0nderwijs
Het ICT- onderwijs heeft binnen de school reeds een vaste plaats verworven.
Ook zijn er in de klas computers ter ondersteuning van het onderwijs en zijn er nog enkele
mobiele computersystemen ter aanvulling. De meeste investeringen zijn gedaan, het komt er
u vooral aan op het ‘in stand houden’ van de ict-infrastructuur. De advisering en uitvoering
hiervan ligt in handen van de coördinator IB (= systeembeheerder), die ondersteunt wordt
door haar partner. Tevens verzorgt zij de website van de school zodanig, dat deze actueel is
en er verzorgd uit ziet.
De interne communicatie, daar waar nodig, verloopt reeds via de mail.
De komende jaren zullen gebruikt worden om de leerlingenzorg geheel digitaal onder te
brengen binnen één administratiesysteem. Op dit moment worden leerlingbesprekingen,
handelingsplannen en de CITO gegevens nog in een ander programma verwerkt. Om het in
één systeem onder te brengen worden de gegevens ook beschikbaar voor de betreffende
leerkrachten waardoor het bijhouden van leerlingdossiers een gezamenlijke
verantwoordelijkheid wordt.
De advisering voor het aanschaffen van nieuwe software komt vanuit de interne
begeleiding..
Vanaf schooljaar 2008 – 2009 zullen traditionele schoolborden vervangen gaan worden door
met digitale schoolborden te beginnen. Het gebruik hiervan zal het inhoudelijk onderwijs
sterk verrijken.
Teamleden krijgen de kans om zich verder te bekwamen in het computergebruik.
Doelstelling
Via het hanteren van één administratie systeem voor het volgen van leerlingen en het maken
van handelingsplannen kunnen alle betrokkenen op een leerling hier gebruik van maken.
Afstemming tussen betrokkenen en begeleiding van het kind wordt hierdoor optimaler. Hulp
wordt adequater en sneller gerealiseerd.
Elk schooljaar zal een volgende groep voorzien worden van een digitaal schoolbord. In die
groepen worden de digitale schoolborden ingezet om het onderwijs inhoudelijk te versterken.
Coördinatie en begeleiding
Het MT zal het ontwikkelingsproces coördineren en begeleiden.
Personeel wordt in staat gesteld om zich te scholen in het optimaal gebruik maken van de
computer ten behoeve van het onderwijs.
Brede School
Onze school is in ontwikkeling naar een brede school. Door samenwerking met diverse
instanties willen we de kansen voor de aan ons toevertrouwde kinderen zo optimaal mogelijk
krijgen. Vanaf schooljaar 2007/2008 zijn wij een ‘Brede school’. In de afgelopen jaren
hebben wij geparticipeerd in het wijkoverleg om te komen naar een brede school. Dit houdt
in dat de leerlingen na schooltijd een aantal sportieve en culturele activiteiten aangeboden
krijgen. Zie ‘Brede schoolplan’.
Doelstelling
Alle leerlingen krijgen na schooltijd een extra aanbod op het gebied van culturele vorming en
sport/bewegen. Dit aanbod wordt gerealiseerd door vakkrachten die aangetrokken worden
van buiten het onderwijs. Leerkrachten zullen geen verzwaring van hun taken ervaren.
Het ZEBO en RI&E zal dit moeten gaan aangeven.
Coördinatie en begeleiding
Zie plan ‘brede school’.
In het schematisch overzicht hetgeen hieronder volgt, wordt aangegeven in welke fase de
vernieuwing zich begeeft dan wel wanneer een bepaalde fase verwacht wordt.
2007-2008
2008- 2009
2009-2010
2010-2011
borging
Groep 3 t/m 8
borging
Groep 3 t/m 8
borging
borging
borging
optimaliseren
Invoering
Groep 3 t/m 8
borging
Groep 1 t/m 8
borging
Groep 1 t/m 8
optimaliseren
Groep 1 t/m 8
invoering
Groep 3 t/m 8
borging
Groep 3 t/m 8
borging
Groep 3 t/m 8
borging
borging
borging
borging
optimaliseren
Groep 3 t/m 8
borging
Groep 1 t/m 8
borging
Groep 1 t/m 8
optimaliseren
Groep 1 t/m 8
invoering
Groep 3 t/m 8
borging
borging
Onderwijsinhoudelijk
1. Realistisch
reken/wiskundeonderwijs
2. Taalonderwijs
Taalverhaal
Schatkist groep 1/2
Veilig leren lezen groep 3
Woordenschatonderwijs
Begrijpend lezen
3. Wereld oriëntatie
borging
borging
Groep 3 t/m 8 Groep 3 t/m 8
borging
borging
Groep 3 t/m 8 Groep 3 t/m 8
borging
borging
borging
borging
borging
borging
orientatie
invoering
0rientatie
Groep 3 t/m 8
4. Sociaal emotionele ontw. invoering
optimaliseren
Groep 1 t/m 8 Groep 1 t/m 8
LVS mbt sociaal emotionele orientatie
invoering
ontw.
Groep 1 t/m 8 Groep 1 t/m 8
5. ICT- onderwijs
optimaliseren optimaliseren
Groep 1 t/m 8 Groep 1 t/m 8
Digitale schoolborden
orientatie
invoering
Groep 1 t/m 8 Groep 8
Interne condities
1. ontwikkelen kwaliteitszorg
Primaire processen:
borging
procedures, materialen en
Groep 1 t/m 8
voorwaarden voor observaties
en feedback
Leerlingenzorg;
optimaliseren
Procedures en materialen
Groep 1 t/m 8
2. Ontwikkeling kwaliteitsbeleid
ZEBO
optimaliseren
Oudertevredenheidspeiling
optimaliseren
3. IPB
Cyclus RVKO
optimaliseren
verzuimprotocol
optimaliseren
4. Teamontwikkeling
Teamcoaching
Deskundigheidsbevordering
coaching
5. Brede school activiteiten
6. ARBO
ontruimingsoefeningen.
ongevallenregistratie.
risico-inventarisatie
en
evaluatie
7. Schoolgebouw
borging
Groep 1 t/m 8 Groep 1 t/m 8 Groep 1 t/m 8
optimaliseren borging
borging
Groep 1 t/m 8 Groep 1 t/m 8 Groep 1 t/m 8
borging
optimaliseren
borging
optimaliseren
borging
optimaliseren
optimaliseren
optimaliseren
optimaliseren
optimaliseren
optimaliseren
optimaliseren
invoering
invoering
optimaliseren
optimaliseren
optimaliseren
optimaliseren
optimaliseren
optimaliseren
invoering
optimaliseren
optimaliseren
optimaliseren
optimaliseren
optimaliseren
optimaliseren
borging
borging
optimaliseren
borging
borging
borging
borging
borging
borging
uitvoering
uitvoering
optimaliseren
optimaliseren
Download