Brussel, 31 oktober 2014 #prijzenobservatorium Derde kwartaalverslag 2014 van het Prijzenobservatorium Persbericht INFLATIE OP HET LAAGSTE NIVEAU SINDS HET VIERDE KWARTAAL 2009 Recent verloop van de inflatie 2014 II III Niet-bewerkte levensmiddelen -5,5 2,8 -1,8 -6,9 2,4 -1,9 Diensten 2,5 2,2 Niet-energetische industriële goederen p.m. Onderliggende inflatie 0,6 0,4 1,9 1,6 Totale inflatie 0,8 0,4 (Jaarlijks veranderingspercentage ) Energiedragers Bewerkte levensmiddelen Bronnen: EC, FOD Economie, AD Statistiek In het derde kwartaal 2014 vertraagde de totale inflatie in België licht tot gemiddeld 0,4 % (komende van 0,8 % in het tweede kwartaal 2014) voornamelijk als gevolg van de sterke daling van de inflatie voor energie en diensten en, in mindere mate, door de beperkte afname van de inflatie voor de andere productgroepen. De onderliggende inflatie1 daalde licht tot gemiddeld 1,6 % in het derde kwartaal (tegenover 1,9 % in het tweede kwartaal) als gevolg van de afname van de inflatie voor diensten, niet-energetischeindustriële goederen en bewerkte levensmiddelen. De totale inflatie in onze voornaamste buurlanden (Duitsland, Frankrijk en Nederland) vertraagde ook (0,6 % tegenover 0,8 % in het tweede kwartaal). De lagere inflatie in België (verschil van 0,2 procentpunt) is toe te schrijven aan de belangrijke neerwaartse bijdrage van de energieproducten, en meer in het bijzonder gas en elektriciteit voor België. Voor de andere productgroepen lag de inflatie in België (iets) hoger dan gemiddeld in de buurlanden. Significante prijsdaling voor elektriciteit, maar ook voor aardgas De daling van de prijzen van de energieproducten was in het derde kwartaal 2014 meer uitgesproken en bedroeg gemiddeld -6,9 % (tegenover -5,5 % in het tweede kwartaal). De prijsdaling voor elektriciteit op jaarbasis bleef negatief (-12,4 % tegenover -14,3 % in het tweede kwartaal) en laat zich hoofdzakelijk verklaren door door de (tijdelijke) verlaging van het btw-tarief van 21 % naar 6 % sinds april 2014. Tegen constante belastingtarieven bereikte de prijs van elektriciteit immers hetzelfde peil als een jaar voordien. De consumptieprijs voor aardgas daalde op jaarbasis met 9,7 % (tegenover -5,1 % in het tweede kwartaal) vooral omwille van de daling van de kost van de energiecomponent (-15,5 %), terwijl de nettarieven stabiel bleven. Motorbrandstoffen en vloeibare brandstoffen kenden ook een negatieve inflatie van respectievelijk 2,4 % en 5,4 %. Ook in onze buurlanden vertraagde het prijsstijgingstempo voor de energieproducten op jaarbasis (-1,5 % tegenover -0,3 % in het tweede kwartaal), maar minder dan in België, vooral omwille van de sterkere daling van de elektriciteitsprijzen in België en, in mindere mate, van de gasprijzen. Wat het prijsniveau betreft, kwamde totale factuur voor elektriciteit en aardgas in het derde kwartaal respectievelijk 16,3 % en 12,0 % lager uit in België dan gemiddeld in de buurlanden. 1 De onderliggende inflatie houdt geen rekening met de niet-bewerkte levensmiddelen en der energiedragers. Afnemende inflatie voor bewerkte voedingsmiddelen, maar nog steeds hoger in België dan in de buurlanden Bewerkte levensmiddelen kostten in het derde kwartaal gemiddeld 2,4 % meer dan in de overeenkomstige periode een jaar voordien (tegenover 2,8 % in het tweede kwartaal). De vertraging van de inflatie voor deze productgroep werd voornamelijk veroorzaakt door de daling van de inflatie voor tabak (van 8,8 % in het tweede kwartaal naar 7,3 % in het derde kwartaal 2014), alcoholhoudende dranken (van 4,1 % naar 2,7 %) en zuivelproducten (van 3,7 % naar 3,2 %). In de buurlanden daalde de inflatie voor bewerkte levensmiddelen sterker, van gemiddeld 2,0 % in het tweede kwartaal 2014 naar 1,3 % in het derde kwartaal. Opnieuw sterke jaar-op-jaarprijsdaling voor zowel groenten als fruit De niet-bewerkte levensmiddelen kenden in het derde kwartaal opnieuw een negatieve inflatie (-1,9 %). Vooral groenten (-8,8 %) en fruit (-6,0 %) kostten minder op jaarbasis, omwille van de huidige prijscorrectie van deze producten na de sterke stijging in 2013 (als gevolg van minder gunstige weersomstandigheden) en omwille van relatief lage prijzen midden 2014 wegens een groter aanbod. De inflatie voor vlees en vis vertraagde verder. De inflatie voor deze productgroep bereikte in onze buurlanden gemiddeld hetzelfde peil als in België (-1,9 %). Inflatie voor niet-bewerkte levensmiddelen in Belgïe Vlees Vis Fruit Groenten Niet-bewerkte levensmiddelen Bronnen: EC, FOD Economie, AD Statistiek. III -2013 4,5 3,8 5,8 3,6 4,4 III - 2014 0,8 1,7 -6,0 -8,8 -1,9 Vertraging van de inflatie voor diensten en niet-energetische industriële goederen Na vier opeenvolgende kwartalen een verhoging te hebben gekend, vertraagde het prijsstijgingstempo voor diensten dit kwartaal naar gemiddeld 2,2 % (komende van 2,5 % in het tweede kwartaal 2014) voornamelijk als gevolg van de negatieve inflatie voor reizen in het derde kwartaal (-1,6 % tegenover 3,8 % in het tweede kwartaal 2014). In de voornaamste buurlanden vertraagde de inflatie voor diensten ook in het derde kwartaal (gemiddeld 1,6 %) en bleef ze op een lager peil dan in België. Voor de niet-energetische industriële goederen, vertraagde de inflatie in België voor het vierde kwartaal op rij tot gemiddeld 0,4 %. De inflatie voor deze productgroep versnelde daarentegen lichtjes in de voornaamste buurlanden in het derde kwartaal 2014 (0,2 % tegen 0,0 % in het tweede kwartaal). Link naar het kwartaalverslag http://economie.fgov.be/nl/modules/publications/statistiques/economie/analyse_des_prix_2014_icn_rapport_trimestriel_3.jsp Meer informatie FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Peter Van Herreweghe City Atrium Vooruitgangstraat 50 1210 Brussel Tel.: +32 2 277 83 96 E-mail: [email protected]