Meten aan zonne-energie Met de ULAB en twee spanningssensoren worden de stroom en de spanning gemeten afkomstig van een zonnepaneel. De elektrische energie is hier gebruikt voor de elektrolyse van verdund zwavelzuur in het toestel van Hoffman. Zonne-energie als duurzame energiebron wordt langzaam een reële mogelijkheid, dikwijls gekoppeld aan een economie waarin waterstof (als gas of gebonden als methanol) een belangrijke rol speelt. De productie van waterstof is in principe eenvoudig. De elektrische energie van een zonnepaneel wordt omgezet in chemische energie tijdens de ontleding van water in waterstof en zuurstof. Aan dit proces kunnen met Coach 5 eenvoudig de stroom en de spanning worden gemeten. Liefst op een plek waar regelmatig de volle zon komt en dat is meestal niet in de buurt van een computer. Voor een meting aan een zonnepaneel over meerdere uren is daarom de ULAB zeer geschikt. Voor de proefopstelling kan een rustige zonnige plek worden gekozen. Voor meerdaagse metingen moet er wel een stopcontact in de buurt zijn (de accu van de ULAB houdt het max. 10 uur uit, afhankelijk van de gebruikte sensoren). In een eerste test is een zonnepaneel aangesloten op het toestel van Hoffman gevuld met 0,1 M zwavelzuur. Het paneel (330x293 mm, 16,8 V 0,300 A, voor € 84 verkrijgbaar bij Conrad) is plat in de vensterbank gelegd bij een bewolkte lucht waar zo nu en dan de zon doorbrak. De spanning over het zonnepaneel is gemeten met de differentiële spanningssensor (-10 … +10V, art. nr. 0210i). Bij direct zonlicht raakt de spanning van het paneel al gauw buiten het bereik van de sensor. Daarom is een spanningsdeler in de opstelling opgenomen (zie figuur). De stroom is bepaald door de spanning te meten over een weerstand van 15 ohm in serie met het toestel van Hoffman met de differentiële spanningssensor 0212i (-500 mV ..+500 mV, art. nr). Uit de grafieken kan in Coach met behulp van Analyse > Oppervlakte de totale lading worden bepaald die door het toestel van Hoffman is gegaan. Ook kan uit de metingen een grafiek van het geleverde vermogen worden berekend. Het oppervlak onder deze grafiek is de energie die door het pa- CMA Signaal26 Digitaal mei 2004 1 Het oppervlak onder de grafiek is meteen de lading door het toestel van Hoffman in het gemarkeerde tijdinterval, mits de tijd in s en I in A. neel is geleverd. De lading en de energie kunnen worden vergeleken met de hoeveelheid waterstofgas die is gevormd. Bij een eerste poging is in circa 3 uur 13 mL waterstofgas geproduceerd, onder omstandigheden waarbij 1,0 mmol H2(g) overeenkomt met 24 mL. Er is dan 13/24 mmol = 0,54 mmol H2 gevormd. Daarvoor moet 1,1 mmol “elektronen” zijn aangevoerd. Dit komt overeen met 1,1 mmol * 96,5 C/mmol = 1,1 102 C, overeenkomstig met de meting. Als tot. oppervlak onder de grafiek levert Analyse>Oppervlakte op 111,46 A.s. Het verschil tussen de benodigde ontledingsenergie van 0,54 mmol water (0,16 kJ) en de geleverde elektrische energie van het paneel (1,1 kJ) is nog groot. Aan de efficiëntie valt dus nog het nodige te verbeteren. 2 Het verbeteren van de energie-opslag kan tot allerlei projecten worden uitgebreid, die zowel aspecten van de vakken scheikunde, natuurkunde als techniek bevatten. Denk bijv. aan onderzoekjes naar het verhogen de waterstofproductie per geleverde kilojoule of het ontwerpen van een ander systeem om de energie van het paneel op te slaan (een accu ontwerpen). Let bij de uitvoering van een ontwerp goed op veiligheidsaspecten. Werk bijvoorbeeld niet met een mengsel van waterstof en zuurstof of een gesloten elektrolyse-opstelling. Sla geen grote hoeveelheden waterstof op. Cees van Bart <[email protected]>. Cees is leraar scheikunde op het Pieter Nieuwland (Amsterdam) en werkt bij het AMSTEL aan ICT-toepassingen bij scheikunde en techniek. CMA Signaal26 Digitaal mei 2004