RisCare - Huisartsenzorg Arnhem

advertisement
Verwijs en terugverwijsbeleid
1.1. Algemeen.
Voor behandeling met insuline in de eerste lijn wordt aan de volgende randvoorwaarden voldaan:
 Er is voldoende specifieke deskundigheid van de huisarts, van de praktijkverpleegkundige, van de
praktijkondersteuner en van de diëtist aanwezig.
 De betrokken zorgverleners hebben goede afspraken gemaakt over taakverdeling en samenwerking.
 Bij de beslissing over consulteren en (terug)verwijzen dient rekening te worden gehouden met de
situatie van de patiënt, de levensverwachting, het effect van de interventie op de lange termijn en de
comorbiditeit.
1.2. Verwijzing van huisarts naar internist.
 Gerichte kortdurende verwijzing voor instelling op GLP1 receptor agonist.
 Instellen op insulinepomp.
 Hypertensie, indien langer dan 3 maanden tensie > 160/100 mmHg onder tripletherapie.
 Bij hypoglycemie unawareness.
 Hyperlipidemie d.w.z. een LDL > 2.5 mmol/l.: 1. Blijvend verhoogd LDL-cholesterol ondanks maximaal
tolereerbare dosering statine. 2. Intolerantie voor statines. ,
 Vrouwen met diabetes type II en zwangerschap of zwangerschapswens.
 Hyperglykemie/onvoldoende correctie van postprandiale waarden, bevestigd door een HbA1C >
7.5% (58 mmol/mol), langer dan 3 maanden bestaand.
 Ernstige hyperglycemie (glucose langdurig > 20 mmol) en hyperglykemisch coma.
1.3 Verwijzing van huisarts naar nefroloog.
 Patiënten met een macro-albuminurie ( proteïnurie)
 Patienten van >65 jaar met een klaring < 30 ml/min.
 Patienten van <65 jaar met een eGFR < 45ml/min.
 Patiënten met vermoeden van een onderliggende nierziekte. ( dit is het geval bij: bekende autoimmuunziekte, recidiverende pyelonefritis, anti-reflux-operaties of nefrectomie, nierziekte in de familie,
persisterende en specifieke afwijkingen in het urinesediment ( dysmore erytrocyten en/ of celcilinders))
1.4. Verwijzing van huisarts naar oogarts.
 Bij afwijkende bevindingen bij fundusscopie, zoals diabetische retinopathie.
1.5. Verwijzing huisarts naar voetenpoli. ( NB is niet per definitie doorverwijzen naar ziekenhuis
DM DBC: is een andere DBC !)

Spoedverwijzing bij huiddefect en aanwijzingen voor infectie

Huiddefect meer dan 2 weken bestaand en niet genezend

Aanwijzingen voor kritische ischemie

Voetulceraties met necrose ( droog/nat)

Verdenking ( tekenen van) acute Charcot voet. SPOEDVERWIJZING!

Na een doorgemaakt ulcus ( SIMMS classificatie 3 en 4) blijft de patiënt altijd onder controle van
de voetenpoli ( uitzonderingen daargelaten)
Zorggroep Arnhem
December 2012
Verwijs en terugverwijsbeleid
1.6. Consultatie van internist of nefroloog is te overwegen
 Bij een klaring < 60 ml/min bij patiënten jonger dan 65 jaar zonder micro-/macroalbuminurie ( met oog
op eventuele aanvullende behandelingsmogelijkheden, zoals correctie van anemie, correctie
problemen bothuishouding, stringentere behandeling van bloeddruk (streefwaarde 130/80 mmHg) om
verder nierfunctieverlies te voorkomen en eventuele aanpassing van de medicatie.
 Bij een klaring van 30-45 ml/min bij patiënten >65 jaar.
 Bij snelle, onverklaarbare achteruitgang van de klaring.
1.7. Terugverwijzing van de internist naar de huisarts.
 Na instelling op GLP1 receptor agonist
 Bij therapie met alleen orale bloedglucose verlagende middelen
 1 – 4 maal daags insuline en een voor de patiënt optimaal haalbaar HbA1C ( bij voorkeur < 58
mmol/mol)
 Bloeddruk onder controle met maximaal 4 middelen
 Indien hypoglycemie unawareness niet meer aanwezig is.
 Indien zwangerschap doorstaan is.
 Stabiele fase na CVA, amputatie, myocardinfarct, lasercoagulatie en andere aspecten zoals patiënten
waarbij streefwaardes niet gehaald worden en dit ook niet meer haalbaar is. (HbA1C, RR, lipiden)
1.8. Terugverwijzing van de nefroloog naar de huisarts.
 Indien de vraag van de huisarts beantwoord is
 Indien de diagnostiek in de tweede lijn afgerond is
 Indien de individuele streefwaarden behaald zijn of voor zover mogelijk bereikt.
1.9. Terugverwijzing van de oogarts naar de huisarts.
 Oogarts verwijst terug naar huisarts indien diabetische retinopathie afdoende is behandeld
 Oogarts verwijst terug indien er geen afwijkingen zijn gevonden in fundusscopie die geen betrekking
hebben op diabetisch aandoening.
2.0. Terugverwijzing van de voetenpoli naar de podotherapeut/ huisarts.
 Bij stabiele optimale voetconditie
Zorggroep Arnhem
December 2012
Download