TRANSMURAAL PROTOCOL OOGHEELKUNDE

advertisement
TRANSMURAAL PROTOCOL
OOGHEELKUNDE
Inleiding
De huisarts verricht oogheelkundig onderzoek volgens de NHG-standaarden M12 en M57.
Vervolgens zijn er drie mogelijkheden:
1. zelf behandelen
2. verwijzen naar een opticien of optometrist of
3. verwijzing naar een oogarts.
Voor een verwijzing naar de polikliniek Oogheelkunde van het AMC is dit protocol
ontworpen. De urgentie wordt bepaald volgens de hierin beschreven criteria en krijgt dan een
code. De huisarts laat de assistente (spoed, voorrang) of de patiënt (niet urgent) een
afspraak maken met de polikliniek en vermeldt daarbij de code, zodat op grond daarvan het
tijdstip van de afspraak gekozen kan worden.
De huisarts kan altijd telefonisch overleggen met de oogarts/supervisor op de polikliniek.
Werkafspraken
Huisarts
 de huisarts neemt anamnese af en verricht oogheelkundig onderzoek volgens de
richtlijnen beschreven in de oogheelkundige standaard Oogheelkundige diagnostiek
 de huisarts bepaalt of de patiënt verwezen wordt naar de oogarts, orthoptist, optometrist
of opticien
 de huisarts bepaalt op grond van bevindingen uit anamnese en onderzoek de
urgentiecode van de verwijzing. Als leidraad kan dienen de “Richtlijn voor verwijzing naar
oogarts”
Verwijsurgentie:
 Code A
Spoedconsult (binnen 24 uur: direct insturen na telefonische aanmelding,
tel. 020-566 8703)
 Code B
Voorrangsconsult (binnen 2 weken: direct telefonische afspraak maken,
tel. 020-566 8703)
 Code C
Niet urgente verwijzing (patiënt kan zelf de afspraak maken, tel. 020-566 3100)
NB. Het telefoonnummer 020-566 8703 is uitsluitend bedoeld voor de verwijzende huisarts
of zijn/haar assistente en nadrukkelijk niet voor de patiënten zelf. Dit nummer kan ook
voor overleg gebruikt worden met de supervisor van de polikliniek door de huisarts.
Revisie 2009
Voor inlichtingen: [email protected]
© HAG-desk-AMC
RICHTLIJN VOOR VERWIJZING NAAR DE OOGARTS
CODE A: SPOEDCONSULT (telefonisch overleg met de oogarts binnen 24 uur)
 hevige pijn
 acute achteruitgang van het gezichtsvermogen (visusdaling, gezichtsveldverlies)
 acuut dubbelzien of scheelzien
 scherp, stomp of chemisch trauma
 acute visuele sensaties, zoals: lichtflitsen, vlekken, spinrag of gordijn voor een oog,
metamorfopsie
 oogdruk >30 mm Hg
 actieve corneapathologie
 neonaat met oogheelkundige pathologie
CODE B: VOORRANGSCONSULT (binnen 2 weken, direct afspraak maken)
 persisterende fotofobie en/of persisterende irritatieklachten van het oog
 achteruitgang van het gezichtsvermogen (visusdaling, gezichtsveldverlies) binnen 2
weken
 onbegrepen rood oog, afwijking adnexae/voorste oogsegment
 proptosis
CODE C: NIET URGENTE VERWIJZING
(binnen 3 maanden, patiënt maakt zelf een afspraak)
 niet acute achteruitgang van het gezichtsvermogen of onvoldoende
gezichtsvermogen bij patiënten ouder dan 10 jaar, niet zijnde refractieproblemen
en/of leesklachten
 screening bij diabetes mellitus en andere systemische aandoeningen
 oogboldrukmeting 22-30 mm Hg
 positieve familieanamnese voor glaucoom
 sterk vermoeden van een oogheelkundige afwijking door medicatie
 vermoeden oogheelkundige pathologie bij verstandelijk gehandicapten
 persisterende oogklachten, waarvoor geen spoedeisend consult geïndiceerd is
 second opinion
 een hoge hypermetropie of myopie (> 8D)
Revisie 2009
Voor inlichtingen: [email protected]
© HAG-desk-AMC
RICHTLIJN VOOR VERWIJZING NAAR DE OOGARTS
VERWIJZING NAAR ORTHOPTIST
Gezond kind tot en met de leeftijd van 10 jaar met:
 scheelzien, dubbelzien of mindere visus
 terugkerende pijn boven de ogen, asthenope klachten
 leesproblemen
Volwassenen met:
 scheelzien
 nadere evaluatie oogbewegingsstoornis of dubbelzien
VERWIJZING NAAR OPTICIEN / CONTACTLENSSPECIALIST
(rechtstreeks toegankelijk)
 bril en contactlenzen, klachten hiervan, vervanging of controle bij mensen ouder dan
10 jaar
 niet acute achteruitgang van het gezichtsvermogen ouder dan 10 jaar
 lees/oog vermoeidheidsklachten bij mensen ouder dan 10 jaar
VERWIJZING NAAR OPTOMETRIST
(rechtstreeks toegankelijk)
 zie richtlijn verwijzing naar opticien/contactlensspecialist
 screening van de cliënt op oogaandoeningen (bij het constateren van een
oogaandoening verwijst de optometrist terug naar de huisarts)
Revisie 2009
Voor inlichtingen: [email protected]
© HAG-desk-AMC
TOELICHTING VERWIJSBRIEF
Inleiding
De anamnese leidt tot een oogheelkundige probleemstelling op grond waarvan nadere
oogheelkundige diagnostiek verricht zal worden. Anamnese en onderzoeksgegevens
tezamen leiden tot een juiste urgentiebepaling van eventuele verwijzing.
Oogklachten
Noteer de klacht zoals door de patiënt is verwoord. Noteer de oogheelkundige en de
algemene voorgeschiedenis. Dit is vooral van belang bij algemene aandoeningen die van
invloed kunnen zijn op het oogheelkundige ziektebeeld of bij patiënten die mogelijk in
aanmerking komen voor operaties (bijvoorbeeld patiënten met cataract).
Oogheelkundig onderzoek (vermeld dit op indicatie en voor zover mogelijk)
Gezichtsscherpte
 de visus wordt genoteerd zoals opgenomen met de eigen correctie of indien patiënt
geen correctie heeft, zonder correctie. Eventueel de visus zoals bepaald met de
stenopeïsche opening (1 mm)
 visusbepaling op de juiste afstand met goede verlichting voor elk oog afzonderlijk
(met behulp van letter/plaatjeskaart/E-haken/Landholt-C-ringen)
 de visus is een breuk: afstand tot de kaart gedeeld door de normafstand waarop een
bepaalde regel foutloos wordt gelezen
 bij kinderen < 3 jaar is een visusbepaling in het algemeen niet mogelijk
Uitwendige inspectie en voorste oogsegment
 traanafvoer, oogleden, conjunctiva, cornea (focale belichting/fluoresceïne-beeld/
raambeeld), voorste oogkamer, pupillen, pupilreacties
Oogstand en binoculair zien, hoofdstand
 corneareflexbeelden
 afdekproef


prismafusie of stereotest
torticollis
Oogbewegingen
 binoculaire en monoculaire
oogbewegingen

nystagmus
Gezichtsveld
 schema van Amsler (eventuele leesbril voorzetten bij de test) voor centrale en/of
paracentrale uitval en metamorfopsie
 perifeer gezichtsveld (zonder bril) confrontatief volgens Donders
Revisie 2009
Voor inlichtingen: [email protected]
© HAG-desk-AMC
VERVOLG TOELICHTING VERWIJSBRIEF
Oogspiegelen
 beoordeling helderheid van de media (ruimte verduisteren, lens oog-spiegel op +4,
afstand 25 cm)
 directe/indirecte funduscopie (facultatief, uitvoering en interpretatie van verkregen
beelden is moeilijk en vereist veel oefening)
Oogboldrukmeting
 palpatoir (bij verdenking op acuut glaucoom)
 applanatiemethode/ pufftonometrie, zelf of via optometrist/opticien
Revisie 2009
Voor inlichtingen: [email protected]
© HAG-desk-AMC
Download