Jaarverslag 2010 Netwerk Palliatieve Zorg Waardenland Voor u ligt het jaarverslag 2010 van het Netwerk Palliatieve Zorg Waardenland (NPZ Waardenland) over de periode 1 januari tot en met 31 december 2010. In dit jaarverslag worden de volgende onderwerpen op hoofdlijnen beschreven: (1) Organisatie van het Netwerk, (2) Activiteiten op transmuraal gebied, (3) Consultatief Palliatief Team (CPT) (4) Deskundigheidsbevordering, (5) Informatievoorziening, (6) Netwerkzorg op Maat, (7) Beleid bijzondere doelgroepen (8) Casemanagement en (9) Overige netwerkactiviteiten. 1. Herinrichten van de structuur van het Netwerk Begin 2010 is voor het Netwerk een krachtenveldanalyse uitgevoerd. De bespreking van deze analyse in het bestuur van Drechtzorg leidde tot het verzoek om het vervolg op de krachtenveldanalyse aan te geven en tevens na te gaan of bepaalde constateringen ook voor andere zorgketens gelden. De algemene conclusie is dat de structuur van het Netwerk Palliatieve Zorg intact kan blijven. Wel is het noodzakelijk de werking daarvan aan te scherpen; alle onderdelen moeten duidelijker hun rol oppakken en invullen. De rollen zijn die van: het Bestuur, de Stuurgroep, de Adviesgroep, de Werkgroepen, de Manager Ketenzorg en de Netwerkcoördinator. Dit kan door onder andere de juiste samenstelling van de stuurgroep en adviesgroep. Een specifieke conclusie is dat de borging van zorg bij de deelnemende organisatie verbeter kan worden door de voortgang en inhoudelijke ontwikkelingen steeds te blijven spiegelen – ook in de communicatie - aan een te formuleren meerjarenbeleid voor de Palliatieve Zorg voor de komende jaren tot 2014. Het meerjarenplan staat als speerpunt in het jaarplan van 2011. Daarnaast is behoefte aan meer inhoudelijke discussie; discussiëren, gedachten en ideeën delen. Dat is goed op het niveau van de professionals en bestuurders. Als laatste wordt monitoren en evalueren benoemd in de opdrachten aan de Stuurgroep en Werkgroepen als onlosmakelijk deel van beleid en uitvoering. Voortgang in kwaliteit en tijd moeten worden via rapportages teruggekoppeld aan Bestuur en Stuurgroep. Het einde van dit jaar is afgesloten met een vervolgdocument ter bespreking voor het bestuur van stichting Drechtzorg, de stuurgroep en de adviesgroep van het Netwerk. De veranderingen worden in de verschillende groepen van het Netwerk doorgevoerd. Dit veranderingstraject vindt in 2011 plaats. 2. Activiteiten op transmuraal gebied Diverse transmurale activiteiten in 2010. Oprichting transmurale Werkgroep Oncologie (TWO) met het Albert Schweitzer ziekenhuis De werkgroep bestaat uit leden van het ziekenhuis, verschillende thuiszorginstanties, twee netwerkcoördinatoren en een huisarts. De werkgroep heeft als doel om knelpunten te signaleren en verbetervoorstellen te doen inclusief mogelijke oplossingen in de diverse organisaties. De hoofddoelstelling van de transmurale werkgroep oncologie is: “Bevorderen van transmurale samenwerking binnen de oncologie” De volgende subdoelstellingen zijn: 1. Verbeteren communicatie en overdracht/ informatiestroom over de patiënt tussen de verschillende zorgverleners en/of tussen de verschillende organisaties 2. Verbeteren kennis van aanbod van elkaar en daarmee verbeteren van voorlichting aan de patiënt 3. Verbeteren knelpunten in transities in de zorg 4. Verbeteren wachttijden voor uitplaatsing van palliatieve patiënten 5. Verbeteren en optimaliseren continuïteitshuisbezoek (CHB) De werkgroep is 2 x bij elkaar geweest en heeft voldoende signalen gekregen om mee aan de slag te gaan. Als eerste traject is de overdracht tussen 1e en 2e lijn behandeld. Project continuïteitshuisbezoeken binnen Beatrixziekenhuis Vanuit het ziekenhuis zijn er rond de 10 cliënten voor een continuïteitshuisbezoek aangemeld. Het aantal aanmeldingen is laag. Een van de redenen is dat het aanbod nog niet goed bekend is binnen het ziekenhuis. Ter bevordering wordt meer aandacht gegeven aan PR. 1 Zorgpad Stervensfase Binnen het NPZ Waardenland worden in verschillende instellingen gewerkt met het "Zorgpad voor de stervenden". Het zorgpad is erop gericht de kwaliteit van de zorg in de stervensfase te verbeteren. Het Zorgpad Stervensfase bestaat uit een checklist en richtlijnen voor behandeling, verzorging en begeleiding van patiënten die binnen korte tijd zullen overlijden. Het is de taak van de netwerkcoördinator palliatieve zorg om de projectleiders in de instellingen te ondersteunen bij het implementeren van het zorgpad. In de regio wordt sinds 2007 het zorgpad al in enkele instellingen in gang gezet. Waar nodig begeleidt en ondersteunt de netwerkcoördinator onderstaande instellingen met de implementatie en borging van dit zorgpad. Hospice de Patio (thuiszorginstellingen Internos en Opmaat) Rivas, Het Gasthuis Rivas, Waerthove Rivas: Lingesteyn Albert Schweitzerziekenhuis Het spectrum, de sterrenlanden Rivas thuiszorg Gorinchem Rivas Alblashof Aangesloten in 2010 verpleeghuis Riederborgh Thuiszorg present (zorggroep Alblasserwaard) Verpleeghuis Swinhove Thuiszorg Curadomi/Agathos Binnen het netwerk bestaat een regionale werkgroep Zorgpad Stervensfase. Deze regionale werkgroep heeft elkaar 2 maal ontmoet. Doel van het overleg is het afstemmen en uitwisselen van informatie over het zorgpad; wat zijn knelpunten, valkuilen en succesfactoren. Vanuit iedere bovengenoemde organisatie is er een vertegenwoordiging aanwezig. Op deze manier wordt gekeken naar regionale implementatie. 3. Consultatief Palliatief Team Het Consultatief Palliatief Team (=CPT) Waardenland bestaat uit deskundigen op het terrein van de palliatieve zorg en ondersteunen zorgverleners bij de hulpverlening aan mensen in de palliatieve fase en valt onder verantwoordelijkheid van het IKR. Het team is bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 8.30 - 16.30 uur op een eigen centraal nummer 06- 21568331. In 2009 heeft het IKR met de individuele consulenten contracten afgesloten. Het Netwerk houdt een meedenkende rol en zoekt naar mogelijkheden om het CPT deel uit te laten maken van het Netwerk. In de registratie bij het CPT worden 38 consulten vermeld. In vergelijking met 2009 is dit een zeer lichte daling van 1 consult. De coördinator van het Netwerk is tevens coördinator van het CPT. In 2009 is het doorstartdocument voor het CPT opgesteld. Dit maakt de opzet en invulling van het CPT inzichtelijk en transparant. Daarnaast biedt het duidelijkheid aan de leden van het Netwerk Palliatieve Zorg. Het team is in 2010 5 x bij elkaar gekomen. Tijdens dit overleg wordt ingegaan op de randvoorwaardelijke zaken en casuïstiek bespreking. Op deze manier wordt gewerkt aan onderlinge deskundigheidsbevordering en onderlinge afstemming over binnengekomen consultvragen en verstrekte adviezen. Aandacht voor teambuilding is verwerkt in de themamiddag “overleven en sterven”. Met aanvullende aandacht voor de werkwijze van het CPT Rotterdam. Hoe is hun visie op consulteren, hanteren zij bepaalde procedures en hoe gaan zij om met het registreren in Prado. Het IKR heeft informatie gegeven over verdere ontwikkelingen op het gebied van consultatie. Vanaf 2012 start een bovenregionaal team binnen de IKR regio. Het CPT Waardenland komt dan te vervallen. In 2011 wordt bekeken hoe de consulenten hun rol op palliatief gebied zien in de regio en richting het netwerk.Tijdens de bijeenkomst is speciale aandacht gegeven aan Emerentia Grootscholten en Anne Uytewaal; zij nemen afscheid. Anne maakt een stap naar een andere regio werken en Emerentia heeft een andere functie geaccepteerd waardoor het consulentschap teveel werd. Scholingen Aan het einde van het jaar heeft de module “Hartfalen en palliatieve zorg” plaats gevonden. Deze module is ontstaan door samenwerken van Amnon Weinberg en Stichting KOEL. De multidisciplinaire les Palliatieve sedatie heeft 6 maal plaats gevonden die uitgezet is door de consulenten. Casuïstiekbespreking Het doel van deze bespreking is het overdragen van kennis en kunde op gebied van palliatieve zorg, met als extra doel grotere naamsbekendheid van het consulententeam Waardenland waardoor het aantal consulten in de regio omhoog gaan. Als laatste doel is netwerkbevordering van professionals 2 die werkzaam zijn in palliatieve zorg. De vier geplande casuïstiekbesprekingen zijn erg goed bezocht. Het aantal deelnemers bedroeg per bijeenkomst tussen de 60 en 100 personen. De opzet van de bijeenkomsten zijn verdeeld in 2 onderdelen; a. Een plenaire sessie met een specifiek thema, b. het tweede uur wordt casuïstiek behandeld (in subgroepen) volgens de methode van het palliatief redeneren. De casuïstiekbesprekingen worden geaccrediteerd voor verpleegkundigen, verzorgenden, huisartsen en specialisten ouderengeneeskunde. Thema die we dit jaar aan bod hebben laten komen zijn: Palliatieve sedatie en stervenskunst (terminaal) delier Vocht en voeding in de palliatieve fase Misselijkheid en braken in de palliatieve fase (aromatherapie) 4. Deskundigheidsbevordering A. Basisscholing palliatieve zorg is in 2010 5 keer uitgezet. Per scholing hebben 15 cursisten deelgenomen. De scholing wordt goed ontvangen en de evaluaties zijn goed. Het Netwerk heeft een samenwerkingscontract afgesloten met het ROC en het Integraal Kankercentrum Rotterdam. Doel van dit contract is om goede onderlinge samenwerking tot stand te brengen, zodat de scholingen op palliatief gebied duidelijk uitgezet worden voor de regio. Daarnaast is het ROC verantwoordelijk voor de randvoorwaardelijke zaken van de scholing, het IKR en het Netwerk voor het inhoudelijk deel en het leveren van de docenten. B. Netwerkbijeenkomst Op 10 juni is er een netwerkbijeenkomst georganiseerd met als thema “Acute palliatieve zorg thuis”. De opkomst was met 110 enthousiaste personen zeer goed bezocht. .In deze bijeenkomst is speciale aandacht geweest voor pijn en benauwdheid. C. Spirituele zorg In 2010 is de landelijke richtlijn spiritualiteit definitief geworden. In overleg met de geestelijk verzorgers in de regio is besloten om de regionale ontwikkelingen af te wachten wat betreft de uitwerking van de basisscholing palliatieve zorg met als onderdeel spiritualiteit. . 5. Informatievoorziening A. Internationale dag palliatieve zorg Binnen het netwerk is besloten dat de deelnemende organisaties zelf initiatieven ontplooien om in hun organisaties eventuele activiteiten te organiseren om aandacht te schenken aan deze dag. Dit jaar heeft het netwerk echter wel rondom deze dag een symposium georganiseerd “Palliatieve zorg bij COPD”. Er is veel belangstelling van zowel in als buiten de regio voor het symposium waardoor we mensen hebben moeten teleurstellen. Om die reden is besloten om het symposium te herhalen in het voorjaar van 2011. Enkele organisaties hebben aandacht geschonken aan deze internationale dag door een open dag. Dit zijn hospice de Patio, palliatieve zorgunit binnen het Albert Schweitzerziekenhuis en stichting hospice VTZ Gorinchem e.o. De pers had tevens aandacht voor palliatieve zorg in de regio. B. Website In 2009 is de website www.netwerkpalliatievezorg.nl/drechtzorgengorinchem geopend. Met de website wordt voor zowel hulpverleners als patiënten en mantelzorgers inzichtelijk gemaakt welke organisaties betrokken zijn in de regio bij de palliatieve zorg. Daarnaast wordt de website gebruikt door de netwerkcoördinator om bekendheid te geven aan scholingsactiviteiten, netwerkbijeenkomsten en vermelding van ander regionaal nieuws over palliatieve zorg. Uit statistieken blijkt dat de website redelijk bezocht wordt, 952 bezoeken in 2010. Opgemerkt wordt dat er in het 2e deel van 2010 een stijging van bezoekers is. C. Nieuwsbrief In 2010 zijn door de netwerkcoördinator 4 nieuwsbrieven opgesteld om de regio te informeren over de activiteiten van het NPZ Waardenland. D. Folder netwerk In 2010 heeft het netwerk een folder ontwikkeld voor professionals in de regio Waardenland. De folder heet “Informatiefolder voor professionals”. Het doel van de folder is het geven van meer informatie over het Netwerk Palliatieve Zorg Waardenland. Er staat beschreven wat het netwerk doet, wie er gebruik van kan maken en wat het netwerk voor de professional kan betekenen. 6. Netwerkzorg op maat (NoM) Netwerkzorg op Maat is een project wat opgestart is door de VIKC. Het is een digitaal model wat ontwikkeld is voor de netwerken palliatieve zorg. Het doel is de gewenste en geboden zorg voor de ongeneeslijk zieke cliënt en zijn naasten in kaart te brengen. Daarnaast geeft het inzicht in het zorgaanbod in de regio, waar zijn de overlappingen en lacunes. Op die manier wordt gekomen tot eventuele verbeteringen en het bevorderen van deskundigheid.In 2010 is er een projectleider (Laura Blokland) aangesteld die hier 4 uur per week aan gaat werken. 3 Halverwege 2010 heeft dit project pas vastere vorm gekregen. In samenwerking met IKR, netwerk palliatieve zorg Roosendaal en Breda is gekeken hoe dit project wordt geïmplementeerd. Binnen de regio Waardenland is besloten om een startbijeenkomst speciaal voor dit project onder de contactpersonen van de deelnemende organisaties te organiseren. Er is een opkomst van 32 personen. Tijdens de bijeenkomst werd een korte introductie over Drechtzorg en het NPZ Waardenland gegeven en werd een presentatie gehouden over NoM. Gevraagd werd of individuele organisaties met dit project aan de slag willen? De deelnemers konden hierop niet meteen antwoord geven. Informatie moet eerst rustig opgenomen worden en niet iedereen heeft de bevoegdheid om hier antwoord op te geven. Conclusie was eerst terug naar de organisaties en daar bespreken hoe de gedachten over dit project zijn. Laura Blokland plant individuele gesprekken met de contactpersonen van de organisaties om na te gaan of er behoeften is aan ondersteuning en begeleiding. Dit project is een goed voorbeeld hoe organisaties inzicht kunnen krijgen in de stand van zaken op palliatief gebied. Een vervolgbijeenkomst staat gepland. 7. Beleid bijzondere doelgroepen Verstandelijk beperkten In september 2010 is er een themabijeenkomst georganiseerd in de regio Waardenland over verstandelijk beperkten en palliatieve zorg. Het aantal deelnemers is 40. Thema’s die besproken zijn in 3 workshops; Communicatie in de palliatieve zorg aan verstandelijk beperkten; Symptoomherkenning in de palliatieve fase en Beleving van ouders bij het afscheid nemen van hun kind. Afsluitend aan dit overleg is het voorstel gekomen om een “expertgroep” op te starten met professionals werkzaam in de zorg voor verstandelijk beperkten. De werkgroep houdt zich bezig met palliatieve zorg bij verstandelijk gehandicapten in de regio. Psychiatrie Ook deze doelgroep heeft aandacht binnen het Netwerk. Er zijn verder nog geen acties uitgezet om tot meer regionale samenhang te komen. We gaan aandacht vragen voor dit onderwerp in 2011. . COPD Palliatieve zorg bij COPD patiënten heeft veel aandacht gekregen. Een symposium is georganiseerd (zie 5) plus de netwerkcoördinator heeft een scholing palliatieve zorg gegeven aan de longafdeling. De netwerkcoördinator zit in de werkgroep (= opgestart vanuit het COPD platform). Deze werkgroep is heeft als opdracht het ontwikkelen van een patientenwijzer voor palliatieve zorg bij (zeer) ernstig COPD. Begin volgend jaar komt deze patientenwijzer uit. 8. Projectaanvraag casemanager De aanvraag die het netwerk in samenwerking met het zorgkantoor ingediend bij de NZA (Nederlandse Zorg Autoriteit) voor het project casemanagement palliatieve zorg is gehonoreerd. Belemmerende factoren voor cliënten in de palliatieve fase zijn: Veel transities in de laatste fase van iemand zijn leven Ontbreken van coördinatie van zorg (miscommunicatie tussen verschillende hulpverleners) Ontbreken van continuïteit van zorg Verschil in deskundigheid palliatieve zorg in de regio Overbelasting mantelzorg De casemanager kan deze belemmerende factoren verminderen. De casemanager bewaakt de continuïteit en de samenhang van de palliatieve zorg op cliëntenniveau in de thuissituatie met daarbij aandacht voor de signalerende functie die de casemanager heeft naar alle betrokkenen in het netwerk. Per 1 mei en 1 juli zijn er 2 casemanagers aangenomen. In de eerste 3 maanden van het project is de nadruk gelegd op de randvoorwaardelijke zaken van de functie: schrijven van een plan van aanpak, maken van een folder, creëren van een cliëntendossier, omschrijven van indicatoren, uitzetten van PR en het plannen van kennismakingsgesprekken met professionals in de regio. In september is de daadwerkelijke start met cliënten begonnen. Al snel bleek dat in de regio weerstand kwam tegen deze functie. Professionals hadden het idee dat een deel van hun werkzaamheden uitgevoerd ging worden door de casemanagers. Juist de functie van casemanager is gestart om de professionals te adviseren en ondersteunen in de zorg aan de palliatieve (complexe) cliënt. Aan het einde van het jaar lijkt de weerstand te verminderen en worden er meer cliënten aangeboden. Aan het einde van het jaar is het tussenevaluatierapport geschreven. (zie ook bijlage 3) 4 Resultaten tussenevaluatie project casemanagement palliatieve zorg Welke disciplines schakelen de casemanager in? Er is gekeken welke disciplines de casemanager inschakelen. Te zien is de opvallend hoge score van verpleegkundigen/verzorgende die cliënten aanmelden. Van deze 15 aangemelde cliënten hebben 11 begeleiding van de casemanager ontvangen. De andere 4 cliënten hebben een folder toegestuurd gekregen of hebben telefonische informatie gehad van de casemanager. Zij hadden verder geen behoeften aan ondersteuning. Burgerlijke staat Er is nagegaan wat de burgerlijke staat was van de cliënten. Het NPZ Waardenland vroeg zich af of een relatie te zien was tussen alleenstaande cliënten en de cliënten die een partner hadden. Dit lijkt bij deze aanmeldingen niet de situatie. Leeftijd cliënten Ook is gekeken naar de leeftijden van de cliënten. Opvallend zijn de 6 cliënten die in de leeftijd zijn rond 50 jaar. Niet alleen bij oudere cliënten wordt de casemanager ingezet. Gespreksonderwerpen Welke onderwerpen komen aan bod als cliënten met de casemanager in gesprek zijn? De informatie betreft verschillende onderwerpen en niet specifiek 1 onderwerp. Dit duidt op behoeften van cliënten als het gaat om informatievoorziening op gebied van palliatieve zorg. Het kopje verwijzing betekent dat de casemanagers verwijzen naar andere disciplines of organisaties zoals vrijwilligers, inloophuis de vruchtenburg. Aard van begeleiding Wat is de aard van begeleiding die de casemanagers inzetten? Casemanagers geven vaak een combinatie van begeleiding. Dit komt ook voor uit de brede behoeften van cliënten. Soort cliënten in zorg Ook is gekeken naar de soort cliënten die de casemanagers begeleiden. Bijzonder tabel is dat de diagnose van de cliënten bijna allemaal oncologisch zijn. Er ligt voor de casemanagers nog een mooie taak om palliatieve zorg verder uit te breiden naar cliënten met ander ziektebeeld. Enkele belangrijke aanbevelingen vanuit dit rapport willen we graag vermelden in dit jaarverslag Meer tijd De belangrijkste aanbeveling is de tijd te krijgen voor het neerzetten van deze nieuwe functie. Voordat de juiste mensen zijn benaderd en de juiste structuur in een groot regionaal netwerk is geïmplementeerd, zijn er zo enkele maanden voorbij. Het is daarbij van belang de juiste personen in de deelnemende organisaties van het Netwerk te betrekken bij het promoten en inzetten van de casemanager. Hierbij is de hulp van stichting Drechtzorg van belang. Meer bekendheid Daarnaast is het goed om aan de functie van de casemanager meer bekendheid te geven. Hoewel een aantal zorgverleners wel het bestaan van de casemanager kennen, is niet altijd bekend wat zij voor zowel de zorgverleners als de cliënt kunnen betekenen. De anticiperende rol van de casemanager mag meer op de voorgrond aanwezig zijn. Een belangrijke rol in verwijzing van cliënten spelen de huisartsen. Het bezoeken van haagroos kan voor casemanagement positief uitwerken. Afstemming op verschil in zorgsettings Gezien het verschil in zorgsettings (thuiszorg, verpleeghuis, verzorgingshuis, ziekenhuis) is het goed om nader te onderzoeken wat de rol van de casemanager kan zijn in deze settings. Als het duidelijker wordt wat de casemanager voor elke afzonderlijke organisatie kan doen, verwijzen deze organisaties misschien eerder naar de casemanager. Ontwikkeling registratiesysteem Tenslotte is het goed om te registreren door wie de casemanager ingeschakeld is en wie de casemanager zelf inschakelt bij de zorg rondom de palliatieve patiënt. Hiervoor dient een registratiesysteem ontwikkeld te worden, waar alle casemanagers gebruik van moeten maken. Een dergelijk registratie systeem toont aan welke zorg er door de casemanager verleend wordt. Daarbij blijft een onafhankelijke positie van de casemanager belangrijk voor het functioneren t.o.v. diverse zorgorganisaties. Over de continuïteit van het project wordt een beslissing genomen in 2011. Per 1 november is 1 van de casemanagers in de ziektewet beland tot in de loop van 2011. De andere casemanager heeft aangegeven dat de functie niet bij haar past, zij gaat uit dienst aan het begin van 2011. 9. Overige netwerkactiviteiten 2010 De netwerkcoördinator heeft afgelopen jaar o.a. met de volgende partijen gesproken over de palliatieve zorg in de regio en de genoemde overleggen/ activiteiten bijgewoond: 5 - Regulier overleg zorgkantoor Waardenland IKR overleg met andere netwerkcoördinatoren in de regio (4 X per jaar) Landelijk Overleg Agora – VIKC ( 2x per jaar) Bijeenkomsten 4 x per jaar COPD platform zuidwest Nederland Bijwonen van de scholingsdagen voor NWC IKR Bijwonen van themabijeenkomsten IKR Bijwonen van intervisiebijeenkomsten IKR Deelname landelijke werkgroep Deskundigheidsbevordering V&VN afdeling palliatieve verpleegkunde Bijwonen van de themadagen voor NWC via Agora 2x per jaar Meer achtergrondinformatie van het Palliatief Netwerk (nieuwsbrieven, jaarplannen en doorstartdocument) is te vinden op: www.netwerkenpalliatievezorg.nl/waardenland bij het onderdeel “de regio”. 6 Bijlage 1 Samenstelling Stuurgroep Netwerk Palliatieve Zorg Cathy Dijkstra Angelique de Wit Hans ten Voorde Amnon Weinberg Marcel Verboom ? Manager ketenzorg stichting Drechtzorg NWC Hoofd bestuursondersteuning/ voorzitter adviesgroep Specialist ouderengeneeskunde Directeur verzorgingshuizen (Namens de nietrivashuizen) Huisarts Samenstelling Adviesgroep Netwerk Palliatieve Zorg Hans ten Voorde Angelique de Wit Ingrid Daane Rozina Lighthart Relatiebeheerder huisartsen & V&V sector NWC Herbert van de Werff Swinhovegroep Anne Uytewaal Het spectrum (gestopt per 1-12-2010) Geertruid van Merwijk Het Parkhuis Netty de Graaf Albert Schweitzerziekenhuis Heleen Roos Lammie Stel Marian Keizer Hospice de Cirkel Rivas Beatrixziekenhuis Rivas (gestopt per 1-12-2010) Eline van der Giessen Margriet van Schoonhoven Het spectrum/VPTZ Afdelingshoofd transmurale zorg Matje Verlee Janneke Louws Hospice VTZ Gorinchem Albert Schweitzerziekenhuis Internos Voorzitter Secretaris Huisarts Coördinator zorg en dienstverlening Specialist ouderengeneeskunde Specialist ouderengeneeskunde Specialist ouderengeneeskunde Verpleegkundig specialist longziekten bestuurslid Geestelijk verzorger Specialist ouderengeneeskunde Vrijwilliger Coördinator transmuraal team Coordinator hospice Verpleegkundige afdeling B3 Docentenpool voor de basisscholing palliatieve zorg Anne Uytewaal Franca Horstink Marian Keizer Janny Gouma Teunie Sepers Spectrum (gestopt per 1-12-2010) Rivas Rivas (gestopt per 1-12-2010) Thuiszorginstelling Internos Rivas/ Beatrixziekenhuis Conny de Hoogh Gerrie Cazemier Martie Ottens Lammie Stel Leny Alderliesten Rivas/ Thuiszorg Aafje Albert Schweitzer ziekenhuis Rivas Het parkhuis Specialist ouderengeneeskunde Specialist ouderengeneeskunde Specialist ouderengeneeskunde Palliatief verpleegkundige Coördinerend oncologieverpleegkundige Verpleegkundige Maatschappelijk werk Geestelijk verzorger Geestelijk verzorger Geestelijk verzorger Werkgroep Pr en Voorlichting Angelique de Wit Jos Boele Nelleke van der Vos Ada Wolfswinkel Khadija Sabriye NWC Op Maat Zorgbelang Verpleeghuis Salem Stichting Wielborgh Voorzitter Verpleegkundige Regioconsulent Zorgmanager Zorgcoach 7 Bijlage 2 Samenstelling CPT, 1e schil Naam Emerentia Grootscholten Functie naast consulentschap Transmuraal oncologieverpleegkundige (tot eind 2010) Teunie Sepers Transmuraal oncologieverpleegkundige Anne Uytewaal Specialist ouderengeneeskunde (tot eind 2010) Amnon Weinberg Specialist ouderengeneeskunde Karin de Wildt Transmuraal oncologieverpleegkundige Jannie Gouma Verpleegkundige palliatieve zorg Florence Guibert Buiron Huisarts te Dordrecht Franca Horstink Specialist ouderengeneeskunde Maikel van Bokhoven Internist oncoloog Beatrixziekenhuis Werkadres Beatrix ziekenhuis Banneweg 57 4204 AA Gorinchem Beatrix ziekenhuis Banneweg 57 4204 AA Gorinchem St. het Spectrum Minnaertweg 4 3328 HN Dordrecht Rivas Zorggroep Het Gasthuis Banneweg 61 4204 AA Gorinchem Postadres: Postbus 90 4200 AB Gorinchem Beatrix ziekenhuis Banneweg 57 4204 AA Gorinchem Internos Postbus 379 3330AJ Zwijndrecht (postadres) Oranjepark 9 3311 LP Dordrecht Rivas Zorggroep Het Gasthuis Banneweg 61 4204 AA Gorinchem Postadres: Postbus 90 4200 AB Gorinchem Rivas Zorg groep Beatrixziekenhuis Banneweg 57 4204 AB Gorinchem Samenstelling CPT, 2e schil Naam Jeannette van der Vlies Martie Ottens Godfried de Bree Liesbeth Kuilboer Chedrick Chee Functie naast consulentschap Rivas, maatschappelijk werk Albert Schweitzer ziekenhuis, geestelijk verzorger Rivas, Beatrixziekenhuis, anesthesist De grote rivieren, psycholoog Apotheek de Vijzel te Dordrecht, apotheker 8 Bijlage 3 Resultaten tussenevaluatie project casemanagement palliatieve zorg Grafiek 1 geeft aan welke disciplines de casemanagers inschakelen. We zien hier de opvallend hoge score van verpleegkundigen/verzorgende die cliënten aanmelden. Grafiek 1 Soort verwijzers aantal clienten 14 12 10 8 verpleegkundigen/ verzorgenden 6 combi signaleren, AIV 4 mantelzorg/naasten 2 0 aanmelder Van deze 15 aangemelde cliënten hebben 11 begeleiding van de casemanager ontvangen. De andere 4 cliënten hebben een folder toegestuurd gekregen of hebben telefonische informatie gehad van de casemanager. Zij hadden verder geen behoeften aan ondersteuning. Grafiek 2 geeft de burgerlijke staat weer van de cliënten. Het NPZ Waardenland vroeg zich af of een relatie te zien was tussen alleenstaande cliënten en de cliënten die een partner hadden. Dit lijkt bij deze aanmeldingen niet de situatie. Grafiek 2 Burgerlijke staat aantal clienten 8 6 w eduw e 4 gehuw d 2 alleenstaand 0 1 burgerlijke staat Grafiek 3 vermeld de leeftijden van de cliënten. Opvallend zijn de 6 cliënten die in de leeftijd zijn rond 50 jaar. Niet alleen bij oudere cliënten wordt de casemanager ingezet. Grafiek 3 Leeftijd clienten 90 80 70 60 50 40 30 20 10 Leeftijd 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 9 Grafiek 4 toont de onderwerpen van gesprek die de casemanagers houden met cliënten. De informatie betreft verschillende onderwerpen en niet specifiek 1 onderwerp. Dit duidt op behoeften van cliënten als het gaat om informatievoorziening op gebied van palliatieve zorg. Het kopje verwijzing betekent dat de casemanagers verwijzen naar andere disciplines of organisaties zoals vrijwilligers, inloophuis de vruchtenburg. Grafiek 4 soort informatie functie casemanager aantal clienten 10 zorginhoudelijk 8 6 palliatief/ziekteproces 4 verw ijzing 2 0 meerdere of alle opties 1 vorm van inform atie In de laatste grafiek (5) zien we de aard van begeleiding die de casemanagers inzetten. Casemanagers geven vaak een combinatie van begeleiding. Dit komt ook voor uit de brede behoeften van cliënten. Grafiek 5 soort begeleiding Aard van begeleiding 10 alleen signaleren 8 6 alleen AIV 4 2 alleen steun bij omgang ziekten 0 combi signaleren,AIV en steun verlenen 1 aantal clienten Om u een overzicht te geven van het soort cliënten die de casemanagers begeleiden is tabel 1 gemaakt. Bijzonder in deze tabel is dat de diagnose van de cliënten bijna allemaal oncologisch zijn. Er ligt voor de casemanagers nog een mooie taak om palliatieve zorg verder uit te breiden naar cliënten met ander ziektebeeld. Tabel 1: het aantal cliënten en de diagnose van deze cliënten. Diagnose Mamacarcinoom met meta’s Longcarcinoom met meta's Mesothelioom Leukemie/niercelcarcinoom Colonca + meta's Schildklierca Hepatocellulair carcinoom COPD Pancreaskopca Onbekend Aantal cliënten 4 2 1 1 1 2 1 1 1 1 15 10