impressies uit trondheim - Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen vzw

advertisement
Impressies uit Trondheim
Niets dan lof over de noordelijke locatie van dit vijfde research congres dat de meeste door ons
geraadpleegde deelnemers als “goed tot zeer goed” bestempelden. Al ergerde een enkeling zich wel
aan soms zwakke spreekbeurten, qua talenkennis, verstaanbaarheid en zelfs inhoud. Gelukkig was
dat niet van toepassing op de Vlaamse sprekers. Zij verdienen volgens al onze bronnen felicitaties en
bewijzen opnieuw dat Vlaanderen goed bezig is op het vlak van palliatieve zorg. Vlaanderen was
trouwens sterk vertegenwoordigd met zowat 80 aanwezigen.
Daarnaast werd het ‘après-congrès’, of “congres naast het congres” zoals een van de deelnemers het
uitdrukte, als zeer waardevol ervaren. De informele contacten met collega’s uit binnen- en
buitenland waren volgens de deelnemers hartverwarmend en inspirerend.
De vraag “wat is u vooral bijgebleven van dit congres?” leverde onderstaande antwoorden op:
 Op het vlak van onderzoek naar palliatieve zorg is er veel in beweging. Het aantal studies is op
enkele jaren tijd enorm toegenomen, daarvan getuigen de zowat 500 posters en abstracts.
 Zeer diverse onderwerpen kwamen aan bod: familie en kinderen, zorg voor het levenseinde,
cachexia, medische sociologie, meetinstrumenten, pijn, enz. Maar ook heel praktische lezingen
als het opzetten van een review, het implementeren van onderzoek in de klinische praktijk of het
opzetten van Europees onderzoek.
 Uit onderzoek blijkt dat palliatieve zorg in België nog altijd teveel als terminale zorg beschouwd
wordt.
 Interessante conclusie voor beleidsmensen: bij de overgang van curatieve naar palliatieve zorg
halveert de kostprijs van de zorg binnen de twee à drie dagen.
 Er is een belangrijke beweging aan de gang na de “best practice in palliative care’ vanuit de
zogenaamde “mixed methods” onderzoeksmethode, d.w.z. de mengeling van kwantitatief en
kwalitatief onderzoek. Opmerkelijk daarbij: beide methodes blijken mekaars conclusies kracht bij
te zetten.
 Het woord ‘lijden’ bij dementie is mogelijks een te groot woord. Patiënten zouden het eerder
hebben over “het gelaten aanvaarden van het feit dat men minder mogelijkheden heeft”.
 Ondraaglijk lijden kan gedefinieerd worden als lijden dat ondraaglijk blijft na het optimaliseren
van de zorg.
 De aanpak van doorbraakpijn zal binnenkort een hele wending krijgen als nieuwe producten ook
in België op de markt zullen komen.
 Er was heel wat interesse voor het onderzoek naar competenties van verpleegkundigen in
Vlaanderen, voorgesteld door Lieven De Maesschalck. Het zegt zeker iets over de relevantie en
impact van het werk. Het werd niet alleen sterk gewaardeerd door de EAPC zelf, maar ook door
landen als Portugal, UK en Ierland.
 Over Advance Care Planning of vroegtijdige zorgplanning is nog niet bijster veel onderzoek
beschikbaar. Een belangrijk aspect blijkt wel de aanwezigheid van een
vertegenwoordiger/vertrouwenspersoon te zijn bij de gesprekken met de patiënt. Daardoor kan
de vertegenwoordiger met kennis en juistheid van zaken spreken op het moment dat de patiënt
het zelf niet meer kan.
 Enkele belangrijke uitspraken:
o “Spiritualiteit in palliatieve zorg is gelijk aan het beschikbaar zijn van goedheid.”
o “De dood maakt het leven belangrijk.”
 Waardigheid (‘dignity’) is een begrip dat iedereen kent maar moeilijk te definiëren is. Als
conclusie zou je kunnen stellen dat men de totale, diepmenselijke persoon moet ‘empoweren’.
Anne-Marie De Lust, met dank aan Paul Cornil, Lieven De Maesschalck, Manu Keirse, Senne Mullie en
Johan Vanden Eynde
Download