OPGAVEN AFGELEIDE FUNCTIE Je moet alle vragen algebraïsch beantwoorden. 1. 2. 3. 4. 5. Gegeven is de functie: f(x) = 8x - 6x + 4 a. Geef een vergelijking van de raaklijn in het punt waar x = 1 b. Bereken de coördinaten van de top van de grafiek van f(x) Gegeven is de functie f(x) = (x3 - 8)(4 - x2) a. Bereken de helling van de grafiek in het snijpunt met de y-as b. Bereken de helling van de grafiek in de snijpunten met de x-as. 2𝑥−4 Gegeven is de functie 𝑓(𝑥) = 𝑥 2 −6 a. Geef een vergelijking van de raaklijn in het punt waar x = 1 b. Toon aan dat de grafiek van f geen toppen heeft. Gegeven is de functie f(x) = 6x2 - 2x3 a. Toon aan dat de grafiek in de oorsprong horizontaal loopt b. A is het andere snijpunt met de x-as. De raaklijn in A snijdt de y-as in B Bereken de oppervlakte van driehoek OAB. Gegeven is de functie f(x) = 2x3 - ax2 + 4x - 6 a. Voor welke a heeft de grafiek van f een top bij x = 1? b. Voor welke a heeft de grafiek geen enkele raaklijn met helling 3? 1a. f(x) = 8x - 6x + 4 f(1) = 8 – 6 + 4 = 6 dus het raakpunt is (1,6) f ‘ = 8/2√x – 6 f ‘(1) = 8/2 – 6 = -2 de raaklijn is y = -2x + b 6 = -2 ∙ 1 + b geeft b = 8 en de raaklijn is dus y = -2x + 8 1b. f ‘= 0 8/2√x – 6 8/2√x = 6 8 = 12x(3 x = 8/12 = 2/3 x = 4/9 y = 8(4/9) – 6 • 4/9 + 4 en de top is (4/9, 62/3) 2a. y’ = 3x2 ∙ (4 – x2) + (x3 – 8) ∙ -2x y’ (0) = 0 dus de helling is nul. 2b. y = 0 x3 – 8 = 0 4 – x2 = 0 x = 2 x = -2 y’(2) = 12 ∙ (4 – 4) + (8 – 8) ∙ -4 = 0 y’(-2) = 12(4 – 4) + -16 ∙ 4 = -64 3a. 𝑓 ′ (𝑥) = 2(𝑥 2 −6)−(2𝑥−4)∙2𝑥 (𝑥 2 −6)2 f ’(1) = (-10 + 4)/25 = -6/25 f(1) = 2/5 dus het raakpunt is (1, 2/5) 2 /5 = -6/25 ∙ 1 + b geeft b = 16/25 de raaklijn is de lijn y = -6/25 ∙ x + 16/25 3b. f ‘= 0 geeft 2(x2 – 6) – (2x – 4)2x = 0 2x2 – 12 – 4x2 + 8x = 0 -2x2 + 8x – 12 = 0 De discriminant is 64 – 4 ∙ 2 ∙ 12 = -32 dus er is geen oplossing dus geen top 4a. f ‘(x) = 12x – 6x2 f ‘(0) = 0 dus dat is inderdaad horizontaal. 4b. y = 0 6x2 – 2x3 = 0 2x2(3 – x) = 0 x = 0 x = 3 A is het punt (3,0) f ‘(3) = 36 – 54 = -18 dus de raaklijn is y = -18x + b punt (3, 0) geeft 0 = -18 ∙ 3 + b b = 54 B = (0, 54) en de oppervlakte is 0,5 ∙ 54 ∙ 3 = 81 5a. f ‘ = 6x2 – 2ax + 4 = 0 x = 1 geeft 0 = 6 – 2a + 4 dus a = 5 5b. 6x2 – 2ax + 4 = 3 6x2 – 2ax + 1 = 0 geen oplossing als (-2a)2 – 4 ∙ 6 ∙ 1 < 0 4a2 – 24 < 0 a2 < 6 -√6 < a < √6