Sociologie

advertisement
Sociologie
Academiejaar 2004-2005
Contactinformatie
Onderwijsassistenten:
– Mieke Denuwelaere:
[email protected]
– Kevin Bruynooghe:
[email protected]
Vakgroep Sociologie: Korte Meer 5
http://www.psw.ugent.be/socio/
Handboek en bijkomende informatie
Brutsaert, H. & P. Bracke (2005), Sociologie, Academia Press
Powerpointpresentaties en bijkomend cursusmateriaal: zie
Minerva leeromgeving
Lesschema – 2de semester
18 februari 2005
Inleiding + de sociologie omschreven + wetenschappelijkheid
25 februari 2005
Niveaus van maatschappelijke organisatie + cultuur, structuur +
institutionalisering
4 maart 2005
Socialisatie
11 maart 2005
Socialisatie + Sociale stratificatie
18 maart 2005
Dies Natalis
25 maart 2005
Sociale stratificatie + geslachtsstratificatie
1 april 2005
Paasvakantie
8 april 2005
Paasvakantie
15 april 2005
Comte en Spencer (kort) + Structuralisme + Sociaal handelen
22 april 2005
Interactionele richting + Symbolisch Interactionisme
29 april 2005
Functionalisme + Verstehende + Positivisme
6 mei 2005
Hemelvaart + brugdag
13 mei 2005
Afwijkend gedrag
20 mei 2005
Godsdienst + Sociale verandering
Algemene omschrijving van de sociologie
1.
Sociologie is geen sociografie:
sociologie is een wetenschap
begaan met het formuleren en
empirisch testen van theorieën
gericht op de uitbreiding van
kennis
2.
Een sociologisch probleem moet
onderscheiden worden van een
sociaal probleem.
3.
Sociologen zijn geen sociale
hervormers.
Algemene omschrijving van de sociologie
Sociologie omvat de systematische studie van:
(a) de interactie tussen personen en/of sociale eenheden,
(b) de omgevingsfactoren die deze interactie bepalen en die deze
interactie organiseren in vaste patronen, en
(c) de gevolgen van de sociale organisatie van de interactie voor het
menselijk gedrag.
Waarom stelt de sociologie interactie centraal?
1. Vertrekpunt: de eenheid van analyse in de gedragswetenschappen is niet
het individu, maar zijn gedrag
Gedrag = elke reactie van een individu: lichamelijke bewegingen, verbale uitingen,
subjectieve gewaarwordingen
2. Gedrag is niet chaotisch of toevallig, maar georganiseerd: betekenisvol
(herkenbaar) en voorspelbaar
3. Welk organiserend principe/mechanisme gaat achter het gedrag/het
handelen schuil?
– Psychologie: intrapersoonlijke processen of persoonlijkheidskenmerken
– Sociologie: gedrag is georganiseerd rondom interactie of samenhandelen
Het handelen is voorspelbaar en herkenbaar
omdat de interactieprocessen waarvan het de
weerspiegeling is, sociaal georganiseerd zijn.
Voorbeeld: agressiviteit
Individualistische verklaringen: er zijn min of meer
agressieve individuen, ten gevolge van genetische
en hormonale verschillen, verschillen in socialisatie,
frustratiedrempel, enz.
Sociologische (sociaal relationele) verklaringen:
agressiviteit is een karakteristiek van een sociale
relatie gekenmerkt door een belangentegenstelling,
m.n. één van de manieren waarop
belangenconflicten opgelost worden
Bron: de Waal,F.B.M. (2000): Primates - A Natural Heritage of
Conflict Resolution. Science, 289:586-590.
Sociale interactie
= “een proces van wederzijdse beïnvloeding tussen personen en/of sociale
eenheden door middel van handelingen die een symbolische betekenis
hebben”.
Vormen van sociale interactie:
1. Uitwisseling of ruil.
2. Samenwerking.
3. Conflict.
4. Conformiteit.
5. Machtsuitoefening
Uitwisseling of ruil
= wanneer de interactie steunt op
wederzijdse kost en profijt
Ka
Kb
Ba
Bb
=
=
=
=
(gepercipieerde)
(gepercipieerde)
(gepercipieerde)
(gepercipieerde)
Kosten voor actor A
Kosten voor actor B
Baten voor actor A
Baten voor actor B
Interactie grijpt plaats wanneer de
kosten/baten verhoudingen als billijk
ervaren worden
De ratio van de ervaren kosten en
baten is functie van de status- en
gezagspositie van de interagerende
partijen.
Zie later: interactionele richting
A
Ka/Ba = Kb/Bb
100
25
B
100
10
100
45
100
25
100
10
Samenwerking
= gezamenlijk handelen van
twee of meer personen of
sociale eenheden gericht op
de verwezenlijking van een
gemeenschappelijk doel
samenwerking sluit geen
competitie uit
Competitie = vorm van
samenwerking die leidt tot
maximale relatieve baten
voor de betrokken partijen,
d.w.z. tot een rangschikking.
Conflict
= Interactie tussen
partijen met doelstellingen
die tegengesteld zijn aan
elkaar
Conflicten hebben altijd
betrekking op de
verwerving van of de
controle over schaarse
en gewaardeerde
middelen
Conformiteit
“deze aspecten van de
interactie die betrekking
hebben op het voldoen aan
de normatieve
verwachtingen omtrent
elkaars gedrag”
Doet de interactie vlotter
verlopen,
(Bijvoorbeeld: ritueel
gedrag)
Machtsuitoefening
Beïnvloeding van het
gedrag van de ene actor
overeenkomstig de
doelstellingen van de
andere actor
Doel A
A
B
Soorten omgevingsfactoren
1. Sociologische factoren
–
–
Normatief-culturele factoren
Sociaal-structurele factoren
Figuur 1 – De regionale invloed en de medischpsychiatrische oriëntatie van zorgvoorzieningen
in regio Brugge (Bracke, 2001)
2. Demografische factoren
–
Bevolkingssamenstelling en
samenstellende delen van de
bevolkingsgroei
Soorten omgevingsfactoren
3. Ecologische factoren
–
De aanpassing van mens en
gemeenschap aan de natuurlijke
omgeving
bvb. Ontstaan van het Westers
kapitalisme, de politieke fragmentatie
en de geografie van Europa
4. Materiële en technologische
factoren.
–
De elementen die worden
aangewend ter beheersing van de
omgeving
bvb. Ontstaan van sociale stratificatie
in landbouwsamenlevingen en de
technologie van ploeg en irrigatie
Omgeving
Sociale
interactie
Gedrag
CONTEXT
Ongelijke spreiding van
schaarse en gewaardeerde
middelen
Actor A > actor B
Gender ideologie
Waarde man = competentie
Waarde vrouw = fysieke
aantrekkelijkheid
SOCIALE RELATIE
Machtsuitoefening van A op
B gebruik makend van
schaarse en gewaardeerde
middelen
Conformiteit in
heterosexuele relaties of
gendering (wederzijdse
interactie die genderidentiteit
bevestigt)
GEDRAG
A dominant gedrag
B ondergeschikt gedrag
♀ = kiezen geen mannelijke
vakken, zoals wiskunde,
statistiek en natuurkunde
♂ = kiezen geen zorgende
beroepen
Alle gedrag kan onderwerp van sociologisch onderzoek
zijn!
Sociologische verklaringen niet beperkt tot de studie van
het gedrag van de mens
Sociaal relationele verklaring
van agressiviteit bij
chimpansees
(de Waal, 2000)
Bron: de Waal,F.B.M. (2000): Primates - A Natural
Heritage of Conflict Resolution. Science, 289:586590.
Download