Sociologie

advertisement
Sociologie - H. Brutsaert
Vakgroep Sociologie - Universiteit Gent
Inhoudstafel
Woord vooraf
11
DEEL I
Algemene inleiding
12
HOOFDSTUK 1
De Sociologie omschreven
1. Inleidende begripsbepaling
2. De analyse van de definitie
2.1. Sociale Interactie
2.2. Contextuele Factoren
2.3. Sociologische verklaring van het gedrag
13
13
17
17
19
20
HOOFDSTUK 2
De Zusterdisciplines (hoofdlijnen kennen)
1. Sociobiologie
2. Psychologie
3. Sociale Psychologie
4. Cultuur-Antropologie
24
24
26
27
28
HOOFDSTUK 3
De Sociologie als Wetenschap
1. Eigenschappen van de wetenschap
1.1 Objectiviteit
1.2. Streven naar veralgemeningen
1.3. Verband tussen Theorie en Methodologie
1.4. Globaal Verklaringsmodel
30
31
31
34
36
37
HOOFDSTUK 4
De Oorsprong van de Sociologie
1. Voorgeschiedenis
1.1. Klassieke Oudheid: Plato en Aristoteles (niet kennen)
1.2. Middeleeuwen: Ibn Kaldoen (1332-1406) (grote lijnen kennen)
1.3. 17e en 18e eeuw: De Verlichting
2. SOCIOLOGIE ALS ZELFSTANDIGE DISCIPLINE
2.1. 19e eeuw: Maatschappelijk kader
2.2. Grondleggers van de Sociologie
39
39
40
41
43
45
45
47
DEEL II
SOCIOLOGIE: De verschillende gezichten van de hedendaagse sociologie
59
1
HOOFDSTUK 1
Richtingen naar de inhoud
61
1. STRUCTURALISME
61
1.1 Oorsprong: Emile DURKHEIM (1858-1917)
61
1.2. Basisveronderstellingen
64
1.3. Illustratie: O.R. Galle, W.R. Gove en J.M. McPherson, Population density and
pathology: what are the relations for man? 1972.
66
2. SOCIOLOGIE VAN HET SOCIAAL HANDELEN
67
2.1. Grondleggers: Max WEBER (1864-1920)
67
2.2. Algemene kenmerken
72
2.3. Illustratie: G.A. Hillery, Jr. The monastery. A study in freedom, love and
community, 1992.
74
3. SYMBOLISCH INTERACTIONISME
76
3.1. Oorsprong: Universiteit van Chicago
76
3.2. Basisveronderstellingen
78
3.3. Illustratie: R. Rosenthal en L. Jacobson, Pygmalion in the Classroom, 1968 80
4. INTERACTIONELE RICHTING
82
4.1. Oorsprong: Georg SIMMEL (1858-1918)
82
4.2. Algemene kenmerken
84
4.3. Illustratie: P. Bonacich, O. Grusky en M. Peyrot, Family coalitions: a new
approach and method. 1985
85
HOOFDSTUK 2
Methodologische richtingen
88
1. FUNCTIONALISME
88
1.1. Oorsprong: Britse Cultuur-Antropologie
88
1.2. Basisveronderstellingen
90
1.3. Illustratie: G. MArwell, Why ascription? Parts of a more or less formal theory of
the functions and dysfunctions of sex roles, 1975.
93
2. VERSTEHENDE SOCIOLOGIE
95
2.1. Oorsprong en Algemene Kenmerken
95
2.2. Illustratie: Howard S. Becker, Becoming a marihuana user, 1963
96
3. POSITIVISME
97
3.1. Oorsprong
98
3.2. Algemene kenmerken
99
3.3. Illustratie: R. Kessler en J. McRae, The effect of wives’ employment on the
mental health of married men and women, 1982.
100
ALGEMEEN BESLUIT
103
DEEL III
Maatschappelijke organisatie
104
HOOFDSTUK 1
EVOLUTIONAIRE SCHETS
1. De oorsprong van het gezin: hypothetische redenering
2. Niveaus van maatschappelijke organisatie
2.1. Horde
2.2. Stam
106
106
108
108
109
2
2.3. Stam met opperste gezag
2.4. Staat
2.5. Besluit
110
111
112
HOOFDSTUK 2
CULTUUR
1. CULTUUR: specifieke eigenschap van de mens
2. Componenten van cultuur
2.1. Normen
2.2. Waarden
2.3. Ideeën en denkbeelden
2.4. Materiële cultuur
3. Cultureel relativisme
113
113
116
116
118
119
119
120
HOOFDSTUK 3
SOCIALE STRUCTUUR
1. Aard van de sociale structuur en de deelcomponenten
121
122
HOOFDSTUK 4
INSTITUTIONALISERINGPROCES
1. Omschrijving van het begrip INSTITUTIE
2. Verloop van het institutionaliseringproces
125
126
127
HOOFDSTUK 5
SOCIALISERING
1. Ontwikkeling van de sociale identiteit
1.1. Betekenis en rol van communicatie
1.2. Ontwikkeling van de Identiteit
2. Gezin als primaire socialiseringsbewerker
3. Samenhang tussen gezin en school
4. Rolsocialisatie
5. Referentiegroeptheorie
129
130
131
133
135
137
142
144
DEEL IV
Enkele DEELGEBIEDEN uit de Sociologie
147
HOOFDSTUK 1
SOCIALE STRATIFICATIE
1. Begrip Sociale stratificatie
2. Verklaring van sociale stratificatie
2.1. Klassenconflict Model
2.2. Functionalistische Theorie
3. Vormen van sociale stratificatie
3.1. Kastenstelsel
3.2. Standensysteem
3.3. Klassensysteem
4. Geslachtsstratificatie
4.1. Conflict Theorie van Collins
4.2. Economische Theorie van Blumberg
5. Sociale mobiliteit (niet kennen)
148
149
150
151
151
153
153
154
155
162
163
166
168
3
5.1. Mate van beroepsmobiliteit
5.2. Determinanten
5.3. Gevolgen
169
171
174
HOOFDSTUK 2
Godsdienst
1. Omschrijving
2. verklaringen omtrent de oorsprong
2.1. animisme
2.2. Durkheims bijdrage
2.3. Relatie godsdienst-maatschappij: een empirische test
3. Functionalistische benaderingen
176
177
178
178
179
183
185
HOOFDSTUK 3
Afwijkend gedrag
1. Gevolgen van afwijkend gedrag
1.1. Disfunctionele gevolgen
1.2. Functionele gevolgen
2. Theorieën ter verklaring van afwijkend gedrag
2.1. Anomietheorie: Bijdrage van Durkheim
2.2. Anomietheorie: Bijdrage van Merton
2.3. Differentiële associatietheorie
2.4. Delinquente subcultuurtheorie
2.5. Sociale controletheorie
188
190
190
190
192
192
193
194
197
200
HOOFDSTUK 4
Sociale verandering
1. Theorieën van sociale verandering
1.1. Technologische theorie
1.2. Culturele Diffusietheorie
1.3. Cyclische Theorie
1.4. Theorie van Sociale Hervormingsbeweging
205
206
206
208
209
213
LITERATUUROVERZICHT
217
4
Download