HET STARRE BEGRIPPENSTELSEL VAN SOCIOLOGIE MODERNE EN DE TWEE LATER STILLETJES DOOR LAMMERS GEOPENDE WAAIERS VAN VRAGEN WOUT ULTEE RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN MIDDAG OVER HET WERK VAN COR LAMMERS UNIVERSITEIT LEIDEN 25 MAART 2011 DEZE POWERPOINT STAAT OOK OP MIJN WEBSITE TIK IN GOOGLE: WOUT ULTEE KLIK OP EERSTE HIT GA NAAR PRESENTATIES, NEDERLANDSE, LEIDEN 2011 TIJDENS MIJN STUDIE SOCIOLOGIE TE UTRECHT IN 1966 HOORDE IK VAN EEN MEDESTUDENT DAT LEIDSE SOCIOLOGEN DE UTRECHTSE SOCIOLOGIE BESCHOUWDEN ALS HET STAPHORST VAN DE NEDERLANDSE SOCIOLOGIE MODERNE SOCIOLOGIE WAS IN LEIDEN PROPEDEUSESTOF EN IN UTRECHT STOF VOOR HET CANDIDAATS MIJN OUDE KRITIEK OP MS: HET IS EEN BEGRIPPENSTELSEL MIJN GROTERE NIEUWE VRAAG: WAAR ZIJN IN MS DE VRAGEN, UITSPRAKEN EN BEVINDINGEN? ARISTOTELISCHE WETENSCHAPSTHEORIE: POPPERIAANSE WETENSCHAPTHEORIE: OBJECTAFBAKENING PROBLEMEN GEDEFINIEERDE BEGRIPPEN PROPOSITIESTELSELS ANALYSE VAN VOORBEELDEN TEGENVOORBEELDEN POPPER 1945: DE ACHTERLIJKHEID VAN DE SOCIALE WETENSCHAPPEN IS TERUG TE VOEREN OP HET ZOEKEN NAAR HET WEZEN VAN VERSCHIJNSELEN EN HET SAMENVATTEN VAN ESSENTIES IN DEFINITIES WAT GEBEURT ER IN SOCIOLOGIE UIT 1992 VAN ULTEE, ARTS & FLAP? GEEN BEGRIPPENLIJST HOOFDVRAGEN EN DEELVRAGEN KERNUITSPRAKEN EN BIJBEHORENDE INVULLINGEN THEORIEËN MET MEER EN MINDER ALGEMENE PROPOSITIES TEGENVOORBEELDEN EN TABELLEN DRIE HOOFDVRAGEN: ONGELIJKHEID COHESIE RATIONALISERING 1. DEFINITIES BIJ WEBER EN DURKHEIM 2. CIJFERANALYSES IN MODERNE SOCIOLOGIE 3. ANALYSES DOOR VOORBEELDEN IN MS 4. MS ALS EEN BEGRIPPENSTELSEL OF ÉÉN UITSPRAAK OVER DE BESTANDELEN VAN GROEPERINGEN? ALS 5. PROPOSITIES IN MS 6. GAAT SOCIOLOGIE OVER GROEPERINGEN, SOCIALE SYSTEMEN, SAMENLEVINGEN OF ORGANISATIES? 7. MS ALS EEN SOCIOLOGIE ZONDER HOOFDVRAGEN 8. DE DRIE VRAGEN VAN PENS MODERNE ECONOMIE EN PEN ALS MODERNSTE SOCIOLOOG 9. LAMMERS’ EERSTE EN LATERE ORGANISATIESOCIOLOGIE: ÉÉN HOOFDVRAAG EN TWEE BIJVRAGEN 10. LAMMERS’ TWEE WAAIERS VAN VRAGEN VERGELEKEN WEBER WILDE IN RELIGIONSSOZIOLOGIE NIET DEFINIËREN MAAR WIRTSCHAFT UND GESELLSCHAFT BEGON MET WASLIJSTEN VAN DEFINITIES WEBER GELOOFT NIET IN DE ESSENTIE VAN VERSCHIJNSELEN DEFINIËREN IS KWESTIE VAN EERLIJKHEID: ZONDER DEFINITIES VOORAF WORDEN TEGENVOORBEELDEN TE GEMAKKELIJK WEGGEPRAAT ÉÉN VAN DE REGELS VAN DURKHEIMS METHODE: DEFINIEER TERMEN VOORAF MET EEN BEROEP OP WAARNEEMBARE VERSCHIJNSELEN DAT DEED DURKHEIM IN LE SUICIDE EN IN LES FORMES ÉLÉMENTAIRES DE LA RELIGION IN LES FORMES LIJKT DURKHEIM IN HET WEZEN VAN VERSCHIJNSELEN TE GELOVEN DURKHEIM BEROEMD DOOR DE BEGRIPPEN INDIVIDUALISME EN ANOMIE MAAR DIE TERMEN DEFINIEERT HIJ ACHTERAF EN BESLIST NIET OPERATIONEEL IN LE SUICIDE MET DE TERMEN EGOÏSME EN ALTRUÏSME VERHULT DURKHEIM DE KWESTIE HOE DE EGOÏSME-PROPOSITIE EN DE ALTRUÏSMEPROPOSITIE UIT EEN MEER ALGEMENE UITSPRAAK MOET WORDEN AFGELEID IDEM MET DE TERMEN ANOMIE EN FATALISME INVOERING BEGRIPPEN ACHTERAF BRENGT LATERE GENERATIES MINDER GEMAKKELIJK OP DE GEDACHTE DAT PROPOSITIESTELSELS MOETEN WORDEN OPGETROKKEN IN HET BEGIN VAN LES FORMES WIJDT DURKHEIM 35 BLADZIJDEN AAN EEN DEFINITIE VAN RELIGIEUZE VERSCHIJNSELEN 1. EERST WORDT DE DEFINITIE VERWORPEN DIE RELIGIE VASTPINT OP HET GELOOF IN EEN SCHEPPERGOD 2. DAN DE DEFINITIE DIE UITGAAT VAN EEN MACHTIGE GOD 3. VERVOLGENS DE DEFINITIE DIE UITGAAT VAN GODEN OF GEESTEN TELKENS WORDT EEN DEFINITIE VERRUIMD OMDAT GEDACHTEN DIE DURKHEIM ALS RELIGIEUS WIL TELLEN ER NIET ONDER VALLEN DURKHEIM SLAAT DAN EEN NOG RUIMERE DEFINITIE OVER: 4. GELOOF IN BIJZONDERE KRACHTEN DURKHEIM KIEST VOOR 5. HET ONDERSCHEID TUSSEN HEILIGE EN PROFANDE DINGEN DAT KAN WORDEN AFGELEID UIT HET BESTAAN VAN RITEN DIE DINGEN WIJDEN DURKHEIM ZEGT ER NIET BIJ DAT HET GELOOF IN EEN SCHEPPERGOD ALTIJD GEPAARD GAAT MET HET ONDERSCHEID TUSSEN HEILIG EN PROFAAN EN HIJ ZEGT OOK NIET DAT VOLGENS DE BOEDDHA EN CONFUCIUS BEPAALDE DINGEN HEILIG ZIJN DURKHEIM WILDE GEWOON DAT ZICH IN ELKE SAMENLEVING GODSDIENSTIGE VERSCHIJNSELEN VOORDOEN, NIET ALLEEN BIJ AUSTRALISCHE STAMMEN MAAR OOK IN HET FRANKRIJK VAN ZIJN TIJD JUIST MET VOORAF DEFINITIES KAN WORDEN GEKNOEID DE ONDERTITEL VAN MS UIT 1959 IS: SYSTEMATIEK EN ANALYSE DIE ONDERTITEL VERDWEEN IN 1976 IN 1985 ZEI LAMMERS DAT DIE VERDWEEN OMDAT IN MS 1959 MEER CIJFERS HADDEN MOETEN STAAN, MAAR HIJ ER NIET AAN TOE WAS GEKOMEN DE OUDE MS ANALYSEERT NUMERIEKE GEGEVENS, MAAR NIET GOED HIERBIJ CIJFERS UIT DRIE STUDIES OVER KERKELIJK GEMENGD HUWEN KERKELIJK GEMENGD HUWEN ALS EEN AANWIJZING VOOR DE DESTIJDS MAATSCHAPPELIJK VAN BELANG ZIJNDE VRAAG OVER DE MATE VAN VERZUING VAN NEDERLAND CIJFERS UIT GROENMANS STAPHORST, VOOR DE GESLOTEN HUWELIJKEN IN DIE GEMEENTE TUSSEN 1935 EN 1938 EEN MOOIE VIERKANTE TABEL NATUURLIJK NIET GEANALYSEERD MET DE TOEN NOG ONBEKENDE ODDS RATIO’S CIJFERS OVER KERKELIJK GEMENGD HUWEN UIT KRUIJTS STUDIE OVER VERZUILING IN HET SOCIOLOGISCH JAARBOEK VAN 1957 GEEN ODDS RATIO’S, WEL CIJFERS VOOR AFZONDERLIJKE GEZINDTEN DE CIJFERS UIT MS ZEGGEN NOG MINDER DAN DIE VAN KRUIJT STAPHORST WAS ZO ACHTERLIJK NIET MEER ANALYSES UIT DE OUDE MS: DE ZAAK ANNEKE BEEKMAN EN DE HAARLEMSE HUWELIJKEN ZIJN SYMPTOMATISCH VOOR EEN CONFLICT TUSSEN NORMSYSTEMEN CONFLICT TUSSEN WELKE NORMEN? HET IS GOED DESTIJDS ACTUELE KWESTIES OP EEN ALGEMENE NOEMER TE BRENGEN NEDERLAND WAS EEN VERZUILDE SAMENLEVING IN ZO’N SAMENLEVING LEVEN DE LEDEN VAN DE AFZONDERLIJKE ZUILEN LANGS ELKAAR HEEN (GEEN KERKELIJK GEMENGDE HUWELIJKEN) EN ZORGEN DE LEIDERS VAN DE ZUILEN ERVOOR DAT DE BOEL BIJ ELKAAR WORDT GEHOUDEN DE TWEE GEVALLEN WIJZEN EROP DAT DE LEIDERS VAN ÉÉN ZUIL DE SAMENLEVING OP SCHERP ZETTEN DE TWEE VOORBEELDEN VOOR HET BEGRIP NORMCONFLICT WAREN TEGENVOORBEELDEN BIJ EEN GANGBARE HYPOTHESE HET GING IN DE TWEE VOORBEELDEN OM CONFLICTEN TUSSEN DE NORMEN VAN DE KATHOLIEKE KERK EN DIE VAN DE NEDERLANDSE STAAT IN DE ZAAK ANNNEKE BEEKMAN EN DE ZAAK REBECCA MELJADO WEIGERDEN KATHOLIEKE PLEEGSOUDERS JOODSE ONDERDUIKKINDEREN NA DE TWEEDE WERELDOORLOG AAN DE JOODSE VOOGDIJ AF TE STAAN, HOEWEL DE RECHTER TOT AFSTAAN HAD BEVOLEN DE KINDEREN BLEKEN LATER IN IN EEN BELGISCH KLOOSTER TE ZIJN VERBORGEN, MET KENNIS VAN DE KLOOSTERLEIDING UITGEGEVEN DOOR HET NIK EN HET PIK IN 1954 BIJ DE HAARLEMSE HUWELIJKEN ZEGENDE EEN KATHOLIEK GEESTELIJKE EEN HUWELIJK VAN TWEE KATHOLIEKEN IN, TERWIJL ÉÉN VAN DE BETROKKENEN NOG MET EEN NIET-KATHOLIEK IEMAND GEHUWD WAS KNIPSELS UIT DE NIEUWE ROTTERDAMSCHE COURANT VAN 30 MAART 1955 DE BISSCHOP VAN HAARLEM SCHREEF OOK NOG EENS DE NIET-KATHOLIEKE VROUW AAN VOLGENS DE OUDE MS ZIJN ZOWEL DEZE KERK ALS DIE STAAT SOCIALE SYSTEMEN DAT MAG ZO ZIJN, MAAR HET ENE SYSTEEM HEEFT HET MONOPOLIE OP DE GEWELDSMIDDELEN EN HET ANDERE SYSTEEM NIET DAT MAG MS NIET VERWAARLOZEN DE HERDRUKTE MS ZEGT DAT DE MATERIËLE PRODUCTEN VAN EEN CULTUUR (WU: WAARONDER GEWELDSMIDDELEN) SLECHTS INDIRECT DOOR SOCIOLOGEN WORDEN BESTUDEERD WU: HET AANTONEN VAN DIE INDIRECTHEID WERD VERSTARREND WU: EN WAPENGEKLETTER VERMINDERT HET GEZAG VAN EEN BEZETTER HET BEGRIPPENSTELSEL VAN MS IS MINDER INCONSISTENT DAN DAT VAN BIJVOORBEELD WEBER DE BELANGRIJKSTE PIJLERS ZIJN DE BEGRIPPEN STRUCTUUR EN CULTUUR MAAR HET BEGRIPPENSTELSEL RAMMELT TWEE MAAL: HET BEGRIP GROEPERING WORDT BINNENGESMOKKELD, TERWIJL NOU NET MACROBEGRIPPEN IN INDIVIDUELE TERMEN GEDEFINIEERD MOESTEN WORDEN EN DE DEFINITIE VAN SOCIALE VERANDERING IS MERKWAARDIG OMDAT HET GAAT OM GEVOLGEN VAN DE VERANDERINGEN IN EEN SOCIAAL SYSTEEM VOOR DE STRUCTUUR EN HET FUNCTIONEREN VAN EEN SYSTEEM, MAAR NIET OM GEVOLGEN VOOR DE CULTUUR TERWIJL DE TERM FUNCTIONEREN UIT DE LUCHT VALT BEHALVE WAT IS … VRAGEN ZIJN WAARUIT BESTAAT … VRAGEN MOGELIJK EVENALS ZIJN … BIJZONDERE GEVALLEN VAN WAT ANDERS VRAGEN MENSENMAATSCHAPPIJEN ZIJN EEN BIJZONDER GEVAL VAN POPULATIES DAT ZEGT MS NIET ELKE SAMENLEVING BESTAAT UIT MENSEN DIE MET ELKAAR OMGAAN, WAT LEIDT TOT ÉÉN OF ANDERE CULTUUR EN ÉÉN OF ANDERE STRUCTUUR, EN ELKE CULTUUR BESTAAT UIT BEPAALDE WAARDEN EN BEPAALDE NORMEN DAT ZEGT MS WEL DAARMEE IS HET BEGRIPPENSTELSEL VAN MS EEN KERNUITSPRAAK DIE DE VRAAG WAARUIT SAMENLEVINGEN BESTAAN BEANTWOORDT DE KERNUITSPRAAK BLIJFT ECHTER NAAKT EEN BOEK MET ALLEEN BEGRIPPEN IS ONMOGELIJK OOK ZO’N BOEK ZAL ALTIJD WEL EEN AANTAL PROPOSITIES BEVATTEN VOLGENS LAMMERS 1985 IS DE THEORIE VAN SOCIALE VERANDERING EEN MOOI PROPOSITIESTELSEL EVENALS DE THEORIE VAN INSTITUTIONALISERING MERWAARDIG GENOEG WORDEN HIER VERSCHIJNSELEN UIT HET BEGRIPPENSTELSEL VERKLAARD TERWIJL DAT STELSEL ALS VERKLARING MOEST DIENEN DE VRAAG NAAR SOCIALE VERANDERING IS VAAG OMDAT ALTIJD GEZEGD MOET WORDEN VERANDERING ONDER WELK GEZICHTSPUNT LAMMERS PUNT DAT EEN THEORIE DIE BESTENDIGHEID VERKLAART OOK VERANDERING KAN VERKLAREN IS TERECHT DE AANGEWEZEN OORZAKEN VAN VERANDERING VERSCHUIVEN SLECHTS DE VRAAG: MISLUKTE CULTUUROVERDRACHT SANCTIES DIE KRACHT VERLOREN VERDWENEN COLLECTIEVE RITUELEN HAPERENDE POSITIETOEWIJZING VIJF OORZAKEN VAN INSTUTIONALISERING: FREQUENTIE VAN INTERACTIE COÖRDINATIE VAN INTERACTIE AANWEZIGHEID DRINGEND PROBLEEM GEDEELDE CULTUUR BESCHIKBAARHEID LEIDERS DE FEBRUARISTAKING IN AMSTERDAM IN 1941 MISLUKTE VOLGENS MS GEZIEN DE GEGEVENS VAN SIJES OVER DE GERINGE FREQUENTIE VAN INTERACTIE TUSSEN DE STAKERS DIE WERD WAARSCHIJNLIJK VEROORZAAKT DOOR DE VERWACHTING DAT DE DUITSE BEZETTER REPRESAILLES ZOU UITVOEREN DIE REPRESAILLES WERDEN ECHTER NIET ALLEEN VERWACHT, ZE WERDEN VOLGENS SIJES OOK UITGEVOERD LIJST MET DODEN EN GEWONDEN VAN DE GGD EEN BOEK ZONDER VRAGEN (PROBLEEMSTELLINGEN) IS NET ZO ONMOGELIJK ALS EEN BOEK ZONDER PROPOSITIES MS VERWERPT OP BLZ. 18 SAMENLEVINGEN ALS HET (TEGENWOORDIG GANGBARE) OBJECT VAN DE SOCIOLOGIE ALS DAT ZOU GEBEUREN, WORDT DE TEGENSTELLING TUSSEN INDIVIDU EN MAATSCHAPPIJ AANVAARD, TERWIJL DIE TEGENSTELLING SCHIJN IS MS ZEGT OP BLZ. 198 (VAN DE 368) MET HET BEGRIP SOCIAAL SYSTEEM TOE TE ZIJN AAN HET EIGENLIJKE OBJECT VAN DE SOCIOLOGIE TERWIJL HET BEGRIPPENSTELSEL VAN MS DE INDRUK WEKT DAT HET OBJECT VAN DE SOCIOLOGIE NIET SOCIALE SYSTEMEN ZIJN MAAR GROEPERINGEN BIJ DE LATERE LAMMERS WERDEN ORGANISATIES BELANGRIJKE OBJECTEN VAN SOCIOLOGISCHE UITSPRAKEN EEN OBJECTAFBAKENING IS ECHTER NOG GEEN VOLGROEID PROBLEEM HOOFDVRAGEN OF IETS DERGELIJKS NOEMT MS NIET OP BLZ. 298 WORDT GESTELD DAT HET VERBAZINGWEKKEND IS DAT CHINA TECHNOLOGISCH LANG OP EUROPA VOORLAG, MAAR IN DE 19DE EEUW DOOR EUROPA WAS INGEHAALD DIE VRAAG WORDT ONTLEEND AAN VAN HEEK EN DUIJVENDAK DEZE VRAAG IS ECHTER EEN ONDERDEEL VAN WEBERS RATIONALISERINGSVRAAG WEBERS STUK DAAROVER IS VOLGENS EEN VOETNOOT MAGISTRAAL MAAR NIET WEGENS DE ALGEMENE VRAAG EN HAAR ONDERDELEN, MAAR WEGENS EEN VERONDERSTELDE (VAGE) HYPOTHESE WEBER STELDE IN DE INLEIDING BIJ DE RELIGIONSSOZIOLOGIE DE VRAAG NAAR DE MATE WAARIN ZICH IN SAMENLEVINGEN OP MEERDERE TERREINEN RATIONALISERINGSPROCESSEN HEBBEN VOLTROKKEN DE DEELVRAGEN HADDEN BETREKKING OP 1. OPKOMST VAN DE WETENSCHAP 2. VOORUITGANG IN DE TECHNIEK 3. BOUWKUNST DIE GROTERE RUIMTEN OVERSPANT 4. SCHILDERKUNST DIE WERKELIJKHEIDSGETROUWER WORDT 5. OVERGANG VAN EEN PATRIMONIALE NAAR EEN BUREAUCRATISCHE STAAT 6. OVERGANG NAAR EEN KAPITALISTISCHE ECONOMIE (7. AFNAME VAN MAGISCHE HEILSMIDDELEN BIJ GODSDIENSTEN) ER IS GEEN RECHTSTREEKSE LIJN VAN WEBERS BUREAUCRATISCHE STAAT NAAR LAMMERS’ ORGANISATIES ER IS EEN LIJN VAN WEBER NAAR FORMAL ORGANIZATIONS VAN BLAU & SCOTT EN EEN LIJN VAN DAAR NAAR LAMMERS MAAR WEINIG ANDERE KLASSIEKE SOCIOLOGEN STELDEN VRAGEN DIE ZE UITDRUKKELIJK IN DEELVRAGEN UITEENLEGDEN ENGELS EN MARX DEDEN DAT NIET MET HET ONGELIJKHEIDSPROBLEEM DAARVOOR MOET EEN LEZER TERUG NAAR FERGUSON EN MILLAR DURKHEIM STIERF TE VROEG OM DE CONCRETE VRAGEN VAN ZIJN BOEKEN ALS ONDERDELEN VAN DE COHESIEVRAAG TE PRESENTEREN MAAR ZE GAAN OVER ECONOMISCHE BANDEN TUSSEN SAMENLEVINGSLEDEN HET DOORSNIJDEN VAN ALLE MOGELIJKE BANDEN GODSDIENSTIGE BANDEN DOOR GEZAMENLIJKE RITEN FAMILIEBANDEN THURLINGS’ LEERBOEK UIT 1977 DAT ZEGT DAT DE SOCIOLOGIE DRIE HOOFDVRAGEN HEEFT IN 1980 LEGDE THURLINGS HET VERDELINGSVRAAGSTUK UITEEN IN HET ONGELIJKHEIDSVRAAGSTUK EN HET MOBILITEITSVRAAGSTUK LAEYENDECKERS LEERBOEK UIT 1980 DAT DE NAMEN VAN DE DRIE HOOFDVRAGEN VAN DE SOCIOLOGIE IN DE TITEL OPNEEMT VAN DOORN & LAMMERS’ MS UIT 1959 HAD EEN GROTE BROER: PENS MODERNE ECONOMIE UIT 1958 DE ONDERTITEL VAN MODERNE ECONOMIE BEVAT DRIE VRAGEN: WAT BEPAALT HET NATIONALE INKOMEN DE WELVAART EN DE WERKGELEGENHEID? HET IDEE VAN VRAGEN WAS ER DUS WEL BIJ DE GROTE BROER MODERNE ECONOMIE BEHANDELDE ZELFS DRIE VRAGEN VAN DOORN & LAMMERS HADDEN EEN VROEGE HERDRUK VAN MODERNE SOCIOLOGIE ALS ONDERTITEL KUNNEN GEVEN: WAT BEPAALT HET GEBOORTENIVEAU (VAN HEEK 1954) DE ONTZUILING (J.P. KRUIJT 1957) DE ZELFDODING (C.S. KRUIJT 1960) EN DE SOCIALE STIJGING (VAN TULDER 1962) ? MODERNE ECONOMIE DEFINIEERT GEEN BEGRIPPEN MAAR ZET TWEE THEORIEËN TEGEN ELKAAR AF: DE PRODUCTIECAPACITEIT BEPAALT HET NATIONALE INKOMEN EN DE AFZET BEPAALT HET NATIONALE INKOMEN OP TENTAMEN OVER DIT BOEK MOEST IK UITREKENEN MET HOEVEEL DE WERKGELEGENHIED ZOU TOENEMEN ALS DE OVERHEIDSINVESTERINGEN MET EEN BEPAALD BEDRAG ZOUDEN TOENEMEN PENS VRAGEN UIT MODERNE ECONOMIE ZIJN EEN ONDERDEEL VAN WEBERS RATIONALISERINGSVRAAG PEN SCHREEF OOK EEN BOEK OVER EEN ONDERDEEL VAN HET COHESIEPROBLEEM IN DE SOCIOLOGIE: HARMONIE EN CONFLICT UIT 1962 PEN SCHREEF OOK NOG EENS EEN BOEK OVER EEN ONDERDEEL VAN HET ONGELIJKHEIDSPROBLEEM IN DE SOCIOLOGIE: INCOME DISTRIBUTION UIT 1971 PEN ALS EEN MODERNER SOCIOLOOG DAN VAN DOORN EN LAMMERS! ÉÉN MAAL LAMMERS’ ORGANISATIESOCIOLOGIE ‘FORMAL ORGANIZATIONS’ UIT 1967 ‘STRIKES AND MUTINIES’ UIT 1969 ‘STUDENT UNIONISM’ UIT 1971 ‘FACULTY RESPONSE’ UIT 1974 DE NIEUWE KERNUITSPRAAK VOLGENS ‘FORMAL ORGANIZATIONS’: ELKE ORGANISATIE BESTAAT UIT MINSTENS TWEE GELEDINGEN MET TEGENGESTELDE BELANGEN DIT LEIDT TOT STRIJD GEDEELTELIJKE INVULLING: DE GELEDINGEN ZIJN DE FORMELE LEIDERS EN DE LEDEN WAARBIJ DE BESLISSINGSMACHT EN HET INKOMEN VAN DE LEIDERS HOGER ZIJN DAN DE BESLISSINGSMACHT EN HET INKOMEN VAN DE LEDEN DEZE STRIJD VERMINDERT DE DOELTREFFENDHEID EN DOELMATIGHEID VAN ORGANISATIES DEZE FIGUUR VERBEELDT DE HYPOTHESE DAT MINDER ONEVENWICHTIGE MACHTSVERHOUDINGEN TUSSEN DE LEIDERS EN LEDEN VAN EEN ORGANISATIE LANGS TWEE WEGEN DE DOELTREFFENDHEID EN DOELMATIGHEID VAN ORGANISATIES VERHOOGT MACHT IS GEEN NUL-SOM SPEL LAMMERS BEROEPT ZICH HIER OP DE ECONOMEN GALBRAITH EN PEN DE HAMVRAAG VAN DE ORGANISATIESOCIOLOGIE IS DE VRAAG NAAR DE DOELTREFFENDHEID EN DOELMATIGHEID VAN ORGANISATIES ‘STRIKES AND MUTINIES’: STAKINGEN ZIJN EEN VORM VAN STRIJD BINNEN BEDRIJFSORGANISATIES MUITERIJEN ZIJN EEN VORM VAN STRIJD OP MARINESCHEPEN, ANDERE ORGANISATIES ZIJN DE FACTOREN DIE DE UITKOMST VAN STAKINGEN VERKLAREN DEZELFDE ALS DE FACTOREN DIE DE UITKOMST VAN MUITERIJEN VERKLAREN? DEZE BIJVRAAG VAN DE ORGANISATIESOCIOLOGIE GAAT OVER DE WERKOMSTANDIGHEDEN VAN ÉÉN GELEDING VAN EEN ORGANISATIE UNIVERSITEITEN ZIJN ORGANISATIES ‘STUDENT UNIONISM’ VRAAG: WELKE FACTOREN BEPALEN BIJ UNIVERSITAIRE VERKIEZINGEN HET STEMMEN VAN STUDENTEN OP PARTIJEN DIE DE LEIDING VAN DE UNIVERSITEIT MACHT AF WILLEN NEMEN? ‘FACULTY RESPONSE’ VRAAG: WELKE FACTOREN BEPALEN BIJ UNIVERSITAIRE VERKIEZINGEN HET STEMMEN VAN STAFLEDEN OP PARTIJEN DIE DE LEIDING VAN DE UNIVERSITEIT MACHT AF WILLEN NEMEN? BEIDE BIJVRAGEN VAN DE ORGANISATIESOCIOLOGIE HANDELEN OVER DE HEVIGHEID VAN STRIJD TUSSEN DE GELEDINGEN VAN ORGANISATIES ANDER MAAL LAMMERS’ ORGANISATIESOCIOLOGIE ‘MACHT EN GEZAG’ UIT 1990 ‘COLLABOREREN OP NIVEAU’ UIT 1994 ‘COLLABORATIE EN VERZET IN DUITSE EN JAPANSE INTERNERINGSKAMPEN’ UIT 1997 ‘NEDERLAND ALS BEZETTENDE MOGENDHEID’ UIT 2003 ‘DE VS ALS BEZETTENDE MOGENDHEID’ UIT 2007 GEBUNDELD IN VREEMDE OVERHEERSING UIT 2005 OP HET KAFT STAAN TWEE VREEMDE OVERHEERSINGEN! NET ALS BEDRIJVEN, SCHEPEN EN UNIVERSITEITEN ZIJN STATEN BIJZONDERE GEVALLEN VAN ORGANISATIES ALS EEN STAAT MET GEWELD EEN ANDERE STAAT BEZET IS DAT EEN INTERORGANISATIONELE BETREKKING MAAR DAT IS ALLEEN NOG SPELEN MET DE OBJECTAFBAKENING LAMMERS STELT OPNIEUW ‘WAARVAN IS … EEN BIJZONDER GEVAL VRAAG’ DE EERSTE KEER BEANTWOORDDE LAMMERS’ ORGANISATIESOCIOLOGIE DRIE SOORTEN VRAGEN: VRAGEN OVER DE DOELTREFFENDHEID EN DE DOELMATIGHEID VRAGEN OVER DE UITKOMST VAN STRIJD VRAGEN OVER DE HEVIGHEID VAN STRIJD DE TWEEDE KEER BEANTWOORDT LAMMERS’ ORGANISATIESOCIOLOGIE WEER DRIE SOORTEN VRAGEN: VRAGEN OVER DE DOELTREFFENDHEID EN DE DOELMATIGHEID VAN BEZETTINGEN VRAGEN OVER DE DRAAGBAARHEID VAN BEZETTINGEN VOOR DE INWONERS VAN EEN BEZET LAND VRAGEN OVER VERZET IN KAMPEN DOELTREFFENDHEID: ‘MACHT EN GEZAG’ DOELMATIGHEID (NETTOBATEN): ‘COLLABOREREN OP NIVEAU’ LEEFBAARHEID: ‘COLLABOREREN OP NIVEAU’ VERZET: ‘INTERNERINGSKAMPEN’ WAAROP KOMEN GEZIEN ALLERLEI INDIVIDUALISTISCHE HYPOTHESEN DE BEZETTINGSSTIJLEN UIT ‘NEDERLAND ALS BEZETTENDE MOGENHEID’ EN ‘DE VS ALS BEZETTENDE MOGENDHEID’ OP NEER? EEN BEPAALDE COMBINATIE VAN BIJ EEN BEZETTING NAGESTREEFDE DOELEN EN BIJ EEN BEZETTING INGEZETTE MIDDELEN NOEMT LAMMERS, ALS DIE COMBINATIE IN DE TIJD BETREKKELIJK ONVERANDERLIJK IS, EEN BEZETTINGSSTIJL EFFECTIVITEIT EN EFFICIËNTIE VAN ORGANISATIES ARBEIDSPRODUKTIVITEIT VAN BEDRIJFSAFDELINGEN ZIEKTEVERZUIM VAN BEDRIJVEN HET HOOFDDEEL VAN LAMMERS’ EERDERE WAAIER VAN ORGANISATIEVRAGEN EFFECTIVITEIT EN EFFICIËNTIE VAN ORGANISATIES VERWEZENLIJKING DOELEN DUITSE BEZETTER IN NEDERLAND NETTOBATEN VAN DE BEZETTING VAN NEDERLAND VOOR DUITSLAND HET HOOFDDEEL VAN LAMMERS’ LATERE WAAIER VAN ORGANISATIEVRAGEN STRIJD TUSSEN GELEDINGEN VAN ORGANISATIES STAKINGEN VAN BEDRIJFSPERSONEEL MUITERIJ OP MARINESCHEPEN POLITIEKE STRIJDBAARHEID VAN STUDENTEN OP UNIVERSITEITEN HET ENE BIJDEEL VAN LAMMERS’ EERDERE WAAIER VAN ORGANISATIEVRAGEN POLITIEKE STRIJDBAARHEID VAN STAFLEDEN OP UNIVERSITEITEN STRIJD TUSSEN GELEDINGEN VAN ORGANISATIES DE FEBRUARISTAKING IN AMSTERDAM DE OPSTAND IN SOBIBOR HET ENE BIJDEEL VAN LAMMERS’ LATERE WAAIER VAN ORGANISATIEVRAGEN VERZET IN DE JAPPENKAMPEN ONGELIJKHEDEN TUSSEN DE MEER EN MINDER MACHTIGE GELEDINGEN VAN ORGANISATIES INKOMENSVERSCHILLEN TUSSEN DE GELEDINGEN VAN ORGANISATIES VERSCHILLEN IN WERKOMSTANDHEDEN TUSSEN DE GELEDINGEN VAN ORGANISATIES VERSCHILLEN IN LEEFOMSTANDIGHEDEN TUSSEN DE GELEDINGEN VAN ORGANISATIES ?? WELKE ORGANISATIE ?? ?? WELKE ORGANISATIE ?? ?? WELKE ORGANISATIE ?? HET ANDERE BIJDEEL VAN LAMMERS’ EERDERE WAAIER VAN ORGANISATIEVRAGEN ONGELIJKHEDEN TUSSEN DE MEER EN MINDER MACHTIGE GELEDINGEN VAN ORGANISATIES LEEFBAARHEID VAN NEDERLANDERS ONDER DE DUITSE BEZETTING LEEFBAARHEID VAN INDONESIËRS ONDER DE JAPANSE BEZETTING HET ANDERE BIJDEEL VAN LAMMERS’ LATERE WAAIER VAN ORGANISATIEVRAGEN OVERLEVINGSKANSEN VAN NEDERLANDERS IN JAPPENKAMPEN