SOCIOLOGIE` EN SOCIALE GESCHIEDENIS

advertisement
SOCIOLOGIE' EN SOCIALE GESCHIEDENIS
dr. F.L. van Holthoon
Enkele bladzijden Groniek is
Lammers (Moderne Sociologie p. 24):'de
kort om over een onderwerp als in de
sociologie •• is de wetenschap van de
titel genoemd te schrijven. Ik beperk
enigzins stabiele structuren en processen van sociale aard'. De definitie is
me daarcm tot enkele practische opmerkingen in telegram-stijl.
bruikbaar, maar rijkelijk vaag. Wat
1. Wat is sociologie? Ik moet op aeze
valt er zoal onder? Op de eerste plaats
komt de 'studie van sociale posities
loodzware vraag ingaan, want het antin de samenleving. Dan bestudeert deze
woord ligt niet voor de hand. Grofweg
sociologie socialiseringsverschijnselen
verdeeld zijn er twee stromingen met
twee uiteenlopende antwoorden op deze
rolgedrag, instituties etc •• , een bonte
.mengeling van thema's, die in de handen
vraag.
van de 'burgerlijke' sociologen echter
a. Je hebt mensen die een zeer ruim
dit gemeen hebben, dat specifieke theowerkterrein voor de sociologie kiezen
Sociologie is volgens hen de wetenschap
retische inzichten worden gebruikt om
van het sociale en dat omvat zowat alles
specifieke aspecten van menselijke
wat mensen doen en laten. De wetenschap
interacties te verklaren. Al deze deelmensen in deze stroming zijn een zeer
theorieën worden besproken en gesystemagemêleerd gezelschap. Gewoonlijk richten
tiseerd in de algemene sociologie, waarzij hun aandacht op veranderingsprocesbij men zich overigens niet te veel
sen en combineren ze een brede histoillusie s moet maken over het vermogen
riserende kijk met het hanteren van
der sociologen om tot algemene theorieën
schema's van verandering. Het is duidete komen. Stelt men deze stroming tegenlijk, dat de.marxisten in dit gezelschap
over de eerste genoemde dan kan men
thuisheren. Soms gebruiken ze sociologie
zeggen, dat de 'burgerlijke' sociologen
en sociale wetenschappen door elkaar,
het maatschappelijk bestel van binnendaarmee aangevend dat ze niet zo'n beuit bestuderen.
hoefte hebben aan een onderverdeling
Dit laatste heeft deze socio.
van de sociale wetenschappen in econologie de reputatie bezorgd,' dat zij in
mie, sociale psychologie, politicologie,
hun wetenschapsbeoefening verdedigers
sociologie en wat dies meer zij. Van
zijn van de maatschappelijke status quo,
hun standpunt is dat begrijpelijk, omdat
kortom dat ze 'burgerlijke' sociologen
.ze geïnteresseerd zijn in de vraag hoe
zijn. Ik laat deze politieke discussie
krachten uit de productiesfeer inwerken
voor wat hij is. Belangrijker in het
verband van deze aantekeningen is het
op het maatschappelijk bestel. Ze bezien
verwijt, dar hun benadering erg statisch
dat bestel vanuit een 'archimedisch'
is karakter is. Dit verwijt is niet
punt buiten dit bestel.
helemaal onterecht, maar het heet het
b. In de sociologie opleidingen zoals
kind met het badwater weggooien, als we
die in Nederland na de tweede wereldom die reden als historici deze sociolooorlog tot ontwikkeling zijn gekomen
gie zouden afwijzen. Wie Max Weber's
hanteert men een nauwer omschreven.defiWirtschaft und Gesellschaft leest kan
nitie van wat sociologie is en wat sozien, dat Weber zijn sociologisch beciologen doen. Zij heten in de wandeling
grippenkader opbouwt door gebruik te
ook wel 'burgerlijke'sociologen. Twee
maken van een combinatie van een dynapunten zijn bij de definitie van hun
mische en een statische analyse. En heel
wetenschapsbegrip in het geding. Ten
.
wat sociologen hebben zijn voorbeeld
eerste de
invalshoek die men kiest
gevolgd. Ik zou willen stellen, dat een
en ten tweede het veld van onderzoek.
De nauwere omschrijving van het 'sociale' theorie van veranderingen eerst een
Bociologisch theorie van verandering
ontstaat door de wisselwerking tussen
wordt, wanneer deze rekening houdt met
theoretische inzichten en objecten van
een maatschappelijk bestel,.dat gebononderzoek. Een bruikbare definitie van
den is aan plaats en tijd.
sociologie in deze nauwer omschreven
2. Wat is sociale geschiedenis? Wie
betekenis vinden we in van Doorn en
-20-
sociale geschieden~s wil beoefenen moet
is, dat groepen en personen binnen die
dus een keuze doen. Hij moet voor zich
sociale orde slechts in verhouding tot
uitmaken wat hij onder het 'sociale'
elkaar zinvol bestudeerd kunnen worden.
wil verstaan. Ik kies dan voor de so./,
Ik zou aan de hand van de
ciologie in een meer nauwe omschrijstudie der sociale denkbeelden hetving. Daa~mee wil ik de meer brede hisze~fde verhaal kunnen houden, en de
toriserende benadering niet zonder
slotsom komt dan op hetzelfde neer: van
meer verwerpen. We zijn aan die benade studie der sociale orde, mits systedering gewend en hebben er ook een
matisch bedreven, gaat een zekere verterm voor: geschiedfilosofie. Vele
klarende, zo men wil verhelderende
historici hebben zich tegen de geschiedwerking uit op de studie der sociale
filosofie te weer gesteld (Ranke:'blosG
derikbeelden. Wat begrippen als sociale
sage.n wie es eigentlich gewesen'),
orde, of maatschappelijk beste~, of
maar de geschiedfilosofie heeft ons
sociale structuur inhouden, is ook
historici zeker nuttige inzichten opweer niet zo makkelijk te zeggen. Het
geleverd. Vraag is echter of we om het
zijn van die begrippen, die we met een
vaag gebaar uiten als willen we aan~
contact met de geschiedfilosofie te
geven: we zouden deze woorden nader
onderhouden, een term als sociale geschiedenis nodig hebben. Ik geloof
kunnen'definieeren als men er op staat.
van niet. Als we deze term serieus
We doen dit echter nooit. Ik reken er
nemen dan moeten we in de geschiedkunhet volgende onder: het institutionele
dige benadering die deze term suggereert
kader, de cultuurpatronen van een samenaansluiting zoeken bij de sociologische
leving en de differentiatie van mensen
vraagstellingen en technieken.
naar groepen binnen die samenleving.
Waarom zouden we overigens
De sociale orde vormt het web, waarin
die aansluiting zoeken? Die vraag is
de mensen in de uitoefening van huh
helemaal niet zo makkelijk te beantdagelijkse praktijk bevangen zijn. En
woorden. Het is - om maar eens wat te
mijn antwoord op de vraag naar wat
noemen - niet duidelijk wat onder een
sociale geschiedenis is luidt dan ook:
sociologische theorie verstaan moet
sociale geschiedenis houdt zich primair
worden. Laat ik me niet in wespennesten
bezig met de studie van de routine van
steken en me. bepalen tot de praktijk
het dagelijkse leven. Ik hoop dat duivan ons vak. De studie van de sociale
delijk geworden is, dat dit antwoord
bewegingen hoort traditioneel tot <ie
impliceert, dat de sociaal historicus
sociale geschiedenis. Deze studie werkt
yoor de uitwerking van' zijn probleemmet begrippen als 'arbeidersklasse',
stellingen contact zoekt met de socio
'bourgeoisie', 'middenstand' en middenlogie-in de meer specifieke betekenis.
klasse' en verwijst daarmee naar mee
zoals ik die omschreef in definitie Ib.
impliciete vooronderstellingen over
Wat zijn de mogelijkheden bij een derde sociale orde en het gedrag van mengelijke taakopdracht? Laat ik beginnein
sen binnen die sociale orde. Welnu,
met te waarschuwen tegen een misverstand,
sociologische theori~ën ( misschien
Het gaat er mij niet om een meer wetenkunnen we beter zeggen sociologische
schappelijke benadering te propageren.
analyse.s) kunnen ons helpen deze voorEvenmin waag ik vol te houden, dat we
onderstellingen expliciet te maken en
met die benadering een 'diepere', een
te gebruiken in ons historisch handwerk,
meer ware' werkelijkheid in onze greep
Veel in de studie van sociale bewegingen
krijgen dan in andere taken van de
komt neer op het gebruikelijke werk
·geschiedenisstudie. De behoefte aan
van het verzamelen van gegevens over
theorieën en analytische oefeningen ontpersonen, maatschappelijke instellingen,
staat omdat zonder deze de taakopdracht
sociale wetgeving·en politieke besluiniet bevredigend kan worden uitgevoerd
ten, maar op een gegeven moment onten het doel van het uitvoeren van deze
moet men in deze studie een barrière,
taakopdracht is niet zo zeer een verdie men niet doorbreken kan zonder het
dieping als wel een verbreding van onze
gebruik van expliciet ge.maakte voorhistorische kennis. Om de zojuist geonderstellingen over de sociale orde.
stelde vraag nu te beantwoorden zou
Wat ons de sociologie daarbij kan leren
men kunnen verwijzen naar alle studies
"
-21-
die al gedaan zlJn, Dat zou een boek
worden en daaraan valt niet te beginnen. Wel wil ik de algemene opmerking
kwijt, dat het niet meevalt om de historische studies op het door mij omschreven gebied samen te vatten. Ik
heb daar enige ervaring mee. Deze moeilijkheid wijst er op, dat het gebied
nog weinig ontgPnnen is.
Om toch ie~s van een antwoord
op de gestelde vraag te formuleren zal
ik een kort verslag geven van de onderwerpen, waarmee we ons in de afgelopen
jaren hebben bezig gehouden.
Drie jaar sociale geschiedenis in
Groningen
Die drie jaar slaat op' het
feit, dat ik in januari 1973 ben aan-.
gesteld aan de sociale faculteit met
de leeropdracht 'sociale geschiedenis".
Als ik op die drie jaar terug kijk is
er weinig reden tot tevredenheid. Sociale geschiedenis, zoals door mij gedefinieerd is een arbeidsintensief
vak, maar een medewerker sociale geschiedenis b.v. zit er in geen jaren
in. Voor het komende. jaar moet nog
maa:.: worden afgewacht of de subfaculteit der sociaalculturele wetenschappen de paar honderd gulden beschikbaar stelt die nodig zijn voor het
doctoraal college. Aan de andere kant
denk ik met veel plezier terug aan de
studenten met wie ik samen onderzoek
heb gedaan. Het was steeds een kleine
club, die bij elkaar kwam,maar de resultaten waren interessant.
We hebben ons bezig gehouden
met de sociale herkomst van de Afgescheidenen (van 1834) en onlangs heeft
een van de toenmalige deelnemers een
lijvige scriptie ingeleverd, waarin
hij het bewijs levert, dat in Friesland
de afgescheidenen verhoudingsgewijs
veel onder de kleine grondbezitters
voorkwamen. Zijn studie is een goed
voorbeeld van een verbinding tussen
sociologische theorie en historisch
onderzoek. In een ander onderzoek
hebben we ons bezig gehouden met de
criminaliteit in de provincie Groningen
tussen 1838 en 1868. Dit jaar hebben
we dit onderzoek voortgezet met de
studie van een aspect hiervan, de
-22-
bedelarij. Deze onderzoekingen hebben
veel materiaal opgeleverd en hebben
interessante perspectieven geopend.
Aan de verkenning van deze perspectieven zijn we overigens nauwelijks
nog toegekomen, maar een.verder uitwerking van deze onderzoekingen ligt
in de lijn der bedoelingen. Voorts
kan ik melding maken van een promotieonderzoek naar de vermogensstructu~r
van de streek rondom Winschoten tussen
1830 en 1890, waarvan de eerste definitieve resultaten binnen beginnen te
komen. Al deze onderzoekingen zijn er
op gericht om aan de hand van in de prOT
vincie Groningenaanwezige archieven
de Groninger samenleving in de negentiende eeuw door te lichten en de bedoeling van de genoemde deelstudies is,
dat we gegevens in handen krijgen voor
een meer omvattende beschouwing van
deze samenleving. Wat ons bij al deze
studies zeer van pas is gekomen is het
gebruik van de computer voor de verwerking van onze gegevens. Ik kan iedere
historische student aanraden eens een
\~SP (Waarlijk Eenvoudig Statistisch
Pakket) -cursus te volgen. Hij/zij
leert dan een aantal eenvoudige handgrepen, die de computer voor hem of
haar toegankelijk maken. Natuurlijk
moet men over een flink aantal. gelijk~oortige gegevens beschikken om baat
te hebben bij een computerbewerking,.
maar de kunst van hei werken met computers is nu juist om gegevens geschikt
te ~ voor dit type bewerkingen. .
Zo gezien zijn er veel meer mogelijkheden dan men wellicht zou aannemen.
Dit is één van de dingen,
die ik wil aantonen in het doctoraal
onderzoek, dat ik volgens jaar denk
te gaan doen: 'De Publieke Opinie tijdens
de Tweede Boerenoorlog'. Onderdeel
van dit onderzoek is een inhoudsanalyse
van kranten; daarbij hoop ik gebruik
te kunnen maken van een computerbe~er­
king der gegevens. Dit onderzoek is
op het Historisch Instituut aangekondigd, daarom zal ik er hier niet te
veel over zeggen. Wie het voorgaande
gelezen.heeft kan zich afvragen of een
dergelijk onderwerp tot het terrein
der sociale geschiedenis behoort. Dat
hangt volgens mij af in welke mate we
er in slagen de collectieve voorstellingen, die we willen bestuderen te
(zie vervolg op bladzijde 29).
Download