ROIG dag ENDOCRINOLOGIE 22 december

advertisement
Casus Diabetes Mellitus type 1

Casus
Een 18-jarige vrouw komt naar de SEH vanwege buikpijn en braken sinds enkele uren, de chirurg
vraagt U in consult, vanwege een bloedglucose van 26 mmol/l. De chirurg vond geen peritoneale
prikkeling, zwangerschapstest is negatief. Bij anamnese heeft zij heeft sinds een week opvallend
veel dorst, tevoren geen buikklachten. Geen andere focale infectie-klachten. Zij sport 3x per week
actief. Med: OAC, verder geen. Behalve appendectomie is de VG blanco. Bij l.o. een tachypnoische
slanke vrouw, AF 28/min met goede turgor, temp 36.9 oC, RR 120/80, pols 110 R.A.; O2 saturatie
99%, pulmones g.b. aan de buik spaarzame peristaltiek, met klotsgeluiden in epigastrio, diffuus
lichte drukpijn, geen abnormale weerstanden , geen defense musculaire of loslaatpijn. Lab toont
o.a. Na 144 mmol/L; K 4.4 mmol/L; Cl 101 mmol/L; creatinine 84 umol/L; glucose 26.5 mmol/L;
pH (arterieel) 7.11 ; PO2 23.6 kPa; PCO2 1.8 kPa; Bicarbonaat 4.0 mmol/l; Base Excess -25.1
mmol/l; O2 saturatie 97 %; lactaat 2.1 mmol/L; urine leuko’s neg, ketonen 3+
Zij krijgt insuline en NacL intraveneus, een maagsonde een CAD met urimeter.





Vraag 1. Hoe ontstaat de diabetische ketoacidose (DKA)?
Vraag 2. Komt DKA alleen bij DM type 1 voor?
Vraag 3. Geeft U bicarbonaat? Waarom wel/niet?
Vraag 4 wanneer geeft U kalium?
Vraag 5. De blds is na 24 uur 8.2 mmol/L. Het bicarbonaat is 14.0 mmol/L Cl 118 mmol/L, Pate
is nog wat misselijk, Welk infuus geeft U ?


Literatuur:
NIV Richtlijn De behandeling van acute ontregeling van diabetes mellitus, 2003
In de weken die volgen wordt zij poliklinisch door de diabetesverpleegkundige geleerd haar glucose
te reguleren mbv een basaal-bolus penschema. Zij hervat haar dagelijkse leven, inclusief studie en
sport.
 Vraag. Welke insulinesoorten komen in aanmerking? Hebben analoge insuline voordelen bij
type 1?
Na 10 mnd. verricht U bij haar de eerste DM jaarcontrole. Haar vriend komt mee, en vraagt of zij
later gewoon kinderen kan krijgen. Zij gebruikt inmiddels 12 E middellang werkende insuline voor
het slapen en 2 tot 6 E kortwerkende insuline voor de maaltijd, Zij heeft zelden hypo’s. Ze rookt
niet. Bloeddruk is 120/80, het gewicht 3 kg gestegen, spuitplaatsen zien er rustig uit, aan de
voeten zijn pulsaties en sensibilteit intact, U vertelt haar dat ze pas na 5 jaar een fundoscopie
nodig heeft en waarom; HbA1c 5.4%; creatinine 54 umol/L; LDL cholesterol 3.7 mmol/L; HDL 1.5
mmol/L; Triglyceriden 1.1 mmol/L; urine MA 1.2 mg/mmol creatinine

Vraag. Wat is bij DM type 1 de relatie tussen van het HbA1c op de incidentie van micro en
macro vasculaire complicaties?

Vraag. U maakt een afspraak met het stel om te praten over DM en zwangerschap. Wat vertelt
U over de kans op DM bij een evt nakomeling ? en over de relatie tussen HbA1c en de kans op
congenitale afwijkingen.
Weer 2 jaar later voelt zij zich prima, maar is haar HbA1c 7.5% en heeft zij voor het ontbijt
meetwaarden die variëren van 2.0 tot 16.0 mmol/L niet gerelateerd aan de waarde van
voorafgaande avond. Zij werd recent 1x met een ambulance naar de SEH gebracht wegens een
hypoglycemisch coma.



Vraag. Hoe onstaat “hypo-unawareness” en is dit irreversibel?
Vraag. Kan een insulinepomp helpen om de nuchtere bloedglucosewaarden te verbeteren?
Literatuur:
 Intensive diabetes treatment and cardiovascular disease in patients with type 1
diabetes.Nathan DM et al. N Engl J Med. (2005), 353, 2643
 CBO Richtlijn diabetes en zwangerschap 2005
 Continue subcutane insuline infusie soms goede optie bij slecht gereguleerde DM type 1.
R.P.L.M. Hoogma, JH de Vries, R.P.J. Michels, J.B.L. Hoekstra en M. Levi Ned Tijdschr v
Geneesk. 2005; 149:2261
Download